Campus

Jazzy vrouwen

Een platform voor vrouwen die jazz willen spelen. Dat hadden ze voor ogen, de musicerende studentes die elkaar twee jaar geleden bij het Delftsch Studenten Corps tegen het lijf liepen.

Door het organiseren van workshops zouden ze er snel achter komen welke andere meisjes op de vereniging een muziekinstrument bespeelden. Zo ontstond het Damesch Jazzdispuut.

“Veel meisjes durven niet te spelen als ze tussen anderen staan die heel goed zijn”, verklaart Stephanie Mesker het initiatief. “Ze laten hun instrument vaak schieten als ze gaan studeren. Dat is jammer. Ik was zelf ook gestopt met mijn contrabas, maar ik heb er nu weer lol in. Zo’n workshop inspireert enorm.”

Het ongeveer vijftien leden tellende dispuut was nodig, oordeelt pianiste Leonoor Albers: “Bij het corps waren alle activiteiten alleen voor mannen.”

“Niet dat we iets tegen mannen hebben, hoor”, haast saxofoniste Karen van Schaik zich te zeggen, “maar het was de enige manier om een tegenbeweging op gang te brengen.” De workshops vormen de lijm van het dispuut. Van Schaik: “We staan voor alle niveaus open, maar het is wel de bedoeling dat je vooruit gaat. Soms nodigen we een muziekleraar of een professional uit om tips te geven.”

Met een drumster, saxofoniste, violiste en zangeres vormen de drie ook nog een bandje dat wekelijks repeteert. Dan spelen ze jazz-standards, swingmuziek en sinds kort ook bossanova. Incidenteel zijn er optredens op feesten of borrels. Maar is jazz dan niet oubollig? Mesker: “Helemaal niet, het is hartstikke hip. Er wordt heel veel jazz gespeeld door studenten, er zijn mengvormen van jazz en loungemuziek en er worden veel oude jazzfragmenten als sample gebruikt.”

Van Schaik: “Als je jazz kunt spelen, begrijp je muziek echt. Dan kan je ook andere stijlen aan. Voor klassieke muziek moet je techniek heel goed zijn, bij jazz ben je vaak aan het improviseren.” (JT)

Een platform voor vrouwen die jazz willen spelen. Dat hadden ze voor ogen, de musicerende studentes die elkaar twee jaar geleden bij het Delftsch Studenten Corps tegen het lijf liepen. Door het organiseren van workshops zouden ze er snel achter komen welke andere meisjes op de vereniging een muziekinstrument bespeelden. Zo ontstond het Damesch Jazzdispuut.

“Veel meisjes durven niet te spelen als ze tussen anderen staan die heel goed zijn”, verklaart Stephanie Mesker het initiatief. “Ze laten hun instrument vaak schieten als ze gaan studeren. Dat is jammer. Ik was zelf ook gestopt met mijn contrabas, maar ik heb er nu weer lol in. Zo’n workshop inspireert enorm.”

Het ongeveer vijftien leden tellende dispuut was nodig, oordeelt pianiste Leonoor Albers: “Bij het corps waren alle activiteiten alleen voor mannen.”

“Niet dat we iets tegen mannen hebben, hoor”, haast saxofoniste Karen van Schaik zich te zeggen, “maar het was de enige manier om een tegenbeweging op gang te brengen.” De workshops vormen de lijm van het dispuut. Van Schaik: “We staan voor alle niveaus open, maar het is wel de bedoeling dat je vooruit gaat. Soms nodigen we een muziekleraar of een professional uit om tips te geven.”

Met een drumster, saxofoniste, violiste en zangeres vormen de drie ook nog een bandje dat wekelijks repeteert. Dan spelen ze jazz-standards, swingmuziek en sinds kort ook bossanova. Incidenteel zijn er optredens op feesten of borrels. Maar is jazz dan niet oubollig? Mesker: “Helemaal niet, het is hartstikke hip. Er wordt heel veel jazz gespeeld door studenten, er zijn mengvormen van jazz en loungemuziek en er worden veel oude jazzfragmenten als sample gebruikt.”

Van Schaik: “Als je jazz kunt spelen, begrijp je muziek echt. Dan kan je ook andere stijlen aan. Voor klassieke muziek moet je techniek heel goed zijn, bij jazz ben je vaak aan het improviseren.” (JT)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.