Onderwijs

Liever meer zeggenschap

Meer inspraak De facultaire studentenraad bij Civiele Techniek & Geowetenschappen (CiTG) is tevreden: de voorkenniseisen bij een derdejaars vak zijn gedeeltelijk terug gedraaid. Wat de grote broers van de onderdeelcommissie (odc) betreft: de verstandhouding met de decaan is goed, maar de odc wil wel meer zeggenschap.

/strong>

De afgelopen vier maanden heeft een derdejaars vak van civiele techniek de facultaire studentenraad (fsr) in beslag genomen. Voorzitter Niels Eernink: ,,Bij een individuele ontwerpoefening waren de voorkenniseisen verzwaard om het niveau te verhogen. De fsr heeft met succes tegen verhoging geprotesteerd: de eisen zijn gedeeltelijk teruggedraaid. Alleen heeft het ons veel tijd en energie gekost, waardoor wij minder aandacht aan andere zaken konden besteden.”

Dat gaat nu veranderen, aldus Eernink. Op de agenda van de facultaire studentenraad zijn nu ook kwesties als de nakijktermijnen van de tentamens en de bachelor-masterstructuur gezet. ,,Wij vinden dat het te lang duurt voordat tentamens nagekeken zijn. Officieel staat hiervoor vier weken terwijl wij drie weken redelijk vinden. Maar zelfs deze officiële termijn wordt regelmatig overschreden, zonder duidelijke reden.” De fsr had een voorstel gedaan om bijvoorbeeld na twee weken een indicatie van het cijfer te geven, maar dat idee werd afgeblazen door de examencommissie. ,,Zij vonden dat dat tot verwarring zou leiden.”

Ook de komst van de bachelor-masterstructuur kan binnenkort op de warme aandacht van de fsr rekenen. ,,Wij weten er nog weinig van. Maar we hebben nog even de tijd. Bij CiTG wordt deze structuur een jaar later ingevoerd – en wel in 2002 – dan bij andere faculteiten. Het opzetten van een gezamenlijk propedeuse tussen de drie opleidingen, gecombineerd met een curriculumherziening en semesterindeling, vergt meer tijd.”

Ook het samensmeden van de diverse kamers % civiele techniek, geodesie en technische aardwetenschappen – van de fsr is nog in de beginfase. ,,Wij zien elkaar voorlopig alleen op vergaderingen. Wij zitten ook nog ver van elkaar in drie aparte gebouwen. Wel gaan we binnenkort gezamenlijk een website opzetten zodat iedere student weet waar we mee bezig zijn.”

Eernink benadrukt dat een fsr naast de centrale studentenraad een eigen taak heeft. ,,Wij kunnen snel actie ondernemen op praktische gebieden zoals computerfaciliteiten of het mogelijk maken van pinnen bij dictatenverkoop. En we kennen de docenten. Als er problemen zijn kan een informeel gesprek de gewenste aanpassingen opleveren.”

Werken aan de eigen kwaliteit is een belangrijk onderdeel van het beleid van de onderdeelcommissie van CiTG, aldus voorzitter Casparde Groot en secretaris Peter Plugers. ,,Wij vinden dat onze rechten te beperkt zijn, maar dat is een beslissing van de minister geweest. In de afgelopen periode hebben wij getracht onze invloed te versterken door ervoor te zorgen dat onze adviezen van een goede kwaliteit zijn.” Eén van de items waar de odc zich mee bezig houdt is de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Zij zijn verantwoordelijke voor de inventarisatie van de knelpunten en hebben gezorgd dat er afspraken kwamen over het tijdstip dat deze opgelost moeten zijn. ,,Deze aanpak van kiezen voor kwaliteit, werpt zijn vruchten af. Mede hierdoor is de werkverhouding met de decaan goed en is het besef dat wij elkaar nodig hebben de afgelopen jaren gegroeid.”

Toch zou de odc graag meer zeggenschap krijgen. ,,Voor acceptatie van onze voorstellen zijn we erg afhankelijk van de persoonlijkheid van de decaan. Met de huidige is het contact goed maar met een opvolger kan de verstandhouding weer anders zijn.” Meer zeggenschap zou ook de betrokkenheid van de medewerkers met het reilen en zeilen van de faculteit vergroten, menen Groot en Plugers. Om medewerkers attent te maken op het werk van het odc geven zij maandelijks een krant uit met de titel: ‘de OdC krant, de ondernemingsraad van uw faculteit’. ,,Verbetering van de interne communicatie en toename van de betrokkenheid van de werknemers in de afdelingen van de faculteit, is een belangrijk actiepunt voor ons.”

Over de clustering zijn ze redelijk tevreden. ,,Voor de odc-verkiezingen was de vrees dat medewerkers van civiele techniek oververtegenwoordigd zouden zijn. Opvallend was dat na het tellen van de stemmen de drie onderdelen keurig evenredig vertegenwoordigd waren.”

Op praktisch gebied biedt de clustering voordelen. Plugers, werkzaam bij geodesie: ,,De ondersteuning is professioneler geworden. Lastig is daarentegen dat allerlei administratieve handelingen via civiele techniek lopen en dat het daardoor bijvoorbeeld langer duurt om bestellingen te realiseren. Als wij in één gebouw zouden zitten, dan zou dit probleem opgelost zijn. Als odc hopen wij daarom dat dat niet te lang gaat duren.”

Dit is het tweede deel van een serie over de onderdeelcommissie en facultaire studentenraad.

