Opinie

Just safetyprocedures

,,Ma’am, can you step aside please?” Ohoh.Mijn enkel zit in het gips. Ik kom net van een rechtstreekse vlucht uit Nederland. In de vliegtuigslurf bleek ik prima zonder krukken te kunnen lopen.

Nu wil ik de Amerikaanse douane passeren. No go.

De douanebeambten weten precies hoever ze mogen gaan. Ze mogen ver gaan. Als zij vinden dat jij Amerika niet in mag, kom jij Amerika niet in. Spreek hun niet tegen en maak geen grappen, want ze hebben geen gevoel voor humor, zo is mij van tevoren verteld. Dus ik ben op mijn hoede, ik durf niet eens te glimlachen.

Piep-piep, ja hoor, de klokken luiden als ik door het pistolenpoortje ga. Nadere inspectie en inderdaad, mijn enkel is de bron. Zouden dat de schroeven zijn die mijn bot bij elkaar houden of is het toch mijn .38 Smith&Wesson revolver, mijn .357-magnum of mijn .22 Ruger pistool. Ik ga tenslotte naar Amerika en daar lopen gevaarlijke gekken rond waartegen een mens zich moet kunnen verdedigen. Well, to say the least, mijn gipsen enkel en ik zijn ‘suspicious’.

Het onderzoek vangt aan met een technisch zeer complexe speurmethode: gipskloppen. Een beambte klopt op allerlei manieren op mijn mooie knalroze enkel met zilvergeglitterd hartje, terwijl zijn ‘supervisor’ met een kritisch oor luistert. Is het gips hol? Zit deze fake foot vol met Hollands Glorie in poedervorm? Is de loop van de blaffer te voelen?

Het klopresultaat is niet bevredigend – they know they’re on to something – dus wordt de toevlucht genomen tot hulpmiddelen. Allereerst een oude bekende, zelf ook veelvuldig toegepast: de breinaald. Gebruikte ik deze ogenuitsteker tegen de jeuk, de douanebeambte begint tamelijk hardhandig met de naald onder mijn gips te maaien. Behalve wat huid, au, weten ze ook wat gips los te wrikken en dat komt in poedervorm naar buiten. Twee neuzen ruiken eraan. Ik kan mij niet voorstellen dat gips naar drugs ruikt, maar zij kennelijk wel. Ik ben nog steeds niet gevrijwaard en het volgende hulpmiddel baart mij zorgen.

Mijn gips is al meermalen vervangen. In het ziekenhuis zijn ze daar goed toe uitgerust. Speciale scharen, een cirkelzaag en geduld maken van het karwei meestal een vrij pijnloze aangelegenheid. De schaar van de douanebeambten is lang niet zo geschikt, maar toch gaat het gips eraf. Daar ligt mijn gezwollen enkeltje. De resten van het gips gaan door de x-ray, terwijl mijn wond nu de interesse wekt. Beetje pulken, hmmm, seems authentic. Ook het gips blijkt onschuldig. Dat mag toch niet echt de verbazing wekken, ik had immers ontkennend geantwoord op de vragen op het douaneformulier over mijn betrokkenheid bij spionageactiviteiten en wapensmokkel. Als ze dat nou eerst hadden gelezen.

Er worden wat excuses gemompeld, ik krijg een tegoedbon voor een medische behandeling en een routebeschrijving naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Ik durf niet te klagen, want als ze me echt willen pesten zijn er natuurlijk nog vele andere mogelijkheden.

Meermalen heb ik deze gebeurtenis overdacht. Stiekem heb ik medus toch gek laten maken met al die indianenverhalen over de Amerikaanse douane. ,,Ma’am, can you step aside please?”, vraagt een beambte als inderdaad de pieper afgaat terwijl ik door de controlepoort loop. Mijn fantasie slaat op hol, maar het andere apparaat waarmee ik word gescand geeft geen piep. ,,Have a pleasant stay, ma’am.”

That’s all folks. Waar ga ik nu mijn column over schrijven?

