Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft deze week een experiment met kogels uitgevoerd in het trappenhuis van de faculteit EWI. De uitkomsten moeten het instituut helpen bij onderzoek naar schietincidenten met zelfgemaakte wapens.
Delen
“Het doel van ons experiment was meer te weten te komen over de inslag van kogels die met een zelfgemaakt wapen zijn afgevuurd. Hiervoor hebben we vanaf de twintigste verdieping van het EWI-gebouw kogels laten vallen in een blok klei”, aldus ir. Aart Spek. De coördinator van het experiment is wetenschappelijk medewerker bij de afdeling wapens en munitie van het NFI. Deze afdeling doet onderzoek naar schietincidenten, onder andere ballistisch onderzoek.
De basis voor ballistiek, de wetenschap die zich bezighoudt met de beweging, het gedrag en de effecten van kogels, werd al aan het einde van de zestiende eeuw door Galileï gelegd. Toch zijn nog niet alle geheimen van de beweging van de kogel ontrafeld.
Normaal gesproken bewegen kogels zich met de punt in de schietrichting door de lucht, vertelt hij. In de loop van een vuurwapen zitten spiraalvormige sleuven. De kogel drukt zich in de spiraal en neemt zo de draaiing over. “Doordat de kogel heel snel gaat tollen, wordt hij als het ware gestabiliseerd en beweegt hij met de punt vooruit,” legt Spek uit.
Het NFI krijgt ook te maken met schietincidenten met zelfgemaakte wapens. Vaak zijn dit omgebouwde gas-alarmwapens. Omdat de loop hiervan glad is van binnen, bewegen de kogels minder stabiel dan wanneer ze worden afgeschoten met een ‘normaal’ wapen. “Wat de kogels dan doen, welke baan ze beschrijven en hoe ze inslaan, weten we niet precies”, zegt de onderzoeker. “Aan deze informatie hebben we veel als we zaken onderzoeken waarbij over een flinke afstand is geschoten met een zelfgemaakt vuurwapen.”
Spek deed al eerder onderzoek naar het gedrag van kogels uit eigengemaakte wapens. Door ze af te schieten en de baan met de radar te volgen of de inslag in het doel te onderzoeken. Deze keer gebruikte hij het hoge trappenhuis van EWI om de kogels naar beneden te laten vallen. Hoe de kogels terechtkwamen in een blok klei, moest de onderzoekers meer kennis geven over hoe het kogelgat eruit ziet als de kogel scheef of dwars inslaat. Spek is gematigd tevreden over het resultaat van het experiment. “Het kostte meer tijd dan verwacht, dus we hebben maar ongeveer tien inslagen.” Het was in eerste instantie de bedoeling de kogels vanaf de twintigste verdieping te laten vallen, maar het trappenhuis was te smal, waardoor de kogels steeds de trapleuning raakten. “We zijn uiteindelijk afgedaald tot de achtste verdieping. We hebben best wat geleerd, maar we zouden eigenlijk meer proeven moeten doen. Maar eerst een gebouw met een breder trapgat vinden.” (MM)
“Het doel van ons experiment was meer te weten te komen over de inslag van kogels die met een zelfgemaakt wapen zijn afgevuurd. Hiervoor hebben we vanaf de twintigste verdieping van het EWI-gebouw kogels laten vallen in een blok klei”, aldus ir. Aart Spek. De coördinator van het experiment is wetenschappelijk medewerker bij de afdeling wapens en munitie van het NFI. Deze afdeling doet onderzoek naar schietincidenten, onder andere ballistisch onderzoek.
De basis voor ballistiek, de wetenschap die zich bezighoudt met de beweging, het gedrag en de effecten van kogels, werd al aan het einde van de zestiende eeuw door Galileï gelegd. Toch zijn nog niet alle geheimen van de beweging van de kogel ontrafeld.
Normaal gesproken bewegen kogels zich met de punt in de schietrichting door de lucht, vertelt hij. In de loop van een vuurwapen zitten spiraalvormige sleuven. De kogel drukt zich in de spiraal en neemt zo de draaiing over. “Doordat de kogel heel snel gaat tollen, wordt hij als het ware gestabiliseerd en beweegt hij met de punt vooruit,” legt Spek uit.
Het NFI krijgt ook te maken met schietincidenten met zelfgemaakte wapens. Vaak zijn dit omgebouwde gas-alarmwapens. Omdat de loop hiervan glad is van binnen, bewegen de kogels minder stabiel dan wanneer ze worden afgeschoten met een ‘normaal’ wapen. “Wat de kogels dan doen, welke baan ze beschrijven en hoe ze inslaan, weten we niet precies”, zegt de onderzoeker. “Aan deze informatie hebben we veel als we zaken onderzoeken waarbij over een flinke afstand is geschoten met een zelfgemaakt vuurwapen.”
Spek deed al eerder onderzoek naar het gedrag van kogels uit eigengemaakte wapens. Door ze af te schieten en de baan met de radar te volgen of de inslag in het doel te onderzoeken. Deze keer gebruikte hij het hoge trappenhuis van EWI om de kogels naar beneden te laten vallen. Hoe de kogels terechtkwamen in een blok klei, moest de onderzoekers meer kennis geven over hoe het kogelgat eruit ziet als de kogel scheef of dwars inslaat. Spek is gematigd tevreden over het resultaat van het experiment. “Het kostte meer tijd dan verwacht, dus we hebben maar ongeveer tien inslagen.” Het was in eerste instantie de bedoeling de kogels vanaf de twintigste verdieping te laten vallen, maar het trappenhuis was te smal, waardoor de kogels steeds de trapleuning raakten. “We zijn uiteindelijk afgedaald tot de achtste verdieping. We hebben best wat geleerd, maar we zouden eigenlijk meer proeven moeten doen. Maar eerst een gebouw met een breder trapgat vinden.” (MM)
Comments are closed.