‘Je hebt nog tot je 68ste om voor een bedrijf te werken’

TBM-alumnus Occo Roelofsen had zo’n sterk tegengeluid waarschijnlijk niet verwacht. De stelling waarmee hij zijn lezing afsloot, leek zo tam. ‘Echte externe projecten moeten een cruciaal onderdeel uitmaken van het onderwijs bij TBM’, zo had hij de zaal voorgehouden, gisteren tijdens een debat over de toekomst van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. 

De zaal stemde massaal voor. Maar helemaal op de voorste rij ging er toch een rood papiertje de lucht in. Transporthoogleraar prof.dr.ir. Caspar Chorus, die na Roelofsen het woord zou nemen, was het er niet mee eens.

Roelofsen, werkzaam bij McKinsey & Company, en Chorus waren de hoofdsprekers tijdens het debat over de toekomst van TBM. Hoe zal TBM er over 25 jaar uitzien? Wat voor onderwijs verzorgt de faculteit in 2042 en wat voor onderzoek verricht het? Die vragen stonden centraal tijdens het debat dat georganiseerd was in het kader van het 25-jarig lustrum van de faculteit.

Analytical fire fighters

“Door kennis te maken met het bedrijfsleven, leer je dat bepaalde processen niet altijd verlopen zoals in de theorieboeken beschreven”, beargumenteerde de alumnus. Het bleek het startschot voor een levendig debat.

“Dit is een universiteit, een unieke plek”, riposteerde Chorus. “In de luttele jaren dat studenten hier zijn, worden ze gevormd tot analytical fire fighters.” Later sprak hij van analytical power houses. “Waarom zou je juist gedurende die paar jaar buiten de universiteit gaan rondneuzen. Met een beetje pech heb je als student tot je 68^ste om dat te doen.”

Chorus kreeg bijval van dr.ir. Igor Nikolic, van de onderzoeksgroep energy and industry. “De taken die studenten krijgen als ze stage lopen bij bedrijven stellen vaak weinig voor”, zei de strijdvaardige Nikolic.

‘De universiteit is een fontein van kennis’

Nikolic vergeleek de universiteit met een fontein van kennis waar bedrijven hun voordeel mee kunnen doen. “Wij lopen met onze geavanceerde onderzoekstechnieken twintig jaar voor op het bedrijfsleven. Wat wij hier doen is rocket science. Bedrijven mogen in hun handen knijpen met de laatste inzichten van deze fountain of knowledge.”

Roelofsen bleef er bij dat hij het tijdens zijn studie toch erg fijn had gevonden om stage te lopen bij een bedrijf. “Als je dat halverwege je studie doet, volg je de colleges gedurende de rest van je studie toch net iets anders. Je hebt ervaren wat leiderschap inhoudt en wat de belangen kunnen zijn van verschillende stakeholders.”

Aan zijn zijde vond Roelofsen emeritushoogleraar beleidsanalyse prof.dr. Warren Walker. “Veel mensen hier aan de universiteit snappen niet waarom TBM onderdeel uitmaakt van de TU. Wij vervullen een andere rol dan de andere faculteiten. Wij zijn er om een brug te slaan tussen techniek en beleid. Dat doen we door in iedere wereld één been te hebben. Ons hele onderwijscurriculum is hierop gestoeld.”

TBM-decaan Hans Wamelink sprak zich niet duidelijk uit over de kwestie. Mogelijk wilde hij zijn kruit nog drooghouden. Over een paar weken presenteert hij het meerjarenplan voor de faculteit.

Caspar Chorus  schreef in februari een opiniestuk op deze website dat veel stof deed opwaaien: ‘TU moet helpen om burn-outs te voorkomen’.

 

Dit artikel is op 11 oktober 2017 aangepast.

De oorspronkelijke intro luidde:

‘Het onderwijs bij TBM moet op de schop, vindt transporthoogleraar Caspar Chorus. Hij vindt het zonde dat studenten gedurende de luttele jaren dat ze aan de universiteit zijn, stage lopen bij bedrijven.’

De intro is aangepast omdat de huidige TB-opleiding geen stages bevat als onderdeel van de studie. “Mijn betoog tijdens het debat is dus te beschouwen als een verdediging van de status quo; het regelrechte tegendeel van de in het artikel gesuggereerde oproep om het onderwijs van de faculteit op de schop te gooien”, mailde Casper Chorus aan de redactie.

Chorus: “Ten tweede: mij werd tijdens een intern debat gevraagd te reageren op een stelling – ‘Echte externe projecten moeten een cruciaal onderdeel uitmaken van het onderwijs bij TBM’ – die ik niet van te voren had ingezien. Toen ik zag dat de overgrote meerderheid van de aanwezigen het met die stelling eens was, liet ik de zaal duidelijk weten dat ik het tegenovergestelde standpunt in zou nemen om de boel wat op te schudden.

Dat laatste zinsdeel is hier natuurlijk cruciaal. Ik sta wel achter mijn mening (dat de TB-opleiding geen externe stages zou moeten stimuleren of organiseren).”