De facultaire studentenraad bij Civiele Techniek & Geowetenschappen (CiTG) is tevreden: de voorkenniseisen bij een derdejaars vak zijn gedeeltelijk terug gedraaid. Wat de grote broers van de onderdeelcommissie (odc) betreft: de verstandhouding met de decaan is goed, maar de odc wil wel meer zeggenschap.

De afgelopen vier maanden heeft een derdejaars vak van civiele techniek de facultaire studentenraad (fsr) in beslag genomen. Voorzitter Niels Eernink: ,,Bij een individuele ontwerpoefening waren de voorkenniseisen verzwaard om het niveau te verhogen. De fsr heeft met succes tegen verhoging geprotesteerd: de eisen zijn gedeeltelijk teruggedraaid. Alleen heeft het ons veel tijd en energie gekost, waardoor wij minder aandacht aan andere zaken konden besteden.”

Dat gaat nu veranderen, aldus Eernink. Op de agenda van de facultaire studentenraad zijn nu ook kwesties als de nakijktermijnen van de tentamens en de bachelor-masterstructuur gezet. ,,Wij vinden dat het te lang duurt voordat tentamens nagekeken zijn. Officieel staat hiervoor vier weken terwijl wij drie weken redelijk vinden. Maar zelfs deze officiële termijn wordt regelmatig overschreden, zonder duidelijke reden.” De fsr had een voorstel gedaan om bijvoorbeeld na twee weken een indicatie van het cijfer te geven, maar dat idee werd afgeblazen door de examencommissie. ,,Zij vonden dat dat tot verwarring zou leiden.”

Ook de komst van de bachelor-masterstructuur kan binnenkort op de warme aandacht van de fsr rekenen. ,,Wij weten er nog weinig van. Maar we hebben nog even de tijd. Bij CiTG wordt deze structuur een jaar later ingevoerd – en wel in 2002 – dan bij andere faculteiten. Het opzetten van een gezamenlijk propedeuse tussen de drie opleidingen, gecombineerd met een curriculumherziening en semesterindeling, vergt meer tijd.”

Ook het samensmeden van de diverse kamers % civiele techniek, geodesie en technische aardwetenschappen – van de fsr is nog in de beginfase. ,,Wij zien elkaar voorlopig alleen op vergaderingen. Wij zitten ook nog ver van elkaar in drie aparte gebouwen. Wel gaan we binnenkort gezamenlijk een website opzetten zodat iedere student weet waar we mee bezig zijn.”

Eernink benadrukt dat een fsr naast de centrale studentenraad een eigen taak heeft. ,,Wij kunnen snel actie ondernemen op praktische gebieden zoals computerfaciliteiten of het mogelijk maken van pinnen bij dictatenverkoop. En we kennen de docenten. Als er problemen zijn kan een informeel gesprek de gewenste aanpassingen opleveren.”

Werken aan de eigen kwaliteit is een belangrijk onderdeel van het beleid van de onderdeelcommissie van CiTG, aldus voorzitter Casparde Groot en secretaris Peter Plugers. ,,Wij vinden dat onze rechten te beperkt zijn, maar dat is een beslissing van de minister geweest. In de afgelopen periode hebben wij getracht onze invloed te versterken door ervoor te zorgen dat onze adviezen van een goede kwaliteit zijn.” Eén van de items waar de odc zich mee bezig houdt is de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Zij zijn verantwoordelijke voor de inventarisatie van de knelpunten en hebben gezorgd dat er afspraken kwamen over het tijdstip dat deze opgelost moeten zijn. ,,Deze aanpak van kiezen voor kwaliteit, werpt zijn vruchten af. Mede hierdoor is de werkverhouding met de decaan goed en is het besef dat wij elkaar nodig hebben de afgelopen jaren gegroeid.”

Toch zou de odc graag meer zeggenschap krijgen. ,,Voor acceptatie van onze voorstellen zijn we erg afhankelijk van de persoonlijkheid van de decaan. Met de huidige is het contact goed maar met een opvolger kan de verstandhouding weer anders zijn.” Meer zeggenschap zou ook de betrokkenheid van de medewerkers met het reilen en zeilen van de faculteit vergroten, menen Groot en Plugers. Om medewerkers attent te maken op het werk van het odc geven zij maandelijks een krant uit met de titel: ‘de OdC krant, de ondernemingsraad van uw faculteit’. ,,Verbetering van de interne communicatie en toename van de betrokkenheid van de werknemers in de afdelingen van de faculteit, is een belangrijk actiepunt voor ons.”

Over de clustering zijn ze redelijk tevreden. ,,Voor de odc-verkiezingen was de vrees dat medewerkers van civiele techniek oververtegenwoordigd zouden zijn. Opvallend was dat na het tellen van de stemmen de drie onderdelen keurig evenredig vertegenwoordigd waren.”

Op praktisch gebied biedt de clustering voordelen. Plugers, werkzaam bij geodesie: ,,De ondersteuning is professioneler geworden. Lastig is daarentegen dat allerlei administratieve handelingen via civiele techniek lopen en dat het daardoor bijvoorbeeld langer duurt om bestellingen te realiseren. Als wij in één gebouw zouden zitten, dan zou dit probleem opgelost zijn. Als odc hopen wij daarom dat dat niet te lang gaat duren.”

Dit is het tweede deel van een serie over de onderdeelcommissie en facultaire studentenraad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.