Onderwijs

Instellingen mogen zelf weten hoe ze leenstelselmiljoenen uitgeven

Met de honderden miljoenen euro’s van het leenstelsel moesten het hoger onderwijs verbeteren. Plannen goedkeuren hoeft nu niet meer. Het kabinet heeft vertrouwen.

Studenten aan het werk in Pulse. Betere onderwijsfaciliteiten is een van de kwaliteitsafspraken over de leenstelselmiljoenen. (Foto: Justyna Botor)

Het afschaffen van de oude basisbeurs in 2015 zou de schatkist honderden miljoenen euro’s gaan opleveren. Ook al komt de basisbeurs weer terug, die opbrengst staat nog altijd in de boeken van het ministerie. Het bedrag loopt op tot 691 miljoen euro in 2026.


Van dat geld zouden studenten beter onderwijs krijgen, was de belofte. De instellingen moesten goede plannen bedenken, die goedkeuring moesten krijgen van de medezeggenschap en daarna van de minister van Onderwijs, die de plannen liet keuren door kwaliteitsbewaker Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO.


In Delft werden kwaliteitsafspraken gemaakt over de besteding van de extra gelden die overigens al eerder, vanaf 2015, beschikbaar werden gesteld uit eigen middelen van de TU. Zes aandachtsthema’s worden benoemd: kleinschaliger onderwijs, betere begeleiding studenten, verbeterd studiesucces, onderwijsdifferentiatie, verbetering onderwijsfaciliteiten en professionalisering docenten. Daarvoor kwam uiteindelijk 8,5 miljoen euro per jaar beschikbaar.


Vertrouwen

De keuring van de NVAO, die 150 duizend per jaar kostte, hoeft nu van het kabinet niet meer. Straks krijgen de onderwijsinstellingen het geld gewoon, staat in een wetsvoorstel dat minister Dijkgraaf online heeft gezet voor een internetconsultatie. Iedereen die wil, mag kritiek leveren en verbeteringen voorstellen voordat het naar de Tweede Kamer gaat.


De basisbeurs komt weer terug, maar niet ten koste van de aangekondigde investeringen. Dat geld blijft behouden voor het hoger onderwijs. Er zit alleen geen extra controle meer op. Het kabinet spreekt van “verdiend vertrouwen in de professionaliteit”. De instellingen zullen zich heus wel blijven inzetten voor onderwijsverbetering, ook zonder controle op de plannen.


Kritiek

Toch klonk er in het verleden veel kritiek op de instellingen. Begin 2018 verscheen er een vernietigend rapport van de Algemene Rekenkamer over de ‘voorinvesteringen’, waarmee universiteiten en hogescholen op de opbrengst vooruit zouden lopen. Daar was te weinig van terechtgekomen. Daarna bleven er ook veel ‘kwaliteitsplannen’ hangen in de zeef van de NVAO die nog verbeterd moesten worden.


In de coronacrisis hadden de instellingen wel iets anders aan hun hoofd dan het maken van zulke kwaliteitsplannen: het was alle hens aan dek. Daarom wilde de vorige minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven twee jaar geleden alle universiteiten en hogescholen hun deel van de beloofde basisbeursmiljoenen gewoon geven, ook zonder goedgekeurd kwaliteitsplan.


Daar was overigens niet iedereen het mee eens. Met name de VVD was destijds fel tegen. Instellingen zouden zonder controle niet geprikkeld worden om goed na te denken over de besteding van het geld.


Minder noodzaak

En nu komen de checks op de kwaliteitsafspraken dus niet meer terug. De noodzaak is ook minder, nu studenten weer een basisbeurs krijgen: het is geen verschuiving meer tussen basisbeurs en geld voor het onderwijs.


De Tweede Kamer gaat er nog over praten. Naar verwachting kan het voorstel ook nu weer op kritiek rekenen. Want vertrouwen is mooi, maar volgens sommige partijen is controle toch iets beter.


HOP, Peer van Tetterode | Delta, Jos Wassink


Twee jaar geleden publiceerde Delta een onderzoeksreeks over de besteding van de gelden van de gesneuvelde basisbeurs:



 


 


 

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.