Campus

ISO: leg universiteiten ook ‘prestatiebeurs’ op

De overheid moet ook universiteiten een prestatiebeurs opleggen, vindt het Interuniversitair Studenten Overleg (ISO). Daarmee kan jaarlijks zeventig miljoen gulden worden bezuinigd.

De collegegelden hoeven dan niet met duizend gulden omhoog.

Universiteiten en hogescholen ontvangen nu van de overheid per student een vast bedrag per jaar, en nog eens een aparte premie voor elk behaald diploma. Het ISO wil dat de jaarlijkse vergoeding niet meer geheel automatisch wordt uitbetaald. Een kwart van dit bedrag kan volgens het ISO-plan voortaan als lening worden uitgekeerd. Pas als een student echt afstudeert wordt deze lening omgezet in een gift. Valt een student bijvoorbeeld na drie jaar uit, dan loopt de universiteit of hogeschool niet alleen de afstudeerpremie mis, maar ook drie maal een kwart jaarvergoeding.

Dat levert volgens het ISO op termijn een bezuiniging van zeventig miljoen gulden op, als het aantal studenten dat nu de eindstreep niet haalt gelijk blijft. Het plan betekent volgens het ISO een stimulans om het onderwijs te verbeteren en het studietempo te verhogen. Universitaire studenten doen gemiddeld 5,4 jaar over hun studie. Op het hbo is dit 4,4 jaar.

De collegegeldverhoging met duizend gulden zoals minister Ritzen heeft voorgesteld, levert met ingang van 1998 tweehonderd miljoen gulden op. Het alternatief van ISO slechts zeventig miljoen. Het ISO schept echter eveneens tijd om op zoek te gaan naar de resterende 130 miljoen gulden. Daarbij heeft de bond gekeken naar een truc waar ook minister Ritzen gretig gebruik van maakt: de kasschuif.

Het deel van de bekostiging dat wordt uitgekeerd als lening beschouwt het ISO niet als een uitgave. Op die manier schuift de minister in 1997 117 miljoen gulden aan uitgaven voor zich uit, en in 1998 234. Pas in het jaar 2000 worden deze bedragen werkelijk als uitgave geboekt. Op dat moment moet er een oplossing gevonden zijn voor het gat van 130 miljoen.

De Tweede Kamer heeft minister Ritzen opgeroepen om voor 1 februari een alternatief plan op tafel te leggen voor de collegegeldverhoging. De Kamer meent dat de bezuinigingen op de universiteiten en hogescholen niet geheel op de studenten mogen worden afgewenteld. Ambtenaren van het ministerie van onderwijs en de verenigingen van universiteiten (VSNU) en hogescholen (Hbo-Raad) zoeken voortdurend nieuwe varianten. Het ISO-plan is het enige alternatief uit de studentenwereld. In 1993 kwam het ISO met een vergelijkbaar idee op de proppen. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) wil niet over alternatieven onderhandelen.

Ambtenaren van de VSNU hebben ingezet op een stijging van het collegegeld van tien gulden per maand gedurende drie jaar, ofwel 360 gulden. Volgend collegejaar is er dan een eerste verhoging met 120 gulden. In tegenstelling tot minister Ritzen wil de VSNU de lagere inkomens daarvoor niet volledig compenseren in de aanvullende beurs. De VSNU sluit echter niet uit dat dit toch mogelijk blijkt te zijn. De vereniging meentnamelijk dat de prestatiebeurs meer geld zal opleveren dan minister Ritzen veronderstelt. De prestatiebeurs gaat volgend jaar in voor nieuwe studenten. ‘Groningen’ keert dan de beurs uit als lening en zet die pas bij voldoende prestaties om in een beurs. (HOP/P.E.)

Peter Evelein

De overheid moet ook universiteiten een prestatiebeurs opleggen, vindt het Interuniversitair Studenten Overleg (ISO). Daarmee kan jaarlijks zeventig miljoen gulden worden bezuinigd. De collegegelden hoeven dan niet met duizend gulden omhoog.

Universiteiten en hogescholen ontvangen nu van de overheid per student een vast bedrag per jaar, en nog eens een aparte premie voor elk behaald diploma. Het ISO wil dat de jaarlijkse vergoeding niet meer geheel automatisch wordt uitbetaald. Een kwart van dit bedrag kan volgens het ISO-plan voortaan als lening worden uitgekeerd. Pas als een student echt afstudeert wordt deze lening omgezet in een gift. Valt een student bijvoorbeeld na drie jaar uit, dan loopt de universiteit of hogeschool niet alleen de afstudeerpremie mis, maar ook drie maal een kwart jaarvergoeding.

Dat levert volgens het ISO op termijn een bezuiniging van zeventig miljoen gulden op, als het aantal studenten dat nu de eindstreep niet haalt gelijk blijft. Het plan betekent volgens het ISO een stimulans om het onderwijs te verbeteren en het studietempo te verhogen. Universitaire studenten doen gemiddeld 5,4 jaar over hun studie. Op het hbo is dit 4,4 jaar.

De collegegeldverhoging met duizend gulden zoals minister Ritzen heeft voorgesteld, levert met ingang van 1998 tweehonderd miljoen gulden op. Het alternatief van ISO slechts zeventig miljoen. Het ISO schept echter eveneens tijd om op zoek te gaan naar de resterende 130 miljoen gulden. Daarbij heeft de bond gekeken naar een truc waar ook minister Ritzen gretig gebruik van maakt: de kasschuif.

Het deel van de bekostiging dat wordt uitgekeerd als lening beschouwt het ISO niet als een uitgave. Op die manier schuift de minister in 1997 117 miljoen gulden aan uitgaven voor zich uit, en in 1998 234. Pas in het jaar 2000 worden deze bedragen werkelijk als uitgave geboekt. Op dat moment moet er een oplossing gevonden zijn voor het gat van 130 miljoen.

De Tweede Kamer heeft minister Ritzen opgeroepen om voor 1 februari een alternatief plan op tafel te leggen voor de collegegeldverhoging. De Kamer meent dat de bezuinigingen op de universiteiten en hogescholen niet geheel op de studenten mogen worden afgewenteld. Ambtenaren van het ministerie van onderwijs en de verenigingen van universiteiten (VSNU) en hogescholen (Hbo-Raad) zoeken voortdurend nieuwe varianten. Het ISO-plan is het enige alternatief uit de studentenwereld. In 1993 kwam het ISO met een vergelijkbaar idee op de proppen. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) wil niet over alternatieven onderhandelen.

Ambtenaren van de VSNU hebben ingezet op een stijging van het collegegeld van tien gulden per maand gedurende drie jaar, ofwel 360 gulden. Volgend collegejaar is er dan een eerste verhoging met 120 gulden. In tegenstelling tot minister Ritzen wil de VSNU de lagere inkomens daarvoor niet volledig compenseren in de aanvullende beurs. De VSNU sluit echter niet uit dat dit toch mogelijk blijkt te zijn. De vereniging meentnamelijk dat de prestatiebeurs meer geld zal opleveren dan minister Ritzen veronderstelt. De prestatiebeurs gaat volgend jaar in voor nieuwe studenten. ‘Groningen’ keert dan de beurs uit als lening en zet die pas bij voldoende prestaties om in een beurs. (HOP/P.E.)

Peter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.