Onderwijs

ISO nadert LSVb – maar via Wenen en Boedapest

Wat buitenstaanders al was opgevallen, begint nu ook door te dringen tot de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Het verschil tussen de ooit ‘linkse’ vakbond en zijn ‘rechtse’ tegenhanger, het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) wordt steeds kleiner.

Via een wonderlijke Europese omweg rijst nu de vraag of de twee niet een keer moeten gaan fuseren. De diehards in Nijmegen en Amsterdam lijken er nog niet aan toe.

De relatie tussen beiden organisaties is binnen de LSVb discussiestof sinds het ISO met het idee speelt om zich aan te sluiten bij het in Wenen gevestigde European Student Information Bureau. De landelijke vakbond is al actief binnen dat ESIB en heeft er de oudste rechten om Nederland te vertegenwoordigen. Dat betekent dat het ISO alleen kan toetreden als zijn tegenspeler LSVb het goedvindt.

Het LSVb-bestuur weet het nog niet. Officieel geeft voorzitter Mike Riegel nog geen krimp: ,,Wij waren altijd al lid van het ESIB”, zegt hij desgevraagd. ,,En als ook het ISO zich internationaal wil profileren, dan moeten ze dat maar op hun eigen manier doen.”

Tegelijk weet Riegel dat de verschillen tussen de twee clubs steeds kleiner worden. Ook de LSVb is tegenwoordig meer lobby- dan actie-bond; zeker sinds die ene landelijke demonstratie eind vorig jaar is mislukt. Het lijkt bijna tijd voor een fusie. En wat blijkt? Precies dàt idee heeft de LSVb eind maart eens aan zijn lidbonden voorgelegd.

Aanleiding was de genoemde wens van het ISO om zich ook bij het ESIB aan te sluiten. In de wandelgangen van de eerstvolgende meeting, in mei in Boedapest, kan die kwestie actueel worden. Een afhoudende reactie is makkelijk. ,,Maar”,

schreef het LSVb-bestuur aan de bonden, ,,het zou goed zijn wanneer we ook nadenken over de relatie LSVb-ISO op langere termijn. Streven we ernaar om één organisatie te worden, of gaan we elkaar tegenwerken om onszelf te blijven profileren?”

De discussie daarover binnen de LSVb is nog niet afgerond. Hij wordt meegenomen in een bredere ‘strategiediscussie’ die op dit moment binnen de vakbond woedt.

Aan de ene kant staat de grootste lidbond, de Delftse VSSD, waar LSVb-ers en ISO-studenten al broederlijk samenwerken. Tegenover hen staan de meer vakbondsachtige activisten van de AKKU in Nijmegen en de ASVA in Amsterdam. En de verschillen zijn groot: volgens een bestuurslid van een van de andere bonden kon een keus voor de pragmatische ‘Delftse’ lijn wel eens tot het uiteenvallen van de LSVb leiden.

Om de soep niet te heet te hoeven eten, gaat de LSVb ruim de tijd nemen voor zijn strategiedebat. En intussen loopt al de werving voor een nieuw bestuur van de vakbond. (HOP/F.S.)

Wat buitenstaanders al was opgevallen, begint nu ook door te dringen tot de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Het verschil tussen de ooit ‘linkse’ vakbond en zijn ‘rechtse’ tegenhanger, het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) wordt steeds kleiner. Via een wonderlijke Europese omweg rijst nu de vraag of de twee niet een keer moeten gaan fuseren. De diehards in Nijmegen en Amsterdam lijken er nog niet aan toe.

De relatie tussen beiden organisaties is binnen de LSVb discussiestof sinds het ISO met het idee speelt om zich aan te sluiten bij het in Wenen gevestigde European Student Information Bureau. De landelijke vakbond is al actief binnen dat ESIB en heeft er de oudste rechten om Nederland te vertegenwoordigen. Dat betekent dat het ISO alleen kan toetreden als zijn tegenspeler LSVb het goedvindt.

Het LSVb-bestuur weet het nog niet. Officieel geeft voorzitter Mike Riegel nog geen krimp: ,,Wij waren altijd al lid van het ESIB”, zegt hij desgevraagd. ,,En als ook het ISO zich internationaal wil profileren, dan moeten ze dat maar op hun eigen manier doen.”

Tegelijk weet Riegel dat de verschillen tussen de twee clubs steeds kleiner worden. Ook de LSVb is tegenwoordig meer lobby- dan actie-bond; zeker sinds die ene landelijke demonstratie eind vorig jaar is mislukt. Het lijkt bijna tijd voor een fusie. En wat blijkt? Precies dàt idee heeft de LSVb eind maart eens aan zijn lidbonden voorgelegd.

Aanleiding was de genoemde wens van het ISO om zich ook bij het ESIB aan te sluiten. In de wandelgangen van de eerstvolgende meeting, in mei in Boedapest, kan die kwestie actueel worden. Een afhoudende reactie is makkelijk. ,,Maar”,

schreef het LSVb-bestuur aan de bonden, ,,het zou goed zijn wanneer we ook nadenken over de relatie LSVb-ISO op langere termijn. Streven we ernaar om één organisatie te worden, of gaan we elkaar tegenwerken om onszelf te blijven profileren?”

De discussie daarover binnen de LSVb is nog niet afgerond. Hij wordt meegenomen in een bredere ‘strategiediscussie’ die op dit moment binnen de vakbond woedt.

Aan de ene kant staat de grootste lidbond, de Delftse VSSD, waar LSVb-ers en ISO-studenten al broederlijk samenwerken. Tegenover hen staan de meer vakbondsachtige activisten van de AKKU in Nijmegen en de ASVA in Amsterdam. En de verschillen zijn groot: volgens een bestuurslid van een van de andere bonden kon een keus voor de pragmatische ‘Delftse’ lijn wel eens tot het uiteenvallen van de LSVb leiden.

Om de soep niet te heet te hoeven eten, gaat de LSVb ruim de tijd nemen voor zijn strategiedebat. En intussen loopt al de werving voor een nieuw bestuur van de vakbond. (HOP/F.S.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.