Education

IO kijkt herkansingen versneld na

Augustusherkansingen tellen bij de faculteit Industrieel Ontwerpen voortaan wel mee voor de harde knip. Bij Bouwkunde niet. De studentenraad klaagde eind vorig jaar in een overleg met het college van bestuur dat studenten bij Industrieel Ontwerpen (IO) en Bouwkunde onevenredig worden gedupeerd door de uitvoering van de harde knip.

/p>

Het resultaat van hertentamens in augustus tellen bij de TU namelijk niet mee om te bepalen of studenten aan hun master kunnen beginnen. Omdat IO en Bouwkunde veel projectonderwijs en practica kennen, kunnen studenten die niet voldoen aan de harde knip niet beginnen aan mastervakken.

IO pakte dat probleem al op door er voor te zorgen dat de aanvulling van het bachelor-eindproject is afgerond voor eind augustus. Deze faculteit vraagt docenten nu ook om versneld na te kijken voor de studenten die deze augustusresultaten nodig hebben, zodat de uitslagen in de eerste week van het nieuwe blok bekend zijn. Deze week is bij IO voortaan een introductieweek in plaats van een week waarin projecten en practica beginnen.

De augustusherkansingen tellen zo wel mee en ook de januari-tentamens voor de februari-instroom, maar met behoud van de harde knip. “In januari hebben we dit ook al gedaan en dat was haalbaar, want het ging slechts om een handvol studenten”, zegt hoofd onderwijs en studentenzaken bij IO Ellen Bos. “Ik verwacht geen problemen op basis van de eerste signalen uit februari.”

Bouwkunde denkt dit niet zo te kunnen uitvoeren. “Wij hebben heel veel studenten”, zegt onderwijsdirecteur Bouwkunde Krik van Ees. “Het is ondoenlijk in de tijd die daarvoor staat: tussen het augustustentamen en de aanvang van het collegejaar. Wij zeggen: je voldoet niet in augustus. We hebben al uit en te na gezegd dat wij de augustustentamens niet kunnen en zullen meetellen. Daar zul je op moeten anticiperen.” 

Om studenten toch te helpen beginnen ten minste twee ontwerpprojecten niet op 1 september. “Als studenten dan nog niet voldoen bij hun herkansing, kunnen ze wel colleges volgen en vervolgens in het tweede kwartaal een project volgen”, aldus van Ees. 

To understand the ‘Studentendesk’, I spoke with its current chairman, Frithjof Wegener, who is a third-year industrial design student and who has worked at the Red Cross for over ten years.

‘Growing through helping others’ is the main motto of the Studentendesk and also describes the group’s activities the best, Wegener explains. The Studentendesk not only tries to reach students who want to do volunteer work for the Red Cross in a classroom, but also really aims to make the learning process interactive and fun for the students.
Projects differ widely from helping elderly people to collecting money and raising awareness about certain causes on a regional, national, and international scale. The movement is growing steadily since its foundation about a year ago. It consists of a board of five members, several commissions and around fifty volunteers.

Wegener reveals that the Red Cross is very unique because of its renowned symbol of neutrality and humanity as its core foundation. Due to this, the Red Cross distinguishes itself from other large humanitarian organizations like ‘Doctors Without Borders’ or organs of the UN like Unicef: “When you see hostages in Columbia being rescued by helicopters with the Red Cross emblem, it is only possible thanks to that difference.” This uniqueness of the International Red Cross gives the Studentendesk a greater freedom than most other student initiatives enjoy, as long as the team adheres to the main principles.

The Studentendesk differs from other student societies in two additional ways: it gets professional support from the Red Cross and its members mostly work for others instead of themselves. This is the kind of work that will reach far into the future as well.
Okay, enough euphoria. Is the Red Cross not completely obsolete in the Netherlands and especially in Delft, where its duties are carried out by highly-educated youth? “Many of our projects are carried out in foreign countries, like the basic health project in Malawi and an orphanage in Bulgaria. However, in order to help those less fortunate, we need the support of the fortunate.”
Additionally, Wegener points out work that is closer to home: “We also shouldn’t forget people who are, for example, lonely, need medical care, or don’t speak the native language; these people live in Delft.” This is also part of the Studentendesk’s duties.

So why should TU Delft students perform the same tasks as the trained and paid humanitarians, but for free? Because they can “get real-world experience with real people, in real projects and with real problems”, Wegener exclaims. “This experience will give volunteers essential social skills that are not taught in any engineering class.” 

Are you interested in joining the Studentendesk of the Red Cross? Just send an email to: studentendeskdelft@redcross.nl

Sinds een jaar is er een studentenorganisatie van het Rode Kruis in Delft: de ‘Studentendesk’. Frithjof Wegener is er momenteel voorzitter. De Studentendesk is er om Delftse studenten sociale vaardigheden aan te leren die ze niet bij een gewone les of bij veel andere verenigingen leren door het unieke karakter van het Rode Kruis. Ben je geïnteresseerd? Kijk dan op www.delft.studentendesks.nl

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.