Campus

Krasse knarren: Hugo Priemus

Hoogleraren gaan net als alle andere medewerkers met hun 65ste met pensioen. Maar er zijn uitzonderingen. Deze week: emeritus hoogleraar systeeminnovatie stedelijke ontwikkeling prof.dr. Hugo Priemus (70).


Vanaf de receptie bij OTB beent hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus (OTB/TBM) met forse snelle stappen voor me uit. De vitale emeritus loopt zoals hij praat: snel, rusteloos en doelgericht. Hij werkt met vijftig uur fulltime, ‘maar minder fulltime dan voorheen.’


Vandaag besteedt hij aan de drukproeven van het ‘International Handbook on Mega-Projects’ dat hij samen met prof.dr. Bert van Wee (TBM) schreef en dat voor het eind van dit jaar in de catalogus staat bij uitgeverij Edward Elgar. Priemus is ook veel onderweg om gemeenten, corporaties en provincies de weg te wijzen in het warrige volkshuisvestingsbeleid van de overheid. “Als ik het uitleg, denken ze dat ik grapjes maak. Dus tegenwoordig lees ik passages uit de brieven van minister Blok naar de Kamer gewoon maar voor.”


Na zijn pensionering in 2007 zijn vergaderingen goeddeels uit zijn agenda verdwenen en heeft Priemus meer tijd gekregen voor de inhoud. Eerst verliep dat via de begeleiding van vijftien promovendi, maar sinds de laatsten van hen de eindstreep hebben gehaald, richt Priemus zich meer op overzichtsartikelen. De TU Delft kent de regel dat hoogleraren na hun pensioen geen nieuwe promovendi mogen aantrekken en vanaf hun zeventigste verjaardag helemaal niet meer als promotor mogen optreden. Vaker dan vroeger treedt Priemus op als anonieme ‘reviewer’ bij artikelen van derden.


“Eigenlijk is de continuïteit groter dan het verschil”, merkt Priemus op. Net als voor zijn pensioen loopt hij nog steeds drie tot vier keer in de week hard. Hoewel blessures hem de laatste tijd soms dwingen het lopen te  vervangen door fietsen en om af te zien van marathons (in het verleden heeft hij er een twintigtal gelopen). Maar een halve marathon is voor de zeventigjarige geen probleem. “Het gaat niet meer zo snel als vroeger, maar de stamina (uithoudingsvermogen, red.) is er nog.”


Priemus plant niet ver vooruit, zegt hij. De lijnen die hij naar de toekomst uitzet, giet hij soms in de vorm van een voorstel voor een onderzoeksprogramma. Het NWO-programma ‘Duurzame Bereikbaarheid Randstad’ dat nu z’n voltooiing nadert, is daar een voorbeeld van. Priemus legde dat onderwerp destijds voor aan voormalig secretaris-generaal Kuiken van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. Priemus heeft hiermee een mooie vorm van participatie gevonden voor iemand die ‘niet graag wacht op initiatieven van anderen.’


In overleg met rector Karel Luyben en TBM-decaan Theo Toonen heeft Priemus besloten om het lopende nul-uren contract met twee jaar te verlengen tot eind 2015. Daarnaast blijft hij als zzp’er actief bij het adviseren van marktpartijen, corporaties en overheden. Toen hij vorig jaar vier keer werd uitgenodigd om te spreken bij het honderdjarig jubileum van een corporatie, merkte hij dat hij een nieuw specialisme had ontwikkeld: overzicht en historisch besef.


Na de vraag of hij zich een leven zonder werk kan voorstellen, is het opeens stil. Wel acht seconden lang. Dan, aarzelend: “Ik weet dat het bestaat, maar voor mezelf kan ik me niet goed voorstellen dat het werk wegvalt.”


CV

Kort na zijn afstuderen aan de faculteit Bouwkunde trad Hugo Priemus op 1 juni 1965 in vaste dienst van de toenmalige TH Delft als wetenschappelijk medewerker, met als taak van professor Brouwer om vooral te blijven doen wat hij al begonnen was: woningbouwonderzoek. In 1977 werd Priemus benoemd als hoogleraar. Hij begeleidde 67 promovendi (58 aan de TU),  werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse leeuw (1989), ontving in 2004 een eredoctoraat van de universiteit van Uppsala en ontving in 2010 de Hudig Medaille. In 2007 ging hij met pensioen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.