Campus

‘Je haalt kritische studenten in huis’

Vorige week ontving de eerste lichting master of science-studenten hun bul. In twee jaar tijd nam het aantal instromende masterstudenten toe van elf naar vijftig.

Het eind van de groei is voorlopig nog niet in zicht.

,,De afgestudeerde MSc-studenten zijn je beste ambassadeurs”, zegt het hoofd van het Delftse Master of Science-bureau, dr. Annamarie Rima. ,,We hebben nu twee jaar proefgedraaid. Omdat het merendeel van de studenten dit jaar geen beurs heeft, moeten we nu met een goed en volwaardig masterprogramma komen. Met een collegegeld van dertienduizend gulden haal je kritische studenten in huis.”

Drie jaar geleden begon de TU met het opzetten de mastersopleidingen. Geholpen door een startsubsidie van een ton ontwikkelden zes faculteiten een apart Engelstalig programma voor hun vierde en vijfde studiejaar. Twee jaar geleden melden de eerste studenten elf studenten zich voor de tweejarige Delftse opleiding, bijna allemaal Indonesiërs.

Dit jaar meldden zich 230 buitenlandse studenten aan, waarvan na selectie ruim vijftig toegelaten werden. Ze kunnen kiezen uit elf opleidingen. De belangstelling voor bouwkunde, technische bestuurskunde en technische informatica is zo groot dat de faculteiten hun eigen MSc-klasje kunnen beginnen.

Door de start van een MSc-programma krijgen opleidingen een kans om hun onderwijsprogramma te vernieuwen, meent Rima. ,,Het is niet de bedoeling dat het bestaande curriculum exact vertaald wordt in het Engels. Hierdoor kunnen ze worden afgestemd op de meest actuele vraag op de onderwijsmarkt.”
Vragenuurtje

De vijftig buitenlandse studenten die dit jaar in Delft beginnen, vertegenwoordigen bijna vijfentwintig landen. ,,Dat maakt de noodzaak van een summerschool duidelijk”, meent Rima. ,,We hebben gezien dat cultuurverschillen hinderlijk kunnen zijn in onderwijssituaties. Als het stellen van vragen bijvoorbeeld niet gebruikelijk is in een bepaalde cultuur, is het niet ook nuttig om een vragenuurtje voor die studenten in te stellen. Dan kun je na tien minuten zwijgen wel weer naar huis gaan.”

Hoewel de vraag het aanbod overtreft, blijft de TU wel werven in het buitenland. De selling points zijn de geografische ligging van Nederland als gateway to Europe en de centrale positie van Delft in de Randstad. Ook de mogelijkheden voor huisvesting en de veiligheid van Delft worden aangeprezen. ,,Belangrijke informatie voor de ouders”, weet Rima over dat laatste. ,,Daarnaast vinden buitenlandse studenten het prettig om te horen dat er in Engels wordt gesproken op hetzelfde niveau als zij doen. Native speakers van het Engels spreken vaak te geavanceerd.”

Rima heeft gemerkt dat marketinginspanningen van de TU in sommige landen niet werken. ,,Het gaat dan bijvoorbeeld om Japan of Zuid-Afrika die in eigen land genoeg aanbod hebben. Zo zul je ook moeilijk Amerikaanse of Engelse studenten werven voor een MSc-programma.”

Voor volgend jaar is de target van de TU vijfenzeventig studenten, het jaar daarop honderd. Wat Rima betreft wordt er voorlopig nog geen bovengrens ingesteld. ,,Eigenlijk zouden alle MSc-studenten op den duur in het reguliere, Engelstalige, bovenbouwprogramma van de TU-opleidingen moeten instromen. Dan zou het MSc-bureau overbodig zijn en opgeheven kunnen worden. Dat zou mooi zijn.”
Verlangen_naar_Andini

Een grotere opoffering is amper denkbaar. Ir. Anita Pharmatrisanti had een baby van een paar maanden toen ze begin 1997 hoorde dat ze toegelaten was tot de Delftse MSc-opleiding. Ook haar man ir. Didik Sudarmadi, werknemer bij het elektriciteitsbedrijf PLN, kwam door de MSc-selectie heen. Dochter Andini Rahmawati lieten ze – met pijn in het hart – achter bij Pharmatrisanti’s ouders. ,,Mijn moeder had me al eens geadviseerd naar de University of Calfornië in Los Angeles te gaan, maar ik kreeg geen beurs geregeld. Toen we in de krant lazen dat de TU Delft vijftig beurzen ter beschikking stelde, twijfelde ik niet. Dit was een geweldige kans, die ik niet voorbij mocht laten gaan.”

