Campus

Karel Luyben: ‘De universiteit is een olietanker’

Rector Magnificus Karel Luyben neemt op 1 januari afscheid van de TU Delft. Als de overheid niet met meer geld over de brug komt, dreigt de TU in een HBO-instelling te veranderen, zegt hij. “De efficiëntie kan niet eindeloos opgeschroefd.”

Karel Luyben: "Artikelen moeten gratis toegankelijk zijn." (Foto: Sam Rentmeester)

 


Do you prefer reading this interview in English? ‘The university is an oil tanker’


Vindt u het tijd om het stokje door te geven?


“Ja en nee. Ik heb dit werk met plezier gedaan. En ik zou het nog wel vier jaar kunnen doen. Maar als je ergens te lang zit, loop je het risico dat je je gedraagt als iemand die alles meent te weten en niet luistert naar anderen. Ik wil de kennis en ervaring die ik heb opgedaan nu elders toepassen.”


In welke staat laat u de TU achter?


“Als je de rankings mag geloven, staan we er goed voor. We zijn de afgelopen tien jaar op vrijwel alle lijstjes gestegen. De waarde daarvan is natuurlijk beperkt. Wat ik vooral positief vind aan de TU is de cultuur. Die verbetert. Er is meer transparantie en minder wantrouwen dan tien jaar geleden.”


Minder wantrouwen dan tien jaar geleden?


“Het is niet zo dat mensen elkaar per definitie vertrouwen. Zou dat wel zo zijn, dan zou je van de universiteit één grote afdeling kunnen maken waarbinnen iedereen perfect samenwerkt. Als er onderzoeksgeld overblijft van een project, gaat dat geld naar het grotere geheel en niet automatisch naar de leider van het betreffende onderzoek. Zo werkt het helaas niet. De meeste onderzoekers houden dat geld in hun eigen potje. Dat is dom want als we dat samen in één ’pot’ stoppen hebben we meer slagkracht en bufferwerking in slechte tijden. Dat vergt onderling vertrouwen.”


‘Die cultuur van vertrouwen bepaalt mede de kwaliteit van de universiteit’


En dat vertrouwen is er onvoldoende?


“Het gaat de goede kant op. Vroeger was de TU hiërarchischer. Overheidsgeld ging naar de afdelingen en vandaaruit naar de secties en verder. Nu gaat het geld naar de afdelingen. Onderzoekers besluiten gezamenlijk wat er mee gebeurt. Die cultuur van vertrouwen bepaalt mede de kwaliteit van de universiteit. Ik geloof dat het voor onderzoekers in zo’n platte structuur makkelijker is om de wereldtop te bereiken. De universiteit telt bijna veertig afdelingen. Ongeveer tien daarvan behoren tot de wereldtop. Ik ga niet zeggen welke, want dan krijg ik problemen. Waarom zijn dat er geen twintig?”


Waarom zijn het er geen twintig?


“Twintig zou ook best kunnen. Kijk naar universiteiten als MIT of ETH Zurich, bij die universiteiten behoort vrijwel elke unit tot de top. Ik geloof dat een platte structuur daarbij helpt. We moeten ons ook meer spitsen op het binnen halen van talent in een vroeg stadium. Naarmate mensen verder zijn in hun carrière, gesetteld met hun gezin en hun financiële zaken voor onderzoek geregeld hebben aan de andere kant van de wereld, is het moeilijker ze hier naartoe te krijgen.”


Hoe stuur je daar op aan als college van bestuur?


“Op korte termijn sturen wij onderzoek niet aan. Behalve sporadisch als we besluiten om meer geld aan bepaalde onderzoeken te geven, zoals onlangs aan blockchain en Urban Water Infrastructure. De universiteit is een olietanker die slechts langzaam zijn koers verlegt. Het is mijn taak om de cultuur te verbeteren. En dat betekent praten. Elke vier weken heb ik een ‘faculty meeting’. Dan nodig ik at random UHD’s, UD’s en hoogleraren uit en debateer ik over allerlei onderwerpen die deze faculty members op de agenda zetten.”


U zult het daar wel vaak over de hoge werkdruk hebben gehad.


“Werkdruk is een catch 22 situation. Twaalf jaar geleden hadden we twaalfduizend studenten. Nu hebben we er 23 duizend. Ook het aantal promoties is in die tijd bijna verdubbeld. Met evenveel personeel en ook het overheidsgeld is niet toegenomen. De efficiëntie kan niet eindeloos opgeschroefd. We moeten onderzoekers adviseren om af en toe eens een onderzoeksvoorstel maar niet te schrijven. En we kunnen de numerus fixus uitbreiden. Doen we dat laatste niet, dan veranderen we op de lange termijn in een hbo-instelling.”


