Wetenschap

Je telefoon als treinkaartje

Fiets in de stalling, sprintje naar de stationshal, OV-chipkaart langs de scanner en dan maar hopen op een zitplaats. Voor de meeste reizigers is het een automatisme.

Maar eenmaal in de coupé slaat de twijfel toe. Had je wel ingecheckt? En hoeveel saldo heb je nog? Industrieel ontwerper Thijs Niks onderzocht voor zijn afstudeerproject hoe je dat inzichtelijker maakt.


Thijs Niks

Onderzoek: ‘Making the invisible visible’

Eindcijfer: 8,5


Ach ja, dat papieren trein- en strippenkaartje – herinner jij het je nog? Je raakte het altijd kwijt en wanneer je bijna het station van bestemming binnenrolde, kwam het verfomfaaid tevoorschijn tussen de studieboeken onderin je tas. Hulde voor de OV-chipkaart, zou je zeggen, maar ook die kent zo zijn nadelen.


“Het grootste aanhoudende probleem is dat mensen niet weten wat hun status is”, zegt Thijs Niks (25), die onlangs zijn afstudeerpresentatie hield over dit onderwerp. “Vroeger wist je wat je had. Op je NS-kaartje stond: je reist van Delft naar Amsterdam, in de tweede klas en dat kost twaalf euro. Nu staat die informatie wel op de incheckpaal, maar in zijn automatisme kijkt bijna niemand daarnaar. Online zijn je gegevens ook te bekijken, maar die zijn nooit helemaal up-to-date. Het duurt vijftien minuten tot 24 uur tot die is bijgewerkt en in de tussentijd heb jij alweer vijf keer in een andere bus gezeten. Het overgrote deel van de reizigers zou dus gebaat zijn bij een pas met een groot display, óf een smartphone-app waarop continu het actuele saldo en je status (ingecheckt of uitgecheckt) beschikbaar zijn.”


Niks deed zijn onderzoek in een zogenaamd afstudeerlab, waarin hij samenwerkte met twee andere IO-studenten – een zeldzaamheid op de faculteit. “In de eerste fase hebben we met zijn drieën een analyse uitgevoerd van de huidige OV-chipkaart. Hoe werkt hij en waarom? We hebben interviews gehouden met openbaarvervoersbedrijven en het ministerie, OV-systemen in Londen en Hongkong bekeken en reizigers gevolgd. Daarna heb ik me in mijn eentje gericht op het zichtbaar maken van de kaartinformatie.” Het kostte hem in totaal een jaar.


“Ik heb diverse opties onderzocht. Een sleutelhanger die je tegen je chipkaart aanhoudt en die vervolgens de informatie uitleest, bijvoorbeeld. Maar mensen bleken het meest enthousiast over de app. Meer dan de helft van de Nederlanders heeft een smartphone, onder OV-reizigers is dat zelfs zeventig procent. Van de ondervraagden wilde het grootste deel zijn tram-, bus- of treinkaartje graag ook kunnen betalen met de app, maar dat is niet meteen haalbaar. Je hebt te maken met allerlei verschillende fabrikanten van mobiele telefoons, dus verschillende systemen. Bovendien staat er nu eenmaal al allerlei apparatuur in trams, bussen, treinen en op stations – die kun je niet zomaar vervangen door een ander systeem.” Dus ontvangen reizigers met de app van Niks een barcode op hun scherm, die ze bij de incheckpaal kunnen scannen.


En de mensen zonder smartphone dan? “Die zouden de OV-chipkaart met display krijgen”, zegt de industrieel ontwerper. “Dat is tenminste de aanbeveling in mijn onderzoek. Die zijn misschien wat duurder in productie, maar met alle gebruikers die overstappen naar mijn app, hoeven er ook veel minder van gemaakt te worden.”


Niks is ondertussen aan het werk in zijn eigen ontwerpbureau, Bruns & Niks, dat digitale producten ontwerpt. Zodra de overige studenten uit zijn afstudeerlab zijn afgestudeerd, houdt de groep een symposium om hun bevindingen te presenteren aan het ministerie van infrastructuur, de provinciën, stadsregio’s, NS, RET en Rover. “Zij steunen ons onderzoek en willen ook graag dat reizen met de OV-chipkaart beter wordt.” Hoe groot de kans is dat ze zijn app – al dan niet aangevuld met OV-chipkaart met display – daadwerkelijk in gebruik nemen, kan Niks niet inschatten. “Daarvoor zijn eerst uitgebreide tests nodig met echte reizigers.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.