Opinie

Infotainment met het periodiek systeem

‘The disappearing spoon’ is een leuke grabbelton van chemische anekdotes, maar niet meer dan dat.

Leuk laborantengrapje: maak een theelepeltje van gallium, dat een smeltpunt heeft van dertig graden.

Geef het aan een gast en vermaak je met de verbijstering terwijl het lepeltje oplost in zijn thee. Naar die lepel heeft wetenschapsjournalist Sam Kean zijn boek ‘The disappearing spoon’ genoemd, een gemengde mix van anekdotes rond de elementen uit het periodiek systeem. Het boek is pure infotainment, zonder diepere laag.

Kean heeft zijn boek losjes in thema’s ingedeeld, maar een betoog met een kop en een staart is het niet. Neem het hoofdstuk over ‘artistieke elementen’.


Dat begint, na wat algemene opmerkingen over potjeslatijn in de naamgeving van elementen, met een persoonlijke anekdote over een Duitse docent op de universiteit. Vervolgens komt Kean op Goethe en diens protégé J.W. Döbereiner, die een protoversie van het periodiek systeem zou opstellen. Goethe was een dichter, dus daar is het bruggetje naar de ruthenium schrijftip van de Parkerpen, al hield Goethe er nooit eentje vast. Overgangetje naar de typemachine en een verhaal van Mark Twain met een fantasie over radium en dan het levensverhaal van de dichter Robert Lowell, die zijn stemmingswisselingen met lithium onder controle hield.


Kortom, Kean heeft zich in allerlei bochten moeten wringen om de anekdotes die hij verzameld had enigszins coherent op te dissen. Dat dit mislukt is, maakt de verhalen niet minder aangenaam. Natuurlijk is het volstrekt irrelevant om te weten dat het element samarium genoemd is naar Kolonel Samarski, een Russische bureaucraat bij wie de ontdekker van het element graag een wit voetje wilde halen. Maar leuk is het wel. Proef ook de ironie dat het kostbare coltan, waar in Congo oorlog om gevoerd wordt, bestaat uit niobium en tantaal, twee elementen die genoemd zijn naar Griekse mythologische figuren waar het niet goed mee afliep.


Naamgeving is sowieso een tricky business. Tijdens de koude oorlog streden Amerikaanse en Russische teams wie het eerste nieuwe, zware elementen kon ontdekken en dus het recht had de naam te verzinnen. Omdat beide teams elkaars resultaten niet erkenden, hadden elementen soms langere tijd twee namen, tot een internationaal comité de doorslag gaf. Zo raakte Nobelprijswinnaar Otto Hahn ‘zijn’ element 105 kwijt, toen de Russen ‘hun’ naam (dubnium) erdoor kregen. Hahns collega Liese Meitner, die ten onrechte niet in de prijs deelde, kreeg wel 109 toebedeeld – toch een vorm van gerechtigheid.


Fijn aan Keans boek is vooral dat hij geen enkel element overslaat. Naast een aardig populair wetenschappelijk leesboek kan ‘The disappearing spoon’ daarom ook een handig naslagwerk zijn voor chemici die verlegen zitten om een anekdote in hun presentatie. Er staat altijd iets bruikbaars in. 


Sam Kean, ‘The disappearing spoon’. Doubleday, pp. 393, 22 euro.

Berend Jan Kleute, TU student en projectleider van de Energy Plant, stuurde een foto van de spuitende windmolen in werking.

Het is een dun straaltje, maar als je goed kijkt boven het kortste steeltje zie je een fonteintje dat schuin omhoog spuit.

De Energy Plant, een initiatief van de Energy Club, had aanvankelijk een probleem met een V-snaar die te veel wrijving gaf. Dat probleem is nu verholpen.

Voor de leden van de Energy Club symboliseert de hydraulische windmolen een nieuw concept van windenergie, waarbij elektriciteit niet in de molen wordt opgewekt maar door een hydraulische turbine die door een aantal windmolens parallel gevoed kan worden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.