Langzamerhand wenden ze aan het Nederlandse klimaat en de cultuur. De hechte MSc-groep was daarbij een flinke hulp. Het echtpaar bleef zich wel voortdurend verbazen over de totale afwezigheid van godsdienst in het openbare leven. Hij lacht: ,,Ik hoorde van een collega dat hier alleen maar ouderen in de christelijke kerken zitten.” Pharmatrisanti en Sudarmadi zijn overtuigde moslims, die zich vijf keer per dag in gebed naar Mekka wenden. Ze konden voor hun gebed gebruik maken van een kamer in het gebouw van Elektrotechniek. Op vrijdag toog Sudarmadi voor gebed naar het Sportcentrum. Tijdens hun MSc-periode ondernamen ze bovendien nog een pelgrimstocht van drie weken naar de heilige stad.

Vorig jaar kwamen Pharmatrisanti’s ouders en dochter Andini langs bij hun kamer aan de Balthasar van der Polweg. ,,Het was fijn, maar ook wel moeilijk natuurlijk,” zegt Anita. ,,Het duurde drie dagen voor Andini vertrouwd met ons was.” Een foto van Andini op de schouders van haar oma sierde vanaf dat moment hun homepage – het wereldwijde web kregen ze ook in Delft onder de knie. Per e-mail konden ze het contact met Pharmatrisanti’s ouders onderhouden.

Afgelopen dinsdag vlogen de twee verse Delftse ingenieurs terug naar Indonesië. Eindelijk herenigd met hun dochter. De kennis die ze in Delft hebben opgedaan is daar maar ten dele bruikbaar. Sudarmadi deed bijvoorbeeld onderzoek naar windenergie. ,,In Indonesië waait het niet vaak genoeg om windmolens te laten draaien,”verklaart hij. De belangrijkste les die ze hier geleerd hebben, is misschien wel de waarde van procedures, agenda’s en planning. ,,Dat zal bij terugkomst nog wel even wennen zijn. Hier ben je gewend dat mensen zich precies aan afspraken houden. In Indonesië hoeft dat niet per se.”
Cum laude

,,Wij laten zelden het achterste van onze tong zien. Nederlanders zijn veel meer gewend voor hun mening uit te komen. Ze denken ook veel minder hiërarchisch dan wij. Studenten en hun hooglerarengaan hier heel gemakkelijk met elkaar om.” Ir. Buyung Agusdinata, afgestudeerde van de technische universiteit (ITP) van Bandung in Indonesië, voelde zich wel thuis in de open, informele sfeer op de faculteit Lucht- en ruimtevaart. Vaak zocht hij de discussie met studenten en promovendi. Waarbij hij, opmerkelijk genoeg, het ‘progressieve’ standpunt vertolkte.

,,We discussieerden nogal eens over het Nederlandse belastingsysteem. De studenten hier vinden zestig procent te veel. Ze houden er niet van uitkeringstrekkers te ondersteunen. Ik ben een grotere aanhanger van de Nederlandse verzorgingsstaat dan zij.” Buyung leerde ook Nederlands, ,,omdat ik bang was geïsoleerd te raken”.

Als lid van de eerste lichting MSc-studenten was hij een pionier. Een klasje was er bij L&R niet. ,,Ik vond dat juist prettig. Ik kon mijn eigen curriculum in elkaar zetten en daardoor ook vakken in Leiden en Rotterdam volgen. Ik sprak regelmatig met de docenten de stof door.”

Buyung gedijde uitstekend bij dat privé-onderwijs. Zijn analyse van de samenwerking tussen vliegtuigmaatschappijen bij de training van vliegers werd cum laude gehonoreerd. Samen met zijn begeleider prof.ir. K. Smit wil hij een artikel aanbieden bij een gezaghebbend tijdschrift. De analytische vaardigheden die hij in Delft heeft opgedaan, hoopt hij uiteindelijk in een baan als management consultant voor de vliegtuigmaatschappijen en -industrieën te benutten. ,,Management consultancy gebeurt nu vooral door westerse bureaus zoals McKinsey. Ze werken wel met Indonesische consultants, maar de top is Europees. Ik hoop er aan bij te dragen dat dat verandert.”

