Opinie

Koester je eigen kweek

De TU Delft is hard toe aan een facelift. Kijk niet op een dubbeltje, is het advies van Erik Lagendijk, scheidende opleidingsdirecteur bij Technische Natuurkunde. "Maar zet niet al je kaarten op internationalisering, want op wereldschaal blijft Delft tweede of derde keus."

Drieëndertig jaar werk ik nu aan deze universiteit, die door een verbitterde ex-collega een open inrichting werd genoemd. Liever citeer ik mijn naamgenoot (nee, geen familie!) die de TU Delft spottend ‘MIT aan de Schie’ noemde. Ik heb even gegoogled op ‘Delft’ met ‘Schie’ en ik kreeg een alleraardigst Wikipedia-artikel on top. Wist u dat er maar liefst vier Schiën zijn? En dat de naam Delft waarschijnlijk van delven komt omdat grote delen van de Schie gegraven zijn? En dat het kanaal in 1903 is leeggelopen door een dijkdoorbraak? En dat delen van de Schie met het puin van 1940 zijn gedempt?

Ik heb aan de trefwoorden ‘Delft’ en ‘Schie’ ‘MIT’ toegevoegd en de eerste hit is het verslag van een studiereis van studentenraadsfractie AAG naar MIT. Het verslag heeft de mysterieuze titel ‘Try to avoid reacting when you can be a leader’. Ik heb niet de moeite genomen het verslag te lezen, dus het geheim achter deze titel moet nog even een geheim blijven.

Zelf heb ik herhaaldelijk de TU Delft de beste universiteit van Delft genoemd. Dat zou de overspannen ambities van onze bestuurders moeten temperen. Veel effect heeft het niet gehad. Mijn faculteit heeft onlangs nog een taskforce internationalisering in het leven geroepen om de internationale instroom te vergroten. Ik wens de taskforce sterkte toe, maar ik had toch liever een taskforce ‘meer meisjes in de fysica’ gehad. Hoewel, dat is misschien een nog hopelozer onderneming. De tien procent eerstejaars meisjes dat instroomt in de technische natuurkunde lijkt wel een natuurconstante.

Drieëndertig jaar, dat is niet niks. Heb ik ooit gedacht om iets anders te gaan doen? Jazeker. Leden van Democratisch Beleid hebben mij ooit voorgedragen voor het universiteitsbestuur. Ik heb gesolliciteerd naar de niet meer bestaande functie van faculteitsbeheerder bij de niet meer bestaande faculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde. Een vage vrijage met informatica dat weer eens in de lift zat en desperaat op zoek was naar docenten is mij bijgebleven, evenals mijn ambities in de richting van de wetenschapsjournalistiek. Allemaal pogingen om weg te komen uit mijn tamelijk uitzichtloze bestaan als practicummedewerker en allemaal in de kiem gesmoord. Gelukkig maar, want als opleidingsdirecteur heb ik weliswaar niet mijn roeping gevolgd, maar wel mijn bestemming gevonden.

Drieëndertig jaar TU, waar moet dat heen? Wat tref ik over vijfendertig jaar aan als ik als honderdjarige een bezoekje aan de TU Delft breng? Nieuwe gebouwen in een nieuwe omgeving? Dat zal wel moeten, want de TU Delft is hard toe aan een facelift. Kijk niet op een dubbeltje, is mijn advies. Een nieuw college van bestuur? Zeker, en met nieuwe ambities. Dat moet wel, want je ontvangt dat topsalaris niet om alles bij het oude te laten. Gevolg is dat wat het ene cvb verandert, door een volgend cvb weer terugveranderd wordt. Let op mijn woorden: ik tref een faculteit Technische Natuurkunde aan met eigen diensten en een faculteitsbestuur dat aan de touwtjes trekt, nauwlettend op de vingers gekeken door een faculteitsraad. De nieuwe medewerkers zijn gemiddeld van een hoger niveau als de R&O-cyclus werkt zoals bedoeld. Maar echte toppers trek je niet aan met bureaucratie. En van die toppers zal de TU Delft het toch moeten hebben, wil ze een topuniversiteit zijn.

Ik heb geen panacee voor alle kwalen, maar ik zou toch willen zeggen: koester je eigen kweek. Zet niet al je kaarten op internationalisering, want internationaal gezien zal de TU Delft een tweede of zelfs derde keus blijven, een enkel vakgebied uitgezonderd. En nieuwe studenten? Die zullen er zijn en ze zullen net zo slim en net zo aardig zijn als nu. Evolutionair gezien is vijfendertig jaar een schijntje. Ze hebben recht op goed onderwijs en daarvoor moeten de docenten aan twee voorwaarden voldoen: enthousiasme en vakkennis. De rest is bijzaak. Dat enthousiasme en die vakkennis draag je het beste over van mens tot mens. De docent zal nooit volledig gedigitaliseerd worden, net zo min als de studenten zappende zombies zullen worden.

Drieëndertig jaar, waarvan zes jaar als opleidingsdirecteur, is dat genoeg? Niet wat mij betreft. Maar met vijfenzestig houdt het op. Een harde knip. Ik moet deze open inrichting, dit MIT-tje aan de Schie vaarwel zeggen. Voor mij gelden van nu af aan de woorden van Voltaire: “Il faut cultiver son jardin”.