,,Ma’am, can you step aside please?” Ohoh.

Mijn enkel zit in het gips. Ik kom net van een rechtstreekse vlucht uit Nederland. In de vliegtuigslurf bleek ik prima zonder krukken te kunnen lopen. Nu wil ik de Amerikaanse douane passeren. No go.

De douanebeambten weten precies hoever ze mogen gaan. Ze mogen ver gaan. Als zij vinden dat jij Amerika niet in mag, kom jij Amerika niet in. Spreek hun niet tegen en maak geen grappen, want ze hebben geen gevoel voor humor, zo is mij van tevoren verteld. Dus ik ben op mijn hoede, ik durf niet eens te glimlachen.

Piep-piep, ja hoor, de klokken luiden als ik door het pistolenpoortje ga. Nadere inspectie en inderdaad, mijn enkel is de bron. Zouden dat de schroeven zijn die mijn bot bij elkaar houden of is het toch mijn .38 Smith&Wesson revolver, mijn .357-magnum of mijn .22 Ruger pistool. Ik ga tenslotte naar Amerika en daar lopen gevaarlijke gekken rond waartegen een mens zich moet kunnen verdedigen. Well, to say the least, mijn gipsen enkel en ik zijn ‘suspicious’.

Het onderzoek vangt aan met een technisch zeer complexe speurmethode: gipskloppen. Een beambte klopt op allerlei manieren op mijn mooie knalroze enkel met zilvergeglitterd hartje, terwijl zijn ‘supervisor’ met een kritisch oor luistert. Is het gips hol? Zit deze fake foot vol met Hollands Glorie in poedervorm? Is de loop van de blaffer te voelen?

Het klopresultaat is niet bevredigend – they know they’re on to something – dus wordt de toevlucht genomen tot hulpmiddelen. Allereerst een oude bekende, zelf ook veelvuldig toegepast: de breinaald. Gebruikte ik deze ogenuitsteker tegen de jeuk, de douanebeambte begint tamelijk hardhandig met de naald onder mijn gips te maaien. Behalve wat huid, au, weten ze ook wat gips los te wrikken en dat komt in poedervorm naar buiten. Twee neuzen ruiken eraan. Ik kan mij niet voorstellen dat gips naar drugs ruikt, maar zij kennelijk wel. Ik ben nog steeds niet gevrijwaard en het volgende hulpmiddel baart mij zorgen.

Mijn gips is al meermalen vervangen. In het ziekenhuis zijn ze daar goed toe uitgerust. Speciale scharen, een cirkelzaag en geduld maken van het karwei meestal een vrij pijnloze aangelegenheid. De schaar van de douanebeambten is lang niet zo geschikt, maar toch gaat het gips eraf. Daar ligt mijn gezwollen enkeltje. De resten van het gips gaan door de x-ray, terwijl mijn wond nu de interesse wekt. Beetje pulken, hmmm, seems authentic. Ook het gips blijkt onschuldig. Dat mag toch niet echt de verbazing wekken, ik had immers ontkennend geantwoord op de vragen op het douaneformulier over mijn betrokkenheid bij spionageactiviteiten en wapensmokkel. Als ze dat nou eerst hadden gelezen.

Er worden wat excuses gemompeld, ik krijg een tegoedbon voor een medische behandeling en een routebeschrijving naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Ik durf niet te klagen, want als ze me echt willen pesten zijn er natuurlijk nog vele andere mogelijkheden.

Meermalen heb ik deze gebeurtenis overdacht. Stiekem heb ik medus toch gek laten maken met al die indianenverhalen over de Amerikaanse douane. ,,Ma’am, can you step aside please?”, vraagt een beambte als inderdaad de pieper afgaat terwijl ik door de controlepoort loop. Mijn fantasie slaat op hol, maar het andere apparaat waarmee ik word gescand geeft geen piep. ,,Have a pleasant stay, ma’am.”

That’s all folks. Waar ga ik nu mijn column over schrijven?

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.