Vorige week ontving de eerste lichting master of science-studenten hun bul. In twee jaar tijd nam het aantal instromende masterstudenten toe van elf naar vijftig. Het eind van de groei is voorlopig nog niet in zicht.

,,De afgestudeerde MSc-studenten zijn je beste ambassadeurs”, zegt het hoofd van het Delftse Master of Science-bureau, dr. Annamarie Rima. ,,We hebben nu twee jaar proefgedraaid. Omdat het merendeel van de studenten dit jaar geen beurs heeft, moeten we nu met een goed en volwaardig masterprogramma komen. Met een collegegeld van dertienduizend gulden haal je kritische studenten in huis.”

Drie jaar geleden begon de TU met het opzetten de mastersopleidingen. Geholpen door een startsubsidie van een ton ontwikkelden zes faculteiten een apart Engelstalig programma voor hun vierde en vijfde studiejaar. Twee jaar geleden melden de eerste studenten elf studenten zich voor de tweejarige Delftse opleiding, bijna allemaal Indonesiërs.

Dit jaar meldden zich 230 buitenlandse studenten aan, waarvan na selectie ruim vijftig toegelaten werden. Ze kunnen kiezen uit elf opleidingen. De belangstelling voor bouwkunde, technische bestuurskunde en technische informatica is zo groot dat de faculteiten hun eigen MSc-klasje kunnen beginnen.

Door de start van een MSc-programma krijgen opleidingen een kans om hun onderwijsprogramma te vernieuwen, meent Rima. ,,Het is niet de bedoeling dat het bestaande curriculum exact vertaald wordt in het Engels. Hierdoor kunnen ze worden afgestemd op de meest actuele vraag op de onderwijsmarkt.”
Vragenuurtje

De vijftig buitenlandse studenten die dit jaar in Delft beginnen, vertegenwoordigen bijna vijfentwintig landen. ,,Dat maakt de noodzaak van een summerschool duidelijk”, meent Rima. ,,We hebben gezien dat cultuurverschillen hinderlijk kunnen zijn in onderwijssituaties. Als het stellen van vragen bijvoorbeeld niet gebruikelijk is in een bepaalde cultuur, is het niet ook nuttig om een vragenuurtje voor die studenten in te stellen. Dan kun je na tien minuten zwijgen wel weer naar huis gaan.”

Hoewel de vraag het aanbod overtreft, blijft de TU wel werven in het buitenland. De selling points zijn de geografische ligging van Nederland als gateway to Europe en de centrale positie van Delft in de Randstad. Ook de mogelijkheden voor huisvesting en de veiligheid van Delft worden aangeprezen. ,,Belangrijke informatie voor de ouders”, weet Rima over dat laatste. ,,Daarnaast vinden buitenlandse studenten het prettig om te horen dat er in Engels wordt gesproken op hetzelfde niveau als zij doen. Native speakers van het Engels spreken vaak te geavanceerd.”

Rima heeft gemerkt dat marketinginspanningen van de TU in sommige landen niet werken. ,,Het gaat dan bijvoorbeeld om Japan of Zuid-Afrika die in eigen land genoeg aanbod hebben. Zo zul je ook moeilijk Amerikaanse of Engelse studenten werven voor een MSc-programma.”

Voor volgend jaar is de target van de TU vijfenzeventig studenten, het jaar daarop honderd. Wat Rima betreft wordt er voorlopig nog geen bovengrens ingesteld. ,,Eigenlijk zouden alle MSc-studenten op den duur in het reguliere, Engelstalige, bovenbouwprogramma van de TU-opleidingen moeten instromen. Dan zou het MSc-bureau overbodig zijn en opgeheven kunnen worden. Dat zou mooi zijn.”
Verlangen_naar_Andini

Een grotere opoffering is amper denkbaar. Ir. Anita Pharmatrisanti had een baby van een paar maanden toen ze begin 1997 hoorde dat ze toegelaten was tot de Delftse MSc-opleiding. Ook haar man ir. Didik Sudarmadi, werknemer bij het elektriciteitsbedrijf PLN, kwam door de MSc-selectie heen. Dochter Andini Rahmawati lieten ze – met pijn in het hart – achter bij Pharmatrisanti’s ouders. ,,Mijn moeder had me al eens geadviseerd naar de University of Calfornië in Los Angeles te gaan, maar ik kreeg geen beurs geregeld. Toen we in de krant lazen dat de TU Delft vijftig beurzen ter beschikking stelde, twijfelde ik niet. Dit was een geweldige kans, die ik niet voorbij mocht laten gaan.”