Ik zal jullie missen.

Dr. Erik Lagendijk is voormalig columnist van Delta. Hij neemt op 6 juli afscheid als opleidingsdirecteur bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen.

Drieëndertig jaar werk ik nu aan deze universiteit, die door een verbitterde ex-collega een open inrichting werd genoemd. Liever citeer ik mijn naamgenoot (nee, geen familie!) die de TU Delft spottend ‘MIT aan de Schie’ noemde. Ik heb even gegoogled op ‘Delft’ met ‘Schie’ en ik kreeg een alleraardigst Wikipedia-artikel on top. Wist u dat er maar liefst vier Schiën zijn? En dat de naam Delft waarschijnlijk van delven komt omdat grote delen van de Schie gegraven zijn? En dat het kanaal in 1903 is leeggelopen door een dijkdoorbraak? En dat delen van de Schie met het puin van 1940 zijn gedempt?

Ik heb aan de trefwoorden ‘Delft’ en ‘Schie’ ‘MIT’ toegevoegd en de eerste hit is het verslag van een studiereis van studentenraadsfractie AAG naar MIT. Het verslag heeft de mysterieuze titel ‘Try to avoid reacting when you can be a leader’. Ik heb niet de moeite genomen het verslag te lezen, dus het geheim achter deze titel moet nog even een geheim blijven.

Zelf heb ik herhaaldelijk de TU Delft de beste universiteit van Delft genoemd. Dat zou de overspannen ambities van onze bestuurders moeten temperen. Veel effect heeft het niet gehad. Mijn faculteit heeft onlangs nog een taskforce internationalisering in het leven geroepen om de internationale instroom te vergroten. Ik wens de taskforce sterkte toe, maar ik had toch liever een taskforce ‘meer meisjes in de fysica’ gehad. Hoewel, dat is misschien een nog hopelozer onderneming. De tien procent eerstejaars meisjes dat instroomt in de technische natuurkunde lijkt wel een natuurconstante.

Drieëndertig jaar, dat is niet niks. Heb ik ooit gedacht om iets anders te gaan doen? Jazeker. Leden van Democratisch Beleid hebben mij ooit voorgedragen voor het universiteitsbestuur. Ik heb gesolliciteerd naar de niet meer bestaande functie van faculteitsbeheerder bij de niet meer bestaande faculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde. Een vage vrijage met informatica dat weer eens in de lift zat en desperaat op zoek was naar docenten is mij bijgebleven, evenals mijn ambities in de richting van de wetenschapsjournalistiek. Allemaal pogingen om weg te komen uit mijn tamelijk uitzichtloze bestaan als practicummedewerker en allemaal in de kiem gesmoord. Gelukkig maar, want als opleidingsdirecteur heb ik weliswaar niet mijn roeping gevolgd, maar wel mijn bestemming gevonden.

Drieëndertig jaar TU, waar moet dat heen? Wat tref ik over vijfendertig jaar aan als ik als honderdjarige een bezoekje aan de TU Delft breng? Nieuwe gebouwen in een nieuwe omgeving? Dat zal wel moeten, want de TU Delft is hard toe aan een facelift. Kijk niet op een dubbeltje, is mijn advies. Een nieuw college van bestuur? Zeker, en met nieuwe ambities. Dat moet wel, want je ontvangt dat topsalaris niet om alles bij het oude te laten. Gevolg is dat wat het ene cvb verandert, door een volgend cvb weer terugveranderd wordt. Let op mijn woorden: ik tref een faculteit Technische Natuurkunde aan met eigen diensten en een faculteitsbestuur dat aan de touwtjes trekt, nauwlettend op de vingers gekeken door een faculteitsraad. De nieuwe medewerkers zijn gemiddeld van een hoger niveau als de R&O-cyclus werkt zoals bedoeld. Maar echte toppers trek je niet aan met bureaucratie. En van die toppers zal de TU Delft het toch moeten hebben, wil ze een topuniversiteit zijn.

Ik heb geen panacee voor alle kwalen, maar ik zou toch willen zeggen: koester je eigen kweek. Zet niet al je kaarten op internationalisering, want internationaal gezien zal de TU Delft een tweede of zelfs derde keus blijven, een enkel vakgebied uitgezonderd. En nieuwe studenten? Die zullen er zijn en ze zullen net zo slim en net zo aardig zijn als nu. Evolutionair gezien is vijfendertig jaar een schijntje. Ze hebben recht op goed onderwijs en daarvoor moeten de docenten aan twee voorwaarden voldoen: enthousiasme en vakkennis. De rest is bijzaak. Dat enthousiasme en die vakkennis draag je het beste over van mens tot mens. De docent zal nooit volledig gedigitaliseerd worden, net zo min als de studenten zappende zombies zullen worden.

Drieëndertig jaar, waarvan zes jaar als opleidingsdirecteur, is dat genoeg? Niet wat mij betreft. Maar met vijfenzestig houdt het op. Een harde knip. Ik moet deze open inrichting, dit MIT-tje aan de Schie vaarwel zeggen. Voor mij gelden van nu af aan de woorden van Voltaire: “Il faut cultiver son jardin”.

Ik zal jullie missen.

Dr. Erik Lagendijk is voormalig columnist van Delta. Hij neemt op 6 juli afscheid als opleidingsdirecteur bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.