Opinie

Leegloop in wetenschap was te voorzien

De Nederlandse wetenschap wordt bedreigd door een enorme leegloop. Universiteitsbestuurders liggen er wakker van. Maar als zij jaren geleden niet hadden zitten te slapen, was het misschien niet zo ver gekomen.

/strong>

In het rapport ‘Toekomst voor talent, talent voor de toekomst’ dat voormalig universiteitsbestuurder dr. Lieteke van Vucht Tijssen voor minister Hermans opstelde, worden de gaten die de komende jaren vallen met schrikbarende cijfers aanschouwelijk gemaakt. Al in 2003 dreigen 1300 fulltime plaatsen onbezet te blijven, in 2008 zelfs 2900. Tien procent van de hoogleraarsplaatsen blijft leeg, en 34 en 29 procent van de plekken voor respectievelijk universitair docent en hoofddocent.

Die tekorten konden jaren geleden al becijferd worden. Het enige dat de universiteiten toen nog niet konden voorspellen, is dat de arbeidsmarkt zou aantrekken. En dat stelt hen nu voor grote problemen. Want juist nu er plaatsen vrijkomen door een pensioengolf is er ook elders een grote vraag naar hoger opgeleiden. ,,In de jaren negentig viel het wetenschappelijk talent de universiteiten als het ware in de schoot”, schrijft Van Vucht Tijssen.

Pas sinds een paar jaar lijken de universitaire beleidsmakers wakker te worden. Daarvoor is wel een verzachtende omstandigheid aan te voeren: een heel decennium lang moesten de universiteiten bezuinigen. Maar ook met hun schaarse geld hadden ze andere keuzes kunnen maken. Ze hadden met name minder aio’s moeten aannemen % die na hun promotie vaak vertrekken – en in plaats daarvan ruimte maken voor dertigers. Naast de prop van vijftigplussers is er ook een verhoudingsgewijs grote groep onderzoekers onder de dertig jaar – aio’s en postdocs met een tijdelijk contract.

Deze groep jongeren kan een deel van het probleem oplossen, verwacht Van Vucht Tijssen. Nu blijft de helft van hen aan de universiteiten hangen, en van de groep tussen de dertig en 35 jaar zeventig procent. Als de universiteiten erin slagen van die beide groepen tien procent extra vast te houden, is er van een tekort geen sprake meer.

Dat lijkt simpel, maar is het niet. Veel aio’s en postdocs willen weliswaar verder in de wetenschap. Maar om blijvend genoeg aio’s aan te trekken, moeten hun salarissen flink verhoogd worden. En om aio’s en postdocs vervolgens vast te houden, moeten de universiteiten hen een duidelijke loopbaan bieden.

Van Vucht Tijssen heeft berekend dat er een investering van 1,4 miljard gulden nodig is om de Nederlandse wetenschap te behoeden voor een vrije val naar derde-wereldniveau. Hogere salarissen voor aio’s zijn niet eens in dat sommetje opgenomen.

De Nederlandse wetenschap wordt bedreigd door een enorme leegloop. Universiteitsbestuurders liggen er wakker van. Maar als zij jaren geleden niet hadden zitten te slapen, was het misschien niet zo ver gekomen.

In het rapport ‘Toekomst voor talent, talent voor de toekomst’ dat voormalig universiteitsbestuurder dr. Lieteke van Vucht Tijssen voor minister Hermans opstelde, worden de gaten die de komende jaren vallen met schrikbarende cijfers aanschouwelijk gemaakt. Al in 2003 dreigen 1300 fulltime plaatsen onbezet te blijven, in 2008 zelfs 2900. Tien procent van de hoogleraarsplaatsen blijft leeg, en 34 en 29 procent van de plekken voor respectievelijk universitair docent en hoofddocent.

Die tekorten konden jaren geleden al becijferd worden. Het enige dat de universiteiten toen nog niet konden voorspellen, is dat de arbeidsmarkt zou aantrekken. En dat stelt hen nu voor grote problemen. Want juist nu er plaatsen vrijkomen door een pensioengolf is er ook elders een grote vraag naar hoger opgeleiden. ,,In de jaren negentig viel het wetenschappelijk talent de universiteiten als het ware in de schoot”, schrijft Van Vucht Tijssen.

Pas sinds een paar jaar lijken de universitaire beleidsmakers wakker te worden. Daarvoor is wel een verzachtende omstandigheid aan te voeren: een heel decennium lang moesten de universiteiten bezuinigen. Maar ook met hun schaarse geld hadden ze andere keuzes kunnen maken. Ze hadden met name minder aio’s moeten aannemen % die na hun promotie vaak vertrekken – en in plaats daarvan ruimte maken voor dertigers. Naast de prop van vijftigplussers is er ook een verhoudingsgewijs grote groep onderzoekers onder de dertig jaar – aio’s en postdocs met een tijdelijk contract.

Deze groep jongeren kan een deel van het probleem oplossen, verwacht Van Vucht Tijssen. Nu blijft de helft van hen aan de universiteiten hangen, en van de groep tussen de dertig en 35 jaar zeventig procent. Als de universiteiten erin slagen van die beide groepen tien procent extra vast te houden, is er van een tekort geen sprake meer.

Dat lijkt simpel, maar is het niet. Veel aio’s en postdocs willen weliswaar verder in de wetenschap. Maar om blijvend genoeg aio’s aan te trekken, moeten hun salarissen flink verhoogd worden. En om aio’s en postdocs vervolgens vast te houden, moeten de universiteiten hen een duidelijke loopbaan bieden.

Van Vucht Tijssen heeft berekend dat er een investering van 1,4 miljard gulden nodig is om de Nederlandse wetenschap te behoeden voor een vrije val naar derde-wereldniveau. Hogere salarissen voor aio’s zijn niet eens in dat sommetje opgenomen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.