Langzamerhand wenden ze aan het Nederlandse klimaat en de cultuur. De hechte MSc-groep was daarbij een flinke hulp. Het echtpaar bleef zich wel voortdurend verbazen over de totale afwezigheid van godsdienst in het openbare leven. Hij lacht: ,,Ik hoorde van een collega dat hier alleen maar ouderen in de christelijke kerken zitten.” Pharmatrisanti en Sudarmadi zijn overtuigde moslims, die zich vijf keer per dag in gebed naar Mekka wenden. Ze konden voor hun gebed gebruik maken van een kamer in het gebouw van Elektrotechniek. Op vrijdag toog Sudarmadi voor gebed naar het Sportcentrum. Tijdens hun MSc-periode ondernamen ze bovendien nog een pelgrimstocht van drie weken naar de heilige stad.

Vorig jaar kwamen Pharmatrisanti’s ouders en dochter Andini langs bij hun kamer aan de Balthasar van der Polweg. ,,Het was fijn, maar ook wel moeilijk natuurlijk,” zegt Anita. ,,Het duurde drie dagen voor Andini vertrouwd met ons was.” Een foto van Andini op de schouders van haar oma sierde vanaf dat moment hun homepage – het wereldwijde web kregen ze ook in Delft onder de knie. Per e-mail konden ze het contact met Pharmatrisanti’s ouders onderhouden.

Afgelopen dinsdag vlogen de twee verse Delftse ingenieurs terug naar Indonesië. Eindelijk herenigd met hun dochter. De kennis die ze in Delft hebben opgedaan is daar maar ten dele bruikbaar. Sudarmadi deed bijvoorbeeld onderzoek naar windenergie. ,,In Indonesië waait het niet vaak genoeg om windmolens te laten draaien,”verklaart hij. De belangrijkste les die ze hier geleerd hebben, is misschien wel de waarde van procedures, agenda’s en planning. ,,Dat zal bij terugkomst nog wel even wennen zijn. Hier ben je gewend dat mensen zich precies aan afspraken houden. In Indonesië hoeft dat niet per se.”
Cum laude

,,Wij laten zelden het achterste van onze tong zien. Nederlanders zijn veel meer gewend voor hun mening uit te komen. Ze denken ook veel minder hiërarchisch dan wij. Studenten en hun hooglerarengaan hier heel gemakkelijk met elkaar om.” Ir. Buyung Agusdinata, afgestudeerde van de technische universiteit (ITP) van Bandung in Indonesië, voelde zich wel thuis in de open, informele sfeer op de faculteit Lucht- en ruimtevaart. Vaak zocht hij de discussie met studenten en promovendi. Waarbij hij, opmerkelijk genoeg, het ‘progressieve’ standpunt vertolkte.

,,We discussieerden nogal eens over het Nederlandse belastingsysteem. De studenten hier vinden zestig procent te veel. Ze houden er niet van uitkeringstrekkers te ondersteunen. Ik ben een grotere aanhanger van de Nederlandse verzorgingsstaat dan zij.” Buyung leerde ook Nederlands, ,,omdat ik bang was geïsoleerd te raken”.

Als lid van de eerste lichting MSc-studenten was hij een pionier. Een klasje was er bij L&R niet. ,,Ik vond dat juist prettig. Ik kon mijn eigen curriculum in elkaar zetten en daardoor ook vakken in Leiden en Rotterdam volgen. Ik sprak regelmatig met de docenten de stof door.”

Buyung gedijde uitstekend bij dat privé-onderwijs. Zijn analyse van de samenwerking tussen vliegtuigmaatschappijen bij de training van vliegers werd cum laude gehonoreerd. Samen met zijn begeleider prof.ir. K. Smit wil hij een artikel aanbieden bij een gezaghebbend tijdschrift. De analytische vaardigheden die hij in Delft heeft opgedaan, hoopt hij uiteindelijk in een baan als management consultant voor de vliegtuigmaatschappijen en -industrieën te benutten. ,,Management consultancy gebeurt nu vooral door westerse bureaus zoals McKinsey. Ze werken wel met Indonesische consultants, maar de top is Europees. Ik hoop er aan bij te dragen dat dat verandert.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.