Campus

Krasse Knarren: Jaap Schijve

Ook hoogleraren gaan op hun 65ste met pensioen. Maar er zijn uitzonderingen. Zoals de onvermoeibare vermoeiingsexpert prof.dr.ir. Jaap Schijve (86).


De ontmoeting vindt plaats bij de elektronenmicroscoop bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Het apparaat blijkt essentieel voor het onderzoek van Schijve. Samen met technicus Frans Oostrum onderzoekt hij tientallen kleine vermoeiingsscheurtjes in lichtmetalen proefstukken. Die scheuren zijn het gevolg van wisselende belasting – dat komt in een vliegtuig veel voor. Schijve zit de hele dag in het donker naar een beeldscherm te turen. “Vermoeiend? We werken door tot het klaar is.” Daarnaast werkt hij aan lezingen voor een vijfdaagse postacademische cursus ‘vermoeiing van constructies’.


Na zijn pensionering in 1992 bij de vakgroep vliegtuigmaterialen en productie van L&R is Schijve eigenlijk nooit weggeweest. Zonder de vergaderingen, kon hij zich concentreren op onderzoek, publiceren en het begeleiden van studenten. Daar was zijn opvolger prof.ir Boud Vogelesang blij mee, en Schijve zelf ook. Latere opvolgers Vlot en Benedictus hebben die regeling voortgezet. Aanvankelijk werd hij daarvoor betaald, maar dat contract is op eigen verzoek stopgezet, zodat hij sinds zes jaar als ‘wetenschappelijk vrijwilliger’ werkt. Hij reist met zijn vrouw Janine elke twee weken heen en weer tussen Pijnacker en het dorp Retranchement nabij Cadzand. Dat blijkt een werkbaar compromis tussen een verblijf in de buurt van de TU en in Zeeuws-Vlaanderen waar beiden geboren en getogen zijn. Zij als boerendochter en hij als zoon van een onderwijzeres en een muziek-leraar.


In 2001 verscheen, bijna tien jaar na zijn emeritaat, zijn boek ‘Fatigue of Structures and Materials’. Nadat het uitverkocht was, verscheen bij Springer in 2009 een tweede druk en onlangs ook een Chinese vertaling. Intussen gaat zijn onderzoek door, ondanks dat er geen officieel budget voor is.


Hij heeft zijn aandacht ook gericht op gelijktijdige vermoeiing in twee richtingen, beter bekend als biaxiale vermoeiing. “Er zijn veel publicaties en theorieën over. Maar er is ook veel verwarring over en nog maar weinig voorspellend vermogen.” Daar zou Schijve graag een studie over publiceren. “Ik verzamel nu alle artikelen daarover in een groeiende map”, kondigt hij aan. “Komt het niet klaar, de wereld draait door.”


Gevraagd naar andere activiteiten, laait er een vuur in hem op dat zijn vrouw doorgaans doet verzuchten: ‘maak je niet kwaad, Jaap’. Maar om principiële redenen gebeurt dat toch regelmatig. Dan manifesteert hij zich in de politiek of via ingezonden stukken. Bijvoorbeeld over hoe de PvdA akkoord is gegaan met de aanschaf van de JSF, een gepasseerd concept volgens Schijve. Drones maken in de toekomst de dienst uit, denkt de emeritus. Ook tegen het feit dat Zeeuws-Vlamingen voor het gebruik van de Westerscheldetunnel moeten betalen, en het onder water zetten van de Hedwigepolder heeft hij zijn stem verheven.


Een motto heeft Schijve niet. Wel vindt hij het belangrijk om met plezier te werken en om dienstbaar te zijn.

CV


Jaap Schijve (1927) studeerde in 1953 af aan de TH Delft en ging toen werken bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) in Amsterdam en de Noordoostpolder. In 1964 promoveerde hij. Binnen NLR werd hij afdelingshoofd Constructies en Materialen. In 1973 werd hij hoogleraar aan de TU vanwege onderzoek en werken met studenten, in plaats van management. Hij begeleidde 130 afstudeerders en 17 promovendi. Schijve kreeg erkenning in de vorm van een ridderorde (1992) en nog een reeks van onderscheidingen. Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag werd de Jaap Schijve Award ingesteld voor jong academisch talent.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.