Wetenschap

Ingenieur Marina van Damme (86) erelid KIVI

Op je 86-ste erelid worden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs, KIVI. Het overkwam Marina van Damme tijdens de uitreiking van de naar haar vernoemde beurzen in Delft.

Marina van Damme is ontroerd als zij de ereplaquette krijgt van Joliene Brouwer, vice-president van het KIVI. (Foto: Thomas Koopman)

Gevraagd naar een eerste reactie verwees Van Damme naar de tranen die over haar wangen biggelden. “Ik had al een penning maar ben nu gepromoveerd naar erelid. Dat is het allerhoogste wat je kunt hebben. Heel bijzonder.”


Renteloos voorschot


Met een renteloos voorschot ging Van Damme in 1947 chemische technologie studeren aan de TU Delft, toen nog Technische Hogeschool. “We liepen één op honderd als meisjes”, zegt ze over het mannenbolwerk. Na haar afstuderen in 1953 werkte ze vijf jaar op het Centraal Laboratorium van TNO. Ze begon haar carrière als research medewerker van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie KNZ, nu onderdeel van Akzo Nobel. Ze werd er hoofd en later adjunct directeur van het laboratorium.


In 1965 promoveerde ze als eerste bij de Technische Universiteit Twente met haar proefschrift: ‘Influence of additives on the growth and dissolution of sodium chloride crystals.’ Op haar veertigste stapte ze over op business development en werd zij uiteindelijk directeur chemische strategie van Akzo en adviseur van de raad van bestuur. Ze zat in de raad van toezicht van TNO en ABN AMRO en in diverse commissies van VNO, het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie.


Stagnerende carrière


Van Damme zet zich sterk in voor vrouwelijke ingenieurs. Haar drijfveer? “Ik ben de enige uit mijn generatie en die van de volgende twintig jaar aan afgestudeerden in Delft, die echt carrière heeft gemaakt dankzij een echtgenoot die een stapje terug deed. We hebben een actieve reünistenvereniging en ik zag bij iedereen de ontwikkeling stagneren. Zowel in de universiteit als bij andere functies. Ze braken niet door. Ik dacht: daar gaan we wat aan doen.”


Ze stelde een Marina van Dammebeurs in van negenduizend euro, bedoeld als duwtje in de rug voor vrouwelijke ingenieurs. Tot dit jaar kregen er al 36 een beurs. “In al die jaren heb ik gemerkt dat ze hierdoor worden getriggerd om na te denken over hun carrière, in plaats van te denken: ik zit hier goed”, zegt Van Damme. “Het is een challenge om iets met je leven te gaan doen.”


Twee winnaars


Die uitdaging gaat dit jaar aan de TU Delft voor het eerst naar twee kandidaten: Leah Sosa en Jetty van Ginkel. De Amerikaanse Sosa deed haar master maritime technology ship hydromechanics in Delft en wil met haar beurs een dure master in business administration (MBA) financieren bij Insead in Fontainebleau. Voormalig promovenda bij bionanoscience Van Ginkel wil cursussen volgen om registered technology transfer professional te worden om medische vindingen naar de markt te kunnen begeleiden.


De architecten Siska Surja en Maria Vasiloglou – Verhagen kregen de runner up prize: 2500 euro uit het Fortunafonds, aangevuld met 1500 euro van het Kivi-erelid. Surja wil verandermanagement gaan studeren aan een hogeschool en Vasiloglou – Verhagen wil zich meer gaan richten op urbanisme en landschapsarchitectuur.

Nieuwsredacteur Connie van Uffelen

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.