Onderwijs

Instellingsplan draagt stempel samenwerking TU’s

Als een aantal kleine wijzigingen is doorgevoerd, gaan studentenraad en ondernemingsraad akkoord met het nieuwe instellingsplan van de TU Delft.

Studentenraad en ondernemingsraad dwongen vorige week weliswaar wat meer helderheid af over medezeggenschap en het eventueel bijstellen van de plannen bij financieel zwaar weer, maar hadden geen enkele fundamentele kritiek op het instellingsplan.

Zo raar is dat overigens niet. Het instellingsplan herkauwt namelijk wat al eerder in andere strategische stukken is vastgelegd. Het is een globaal vierjarenplan, vooral bestemd voor het ministerie van OCW. Niet voor niets benut collegevoorzitter Hans van Luijk het voorwoord om bij de politiek aan te dringen op het helpen verwijderen van ‘spanningsvelden die de wegen naar innovatie nodeloos kunnen blokkeren’. Voorbeelden: een te grote afstand tussen vwo en technische universiteit (bÈtavakken kwamen er in de studieprofielen bekaaid af) en ‘wettelijke complicaties’ die de beoogde nauwere samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteiten nodeloos zouden belemmeren.

Of men in Den Haag gevoelig is voor die adviezen moet maar blijken, maar de prominente rol van de samenwerking tussen de drie technische universiteiten in het instellingsplan zal op OCW zeker voor tevreden gespin zorgen. De drie TU’s komen zelfs met een aantal in harde cijfers gegoten gezamenlijke doelstellingen voor 2010. Zo moet de verhoging van de internationale instroom in masteropleidingen met dertig procent omhoog, en dient het studierendement van de bachelors opgekrikt te worden tot zeventig procent. En de TU’s zijn vastbesloten om in zes jaar tijd ‘met onderzoekszwaartepunten’ een plaats in de ‘absolute Europese top’ te veroveren. Als je ze als één blok ziet, staan de drie TU’s qua wetenschappelijke impact al in de top 20 van Europese universiteiten, zo valt elders in het instellingsplan te lezen.

Ook als het gaat om het commercieel benutten van academische kennis zijn de ambities sterk: 25 procent meer octrooien, 25 procent meer spin-off-bedrijven. Daarmee vergeleken lijkt de doelstelling dat in 2006 minimaal vijftien vrouwelijke hoogleraren moeten zijn aangesteld aan de voorzichtige kant. (JP)

Studentenraad en ondernemingsraad dwongen vorige week weliswaar wat meer helderheid af over medezeggenschap en het eventueel bijstellen van de plannen bij financieel zwaar weer, maar hadden geen enkele fundamentele kritiek op het instellingsplan.

Zo raar is dat overigens niet. Het instellingsplan herkauwt namelijk wat al eerder in andere strategische stukken is vastgelegd. Het is een globaal vierjarenplan, vooral bestemd voor het ministerie van OCW. Niet voor niets benut collegevoorzitter Hans van Luijk het voorwoord om bij de politiek aan te dringen op het helpen verwijderen van ‘spanningsvelden die de wegen naar innovatie nodeloos kunnen blokkeren’. Voorbeelden: een te grote afstand tussen vwo en technische universiteit (bÈtavakken kwamen er in de studieprofielen bekaaid af) en ‘wettelijke complicaties’ die de beoogde nauwere samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteiten nodeloos zouden belemmeren.

Of men in Den Haag gevoelig is voor die adviezen moet maar blijken, maar de prominente rol van de samenwerking tussen de drie technische universiteiten in het instellingsplan zal op OCW zeker voor tevreden gespin zorgen. De drie TU’s komen zelfs met een aantal in harde cijfers gegoten gezamenlijke doelstellingen voor 2010. Zo moet de verhoging van de internationale instroom in masteropleidingen met dertig procent omhoog, en dient het studierendement van de bachelors opgekrikt te worden tot zeventig procent. En de TU’s zijn vastbesloten om in zes jaar tijd ‘met onderzoekszwaartepunten’ een plaats in de ‘absolute Europese top’ te veroveren. Als je ze als één blok ziet, staan de drie TU’s qua wetenschappelijke impact al in de top 20 van Europese universiteiten, zo valt elders in het instellingsplan te lezen.

Ook als het gaat om het commercieel benutten van academische kennis zijn de ambities sterk: 25 procent meer octrooien, 25 procent meer spin-off-bedrijven. Daarmee vergeleken lijkt de doelstelling dat in 2006 minimaal vijftien vrouwelijke hoogleraren moeten zijn aangesteld aan de voorzichtige kant. (JP)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.