‘We kunnen in Delft niet de hele wereld opleiden’


Veranderen we in een hbo-instelling, hoezo?


“Twaalf jaar geleden konden wij zo’n 75 procent van de middelen van de eerste geldstroom (de rijksbijdrage, red.) steken in onderzoek en de rest in onderwijs. In het jaar 2010, toen ik aantrad als rector, was de balans ook nog redelijk goed. Nu gaat meer dan de helft van dat geld naar onderwijs. Toch blijven we evenveel onderzoek doen. Mensen werken zestig uur per week. Als we nog zo’n stap maken in de verschuiving van de eerste geldstroom, dan worden we bijna een hogeschool, want dan houden we zeker te weinig  geld over voor onderzoek.”


Met de invoering van numerus fixus maakt u zich niet populair onder studenten.


“‘Karel wil niet dat meer mensen hoger onderwijs gaan volgen’, krijg ik altijd te horen als het over de numerus fixus gaat. Het tegendeel is het geval. Maar als de BV Nederland en de BV Europa niet bereid zijn meer geld uit te trekken voor onderwijs, dan hebben we een probleem. Toen we indertijd voor het eerst de numerus fixus instelden bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek was de populariteit van die studie zo groot dat het wel de helft van al het TU-onderwijs voor zijn rekening had kunnen nemen. Wil je dat? Nee. We willen de breedte behouden. Dus moeten mensen iets anders gaan studeren.


We gaan niet voor een ander bepalen wat hij of zij moet studeren. We stellen gewoon grenzen. De behoefte aan bepaalde expertise in de maatschappij is belangrijker dan de kortetermijninteresse van scholieren.


Voor de activiteit ‘De krant lezen met de rector’ heb ik jarenlang studentenhuizen bezocht en gesprekken gevoerd met studenten. De meerderheid komt voor de TU Delft en niet alleen voor een specifieke opleiding. Bijna allemaal hebben ze opleiding B of C als alternatief in hun achterzak en 30 procent is van studie geswitcht. Kortom, een beetje bijsturen maakt volstrekt niet uit.”


Het zou betekenen dat scholieren zonder hoge cijfers straks niet aan de TU kunnen studeren.


“Klopt. We kunnen niet de hele wereld opleiden. Er zijn meer universiteiten in Nederland, en er is het hbo. En wat dacht je van het buitenland? Nederland is klein. We moeten globaal denken. Of in ieder geval Europees. Ik vind dat we een Europees onderwijssysteem moeten optuigen. Het lukt niet om in Europa alle universiteiten op hetzelfde niveau te krijgen. Accepteer dat gewoon en laat de ‘excellente’ universiteiten de ‘excellente’ mensen aannemen. Dat is niet elitair, dat is differentiërend. Na mijn emeritaat ga ik me meer inzetten voor een sterker Europees onderwijssysteem.”


Wat gaat u nog meer doen na uw emeritaat?


“Voorlopig behoud ik een aanstelling van 0,3 fte bij de TU Delft voor mijn activiteiten bij CESAER, een Europees samenwerkingsverband van 51 technische universiteiten. Ik ben en blijf ook actief in het Open Science Policy Platform, een denktank die de Europese Commissie adviseert over open science: denk daarbij aan open acces publicaties, data management en kwesties omtrent integriteit.”


Even een blik vooruit. Waar krijgt de TU in 2030 mee te maken?


“Ik probeer nog verder vooruit te kijken. De levensverwachting van de mens neemt snel toe. Eternal life ligt in het verschiet.”


Dat klinkt als science fiction.


“We moeten ervanuit gaan dat de levensverwachting blijft toenemen. En we moeten ervanuit gaan dat er een hoop technologie nodig zal zijn om mensen gelukkig te houden. Als robots over vijftig jaar al het werk doen, dreigen mensen zich kapot te vervelen. Daar moeten we met zijn allen over nadenken.”


Wie is Karel Luyben


In 1983 werd Karel Luyben (1951) hoogleraar Bioprocestechnologie aan de TU Delft. Van april 1998 tot zijn benoeming tot Rector Magnificus in 2010 was hij decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. Sinds januari 2014 is hij president van CESAER (Conference of European Schools for Advanced Engineering Education and Research). Twee jaar later werd hij lid van de Europese adviesgroep Open Science Policy Platform (OSPP), dat adviseert over het verder ontwikkelen en implementeren van open wetenschapsbeleid om kwaliteit en impact van de Europese wetenschap te verbeteren. Luyben is ook vice-voorzitter van de Economic Board Zuid-Holland.


Lees ook dit afscheid van een onderzoeker aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.