Onderwijs

Innovatieplatform waarschuwt nog één keer

Nederland moet meer investeren in onderwijs, onderzoek en ondernemerschap. Daarop hamert het Innovatieplatform jaar in, jaar uit. Ook in haar allerlaatste rapport.

Innovatiemantra

Het komende kabinet zou één miljard extra voor onderwijs moeten uittrekken, menen de leden van het Innovatieplatform. Het niveau van de docenten moet omhoog met behulp van nascholing en strengere selectie bij de lerarenopleidingen. Bovendien zou “de beste promovendi” gevraagd moeten worden een tijdje voor de klas te staan.

Ook de plannen voor de investeringen in onderzoek klinken bekend. Zo wil het platform meer aandacht voor de ‘sleutelgebieden’: dit zijn onderzoeksterreinen waarop Nederland graag tot de top wil behoren of nu al in uitblinkt, zoals ‘flowers & food’ en ‘water’.

Voor bedrijven moet Nederland een fijne vestigingsplaats zijn. Denk aan lage energieprijzen dankzij kernenergie en duurzame energie. Ook verdienen bedrijven meer vertrouwen en moeten ze minder regeltjes opgelegd krijgen. De arbeidsmarkt moet flexibeler worden en allochtonen, vrouwen en ouderen moeten meer gaan werken.

Het Innovatieplatform is een overlegclub waarin grote partijen aanschuiven: van overheid tot ziekenhuis, van universiteit tot multinational. Het staat onder voorzitterschap van de minister-president en ook de ministers van Economische Zaken en Onderwijs schuiven aan.

Maar als het aan de leden ligt, gaat de stekker eruit. De denktank heeft uiteindelijk weinig invloed en zou beter vervangen kunnen worden door een innovatieraad, zoals Finland heeft. Die kan dan orde scheppen in de wirwar van innovatieregelingen en subsidiestroompjes. Daarin zouden de grote belanghebbenden overigens een plaats moeten krijgen.

Het kabinet wil dat Nederland tot de internationale top vijf gaat behoren op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Met dat doel voor ogen heeft het kabinet in 2003 het Innovatieplatform opgericht.

De slogan van het rapport is “Innovatief, Internationaal, Involverend”. Dat laatste woord staat wel in de Grote Van Dale, maar is nu voor het eerst gebruikt als politiek steekwoord. Involveren betekent “in zich sluiten, vanzelf meebrengen, betrekken bij, verwikkelen in”. Alle talent moet worden herkend en benut, bedoelt het Innovatieplatform.

Het laatste rapport is op vijf plaatsen tegelijk gepresenteerd: Den Haag, Utrecht, Enschede, Eindhoven en Amsterdam.

