Campus

‘Jullie gaan magie standaardiseren’

Een marathonvergadering à la eurocrisis was het nu ook weer niet, toch was het ook bij TBM vorige week flink bakkeleien tijdens de serious game Setting the Standard.


Autorijden zonder het stuur of het gaspedaal aan te raken en een lift oproepen zonder het knopje in te drukken. De mogelijkheden lijken haast oneindig met de nieuwe fictieve technologie Mind motion (Mimo), waarbij het je hersengolven zijn die alles in beweging zetten. Het enige wat je hoeft te doen is aan een bepaald symbool te denken. Een antenne vangt die gedachtes op en communiceert ze naar het desbetreffende apparaat.


Maar wil deze technologie echt van de grond komen, is het zaak dat industriële partijen, belangengroeperingen en overheid betere afspraken maken over de technische specificaties; over bijvoorbeeld de frequentie waarmee antennes je gedachtes uitlezen (de samplingfrequentie) en het aantal symbolen dat zij herkennen. Om die afspraken, die moeten leiden tot een breder gedragen tweede generatie Mimo (Mimo 2.0), draaide het spel Setting the Standard, waaraan een twintigtal mensen vorige week meedeed bij de faculteit

Techniek, Bestuur en Management (TBM).


Onder de deelnemers zaten studenten en onderzoekers van TBM, ambtenaren van ministeries en mensen van ontwerp- en adviesbureaus. Allen hadden tot doel inzicht te krijgen in de politieke intriges, list, bedrog en onderhandelingstactieken die bij standaardiseringsprocessen komen kijken.

“Het klinkt als magie”, zegt een deelneemster, wanneer tijdens de introductie de technologie wordt uitgelegd. “Het ís ook magie”, lacht spelleidster dr. Tineke Egyedi (TBM) die het spel samen met het bedrijf United Knowledge heeft ontwikkeld. “En jullie gaan die magie standaardiseren.”


De rollen worden verdeeld. Iedereen krijgt op een papiertje welke belangen hij of zij moet behartigen. De rijkste partij aan de onderhandelingstafel is Peoplecar. Deze immense autofabrikant doet al experimenten met Mimo en cruise control. Naast Peoplecar zitten de slinkse lobbyisten van Bandwagon. Bandwagon is de underdog van het spel. Het bedrijf heeft geen geld om te innoveren en kan zich daardoor niet op zoiets nieuws en geavanceerd als mind motion storten. Bandwagon is er stiekem op uit om het onderhandelingsproces te torpederen om te voorkomen dat de technologie een te hoge vlucht neemt.


Peoplecar en enkele andere innovatieve bedrijven willen een hogere samplingfrequency in Mimo 2.0. Datzelfde wil ook gehandicaptenorganisatie Move Ahead, die hoopt dat de technologie allerlei nieuwe mogelijkheden biedt aan gehandicapten. Toch zitten de partijen niet allemaal op een lijn. De een wil een verdubbeling van de frequentie, de andere wil nog verder gaan.


Het gebakkelei schiet de minister van public health and mind control, die ook is aangeschoven, in het verkeerde keelgat. “Dit kan zo niet”, zegt hij. “Als jullie eerder met elkaar hadden overlegd, dan was dit alles alleen nog maar formaliteit geweest. Wij willen de regulering van de standaard straks aan jullie overlaten, maar dan moet er eensgezindheid zijn.”


Bandwagon strooit nog eens extra roet in het eten door te stellen dat de veiligheidsaspecten van die hogere frequenties nog helemaal niet goed onderzocht zijn. Daarop onthoudt de minister, die nul verstand heeft van de technologie blijkt te hebben, zich van stemmen.


De onderhandelingen gaan zo nog een paar uur door. Stapje voor stapje krijgt Mimo 2.0 toch gestalte. Maar aan het eind van het spel blijken veel partijen niet heel gelukkig met de uitkomst.


Deelnemer Ko Mies, die bij een adviesbureau werkt, herkent het hele gebeuren. “Allerlei soorten mist krijg je. Als je dit spel tien keer doet, verloopt het tien keer op een andere manier. In het echt duren zulke processen jaren. Uiteindelijk wordt iedereen moe en krijg je een compromis waarvan je je kunt afvragen of het eigenlijk wel echt een standaard is, want vaak komen er dan nog juristen aan te pas en verzandt de boel in juridische procedures.”


“Ik ben gechoqueerd”, zegt speler Pieter Wisse, die een ontwerpbureau heeft en tijdens het spel de belangen behartigde van Technoplug, het fictieve bedrijf dat Mimo bedacht heeft. “Standaardisatie heeft een positief imago, maar het is een proces met allemaal verborgen belangen. Je wordt verneukt waar je bij zit.” 

Al eeuwen komt een groot deel van wat we op school leren over driehoeken, lijnen en cirkels uit ‘De elementen’. Bijvoorbeeld het hiernaast geïllustreerde feit dat tegenoverliggende hoeken gelijk aan elkaar zijn. Wiskundige, schrijver en ingenieur Oliver Byrne besloot rond 1847 om de werken van Euclides te vertalen in kleurrijke plaatjes. Hij hoopte zo de bewijzen te vereenvoudigen voor de gemiddelde lezer. In zijn inleiding schreef hij dat als de illustraties de studietijd niet verkortten, ze die dan tenminste aangenamer zou maken.
Byrne schreef een hele reeks boeken over wiskunde en techniek. Hij zocht steeds nieuwe didactische methoden om ingewikkelde dingen helder uit te leggen. Wiskundigen namen Byrne echter niet serieus. De invloedrijke Augustus De Morgen noemde hem een middelmatige wiskundige en Byrne werd algemeen gezien als een excentriekeling. Het is ook niet helemaal duidelijk hoe succesvol Byrnes boeken in zijn tijd waren. De laatste decennia werden Byrnes versie van ‘De elementen’ herontdekt door grafisch ontwerpers. Zij roemden de heldere lijnen en het kleurgebruik. Byrne werd gezien als een voorloper van Mondriaan en De Stijl. Originele uitgaven waren ineens vele duizenden euro’s waard. Daarom is het mooi dat Taschen nu een betaalbare heruitgave uitbrengt. Het boek is prachtig verzorgd, de elementaire kleuren komen goed tot hun recht op mooi, dik papier. In een apart bijgevoegd boekje schrijft historicus en wiskundige Werner Oechslin (in Frans, Engels en Duits) over de achtergronden bij het werk. Zijn essay is nogal academisch en vertelt helaas weinig over Byrne zelf.

De bewijzen van Byrne zijn niet allemaal helder en gemakkelijk te lezen. In zekere zin is hij dus niet geslaagd in zijn oorspronkelijke bedoeling. Maar zijn platen zijn zo mooi, dat zelfs de strengste wiskundige zal vallen voor de esthetiek ervan. Om over ontwerpers nog maar te zwijgen.  

Oliver Byrne, Six Books Of Euclid, Werner Oechslin en Oliver Byrne, 464 pagina’s, Taschen, € 46,99

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.