Onderwijs

Lerarenopleiding voor bachelors

De TU Delft gaat bachelorstudenten opleiden tot leraar voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het gaat in eerste instantie om studenten wiskunde, natuurkunde, scheikunde/life science en informatica.

Aanleiding voor de bachelor-lerarenopleiding is het docententekort in Nederland. Die doet zich vooral voelen in de bètavakken. In het voorjaar kreeg staatssecretaris Van Bijsterveldt brede politieke steun om de universiteiten academische bachelordocenten te laten opleiden. Doel is versneld bevoegde leraren voor de klas te krijgen. De nieuwe docenten mogen alleen lesgeven in hun eigen vak. Naast de TU Delft gaan nog negen universiteiten leraren opleiden voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

De opleiding leidt volgens Martin Jacobs (docent en coördinator opleidingsprogramma bij Technische Natuurwetenschappen) op tot ‘een soort beperkte tweedegraads bevoegdheid’. “Die bevoegdheid is nog in voorbereiding op het ministerie.” De studenten van de bachelor-lerarenopleiding volgen in de eerste helft van hun derde jaar een minor van dertig ec. Daarin krijgen ze algemene didactiek en pedagogiek, vakdidactiek en lopen ze stage. Aan het eind van hun bachelor mogen ze lesgeven aan het vmbo-t (mavo) en de eerste drie jaar van havo en vwo.

Dit jaar volgen aan de TU 35 studenten de onderwijs-minor, waarvan er volgens Jacobs 7 á 8 vanwege hun studierichting meteen na hun bachelor bevoegd voor de klas zouden kunnen. “Maar de anderen zijn waarschijnlijk voor scholen ook interessant, want een student werktuigbouwkunde of L&R beheerst na zijn bachelor zeker voldoende natuurkunde om dat vak in de onderbouw te kunnen geven.”

De vereniging van universiteiten (VSNU) overlegt nog met het ministerie van onderwijs of ook andere dan de genoemde opleidingen deel kunnen nemen aan deze leraarsopleiding en dus een officiële bevoegdheid krijgen. Jacobs hoopt dat het de VSNU dan ook lukt OCW ervan te overtuigen studenten die vorig jaar de onderwijsminor hebben gedaan een onderwijsbevoegdheid te verlenen.
Studenten hoeven volgens Jacobs niet bang te zijn dat ze de weg naar de onderwijsmaster afsluiten als ze kiezen voor de minor in de bachelor en voor de klas gaan staan. 

Windenergie-instituut Duwind gaat samenwerken met energiebedrijf RWE voor onderzoek naar, en ervaring met windparken ver op zee. Een intentieverklaring daarover is afgelopen week getekend. Daarin wordt gesproken over een kennisprogramma voor farshore windparken voor de komende vier tot zes jaar. RWE heeft plannen voor meerdere windparken op de Noordzee met een totale capaciteit van tweeduizend megawatt (een derde van de Nederlandse doelstelling voor 2020). Duwind heeft voor de periode tot 2013 een specifiek offshore-studieprogramma opgezet. Momenteel is er een wachtlijst voor windparken op de Noordzee. Genoeg aanvragen, maar geen vergunningen. Volgens prof.dr. Gerard van Bussel (windenergie, Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) is de overheid van plan vestiging van parken verder uit de kust vrijer te laten. Maar een park zestig kilometer in zee geeft specifieke problemen qua aansluiting, fundering en onderhoud. Een offshore-eiland voor onderhoudspersoneel is één van de innovatieve ideeën.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.