Op de binnenplaats is het een gemêleerde drukte. Moeders met puberdochters, oude rockers, jongens met lange haren en een voorliefde voor reptielen, hoogleraren en studenten; heel Delft lijkt te zijn uitgelopen om een laatste eer te bewijzen aan wat vroeger onder andere Serpo was, het Delfts reptielenmuseum. “Serpo is niet meer, evenals de ateliers voor afstudeerders en kantoortjes die huisden in de spoorzone. Alles gaat plat voor de nieuwe spoortunnel. Een gepast afscheid is reden voor een goed feest. Ik haal een drankje en loop het oude Serpogebouw in. Alles lijkt te herinneren aan de vroegere bewoners. Het decor bestaat uit cactussen, glazen aquariums en camouflagenetten. In de hoek spot ik volgens mij een lege slangenhuid. Ik krijg er de kriebels van en hoop dat ze alles hebben gevangen tijdens de verhuizing. Op het podium staat Roos Reberge met knalrood geverfd haar en haar succesvolle band Roosbeef. Ze zingt: ‘’t is mooi ‘t is klaar ‘t is goed ‘t is gedaan ‘t is op ‘t is rond ‘t wordt plat.’ In de ruimte ernaast is Rosary Beat, een vierkoppige band uit Delft, aan het soundchecken. “We hebben minstens nog een half uur nodig. Het geluid is klote!” Daarna zetten ze hun eerste nummer in, en krijgen ze met hun melodische rocknummers in no time de hele poortzaal mee. Opvallend is dat de drie zalen dichtbij elkaar liggen, maar geen last hebben van elkaars geluid. Als ik weer op de binnenplaats sta, richt ik mijn aandacht op de frontzaal, waar het een drukte van belang is. Eenmaal binnen begrijp ik waarom. Vanaf een industriële steigeropstelling houdt een sexy blonde dj de hele zaal in haar greep. Wannabeastar is niet de minste. Ze is al meer dan tien jaar dj en staat normaal in clubs als Melkweg, Tivoli en de Sugarfactory. Vanavond verdrinkt Delft in haar opzwepende beats. Een eclectische mix van alles wat dansbaar is. ‘Let’s get dirty, let’s get dirty’ schalt het door de ruimte. Terug op de binnenplaats val ik in een theateract. De hele sfeer van het festival doet me denken aan de vroege jaren van de Now&Wow; een sexy artistieke meligheid. De belichaming van deze sfeer is Nina zelf, oprichtster van de Ciccionina. Met een walkietalkie, blonde krullen, hoge hakken, netpanty en een wit bontjasje is zij het bewegend middelpunt. Ze lijkt alles onder controle te hebben. Ik koop nog wat muntjes. De zomer is pas net begonnen en ook deze nacht is jong. Het is nog lang geen tijd om naar huis te gaan. De volgende ochtend, op maandag, spreek ik Berend Jan Berends, medeorganisator van het festival en betrokken bij Ciccionina. “Het was een enorm succes. Ruim 1800 bezoekers, twee keer meer dan verwacht.” Onder het genot van veel koffie vraag ik hem naar het mysterieuze fenomeen Ciccionina.
“Ciccionina is een klein poppodium in de Kromstraat. Nina Voets kreeg een paar jaar geleden van de gemeente een pand in de Kromstraat om het imago van die straat te verbeteren. Ze opende samen met Cas Marks de deuren van een nieuw poppodium. Sindsdien is Ciccionina een succesvolle club. Onze programmering vult een belangrijk gat in het Delftse uitgaansleven. Het ademt de sfeer van de Berlijnse partyscene; ongedwongen, origineel  en met een goede programmering. Aan de overkant van de club stond nog een pand leeg en daar zijn we nu ook een broodjeszaak begonnen: ‘de Overkant’. We hebben de lekkerste broodjes van Delft met lokale ingrediënten van de boer. Niks van de supermarkt. Het loopt heel goed. Overdag kun je nu terecht bij de Overkant en ’s avonds ga je uit je dak in Ciccionina.”

Het komende kabinet zou een miljard euro extra voor onderwijs moeten uittrekken, menen de leden van het Innovatieplatform. Het niveau van de docenten moet omhoog met behulp van nascholing en strengere selectie bij de lerarenopleidingen. Bovendien zou ‘de beste promovendi’ gevraagd moeten worden een tijdje voor de klas te staan.

Ook de plannen voor de investeringen in onderzoek klinken bekend. Zo wil het platform meer aandacht voor de ‘sleutelgebieden’: dit zijn onderzoeksterreinen waarop Nederland graag tot de top wil behoren of nu al in uitblinkt, zoals ‘flowers & food’ en ‘water’.

Voor bedrijven moet Nederland een fijne vestigingsplaats zijn. Denk aan lage energieprijzen dankzij kernenergie en duurzame energie. Ook verdienen bedrijven meer vertrouwen en moeten ze minder regeltjes opgelegd krijgen. De arbeidsmarkt moet flexibeler worden en allochtonen, vrouwen en ouderen moeten meer werken.

Het Innovatieplatform is een overlegclub waarin grote partijen aanschuiven: van overheid tot ziekenhuis, van universiteit tot multinational. Het staat onder voorzitterschap van de minister-president en ook de ministers van Economische Zaken en Onderwijs schuiven aan.

Maar als het aan de leden ligt, gaat de stekker eruit. De denktank heeft uiteindelijk weinig invloed en zou beter vervangen kunnen worden door een innovatieraad, zoals Finland heeft. Die kan dan orde scheppen in de wirwar van innovatieregelingen en subsidiestroompjes. Daarin zouden de grote belanghebbenden overigens een plaats moeten krijgen.

Het kabinet wil dat Nederland tot de internationale top vijf gaat behoren op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Met dat doel voor ogen heeft het kabinet in 2003 het Innovatieplatform opgericht.

De slogan van het rapport is ‘Innovatief, Internationaal, Involverend’. Dat laatste woord staat wel in de Grote Van Dale, maar is nu voor het eerst gebruikt als politiek steekwoord. Involveren betekent ‘in zich sluiten, vanzelf meebrengen, betrekken bij, verwikkelen in’. Alle talent moet worden herkend en benut, bedoelt het Innovatieplatform.

Het laatste rapport is op vijf plaatsen tegelijk gepresenteerd: Den Haag, Utrecht, Enschede, Eindhoven en Amsterdam.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.