Campus

‘Ik wil online aanraken introduceren’

Kunstenaars en ingenieurs kunnen veel van elkaar leren bij het ontwerpen van technologie. Dat is althans de overtuiging binnen de vakgroep systeemkunde van prof.

Frances Brazier (TBM). Vandaar dat kunstenares Karen Lancel er onderzoek doet naar hoe we online hetzelfde gevoel van vertrouwen en samenzijn met een ander kunnen hebben als wanneer we elkaar fysiek ontmoeten.

“Kunstenaars ontwerpen ervaringen.” Dat zei Frances Brazier in 2011 in een interview met Delta. De kennis die die ervaringen opleveren, is cruciaal voor ontwerpers van participatiesystemen, stelde de hoogleraar systeemkunde. Ervaringen ontwerpen is precies wat kunstenares Karen Lancel doet binnen haar promotietraject bij de vakgroep van Brazier. Door middel van performance art-projecten met namen als E.E.G. Kiss, Saving Face, StalkShow en Tele_Trust zoekt zij de verbinding tussen het kijken naar een beeldscherm en het daadwerkelijk aanraken van de ander.

Hoe bent u als kunstenaar en niet-ingenieur geïnteresseerd geraakt in ict en online omgangsvormen?
“Dat ben ik al vanaf het begin van de jaren negentig. Ik doe mijn werk als kunstenaar samen met mijn man Hermen Maat. We kennen elkaar al heel lang. Onafhankelijk van elkaar bleken we met dezelfde dingen bezig te zijn. Kunst loopt vaak vooruit. Als kunstenaars hebben we het soms gemakkelijker dan technici. Wij hebben de mogelijkheid om werkende prototypes te maken, die we kunnen gebruiken met publiek. We hoeven geen traject door van onderzoek, patentaanvragen en productie. We kunnen intuïtiever werken.”

Wat maken jullie?
“Wij ontwerpen sociale laboratoria. Ons werk gaat over hoe we communiceren en dat doen we steeds meer via machines, met computers, tablets, smartphones. Hoe leven we met die machines? En hoe ervaar ik jou en mezelf als ik jou via een beeldscherm ontmoet? Er is geen wederkerigheid, geen vorm van het spiegelen van elkaars gedrag, zoals dat gebeurt in de fysieke wereld. Dat spiegelen van het gedrag van de ander is nodig om elkaar te begrijpen en te vertrouwen. Hoe vertrouw je je eigen waarneming van de ander via een beeldscherm? En, hoe kun je daarvoor ontwerpen? Dat zoeken wij uit met onze projecten. We werken met publiek en willen een gevoelige, kritische reflectie geven op wat wij onderzoeken.”

Wat is het doel van dat onderzoek?
“We willen vormen van online aanraken en nabijheid introduceren, die een gevoel geven van vertrouwen en samenzijn. We willen een gevoelige sociale ruimte maken via het beeldscherm.”

Een beeldscherm schept afstand. Hoe maak je daarmee een gevoelige sociale ruimte?
“Media breiden onze lichamen uit in tijd en ruimte, maar voorkomen de aanraking. In de sociale wetenschappen en filosofie wordt beschreven hoe face-to-face connectie, lichaamstaal en aanraking basiselementen vormen om te kunnen synchroniseren en vertrouwen; en dus essentieel zijn voor ons sociale ecosysteem. Een beeldscherm schept afstand, én wereldwijd nabijheid. Het gaat erom hoe we via beeldschermen de gezamenlijke, ‘augmented’ sociale ruimte ervaren, in een proces van wederkerigheid. Een sociale ruimte wordt gevoeliger als je hem kunt aftasten, visueel en door aanraking. Ik maak onder andere gebruik van de begrippen optische visualisatie en haptische visualisatie van Laura U. Marks. Het eerste betekent: op afstand zien, controleren en fixeren. Het tweede betekent: een blik die aftast en synchroniseert. De gevoeligheid zoek ik in die aftastende blik, in combinatie met door ons ontworpen rituelen voor aanraking en sensortechnologie. Als ict te veel de controlekant op gaat, die van surveillance, dan is er geen haptische blik. We weten niet wie er aan de andere kant van het scherm, of de camera, zit. De surveillance society is geen gevoelige omgeving. Voor vertrouwen is wederkerigheid nodig en een balans tussen de optische en de haptische blik.”

Jullie werken veel in China. Waarom juist daar?
“We waren eerder dit jaar artists in residence bij het Tsinghua Art and Science Media Laboratory aan de Tsinghua University Beijing. In China zijn ze heel geïnteresseerd in ons werk. Het speelse en het toegewijde van onze projecten spreekt de mensen aan. Ook omdat het kunst is met een pragmatisch onderdeel. Het gaat over hoe je samen leeft. Dat is in China een groot thema. De Chinese samenleving was en is voornamelijk collectief georganiseerd, maar wordt steeds individualistischer. Mensen zoeken manieren om daarmee om te gaan. We werken sowieso veel internationaal. Het gaat nu heel snel. Vijftien jaar geleden was het nog gek wat we deden. Nu ontstaat er steeds meer fascinatie voor de interactie tussen lichaam, waarneming van de sociale ruimte en technologie. Dat is interessant en spannend, mede omdat mensen in andere culturen anders omgaan met naar elkaar kijken en elkaar aanraken. Wij brengen de kennis daarover bij elkaar.”

Tijdens jullie meest recente project, E.E.G. Kiss, konden mensen met EEG-headsets op met elkaar zoenen. Hun zoen werd via de data van hun hersenactiviteit omgezet in twee grafieken. Wat betekenen die grafieken?
“Neurologisch onderzoek naar sociaal-wederkerige ervaringen is een nieuw domein. In E.E.G. Kiss komen de eerdere cases samen die we hebben uitgevoerd. Ik heb inmiddels een schatkamer aan data. Hoe breng ik die naar een wetenschappelijk inzicht? Kloppen de aannames die ik heb gedaan? Ik ben bezig betekenis toe te kennen. Kan ik de data omzetten in een haptische ervaring en hoe werkt dat dan? Gaan we bijvoorbeeld de kus imiteren met een prothese of via een hersenimplantaat? Of zetten we het om in geluid? De Digital Synesthesia Group van de Universiteit van Wenen heeft ons gevraagd de kus-data om te zetten in een partituur.”

Als het werkt, zal iedereen het willen gebruiken. Goede business.
“Ideeën van kunstenaars worden vaak verder doorontwikkeld door anderen. Het uploaden van een kus is interessant voor de industrie. Waarschijnlijk gaat er iemand heel veel geld aan verdienen, iemand anders dan ik. Ik hoop dat ik achter de verdere uitwerking kan staan als het zover is.”

Hoe reageren mensen als hun kus als een grafiek op een beeldscherm verschijnt?
“Dat is soms heel ontroerend. Eén vrouw zei tegen mij: ‘die data zijn een portret van de intieme verbintenis met mijn man’. De grafieken laten een combinatie zien van hersenactiviteit en tijd. Mijn man en ik hebben ook zelf gekust en het publiek vervolgens gevraagd iets te zeggen over wat ze zagen. Bij de analyse van die antwoorden hopen we erachter te komen wat belangrijk is voor mensen. De grafieken zien er trouwens steeds heel anders uit, ze zijn uniek. En ze zeggen niets over of je relatie goed is.”

Hoe is het om als niet-ingenieur rond te lopen op de TU?
“Mijn promotor Frances Brazier en co-promotor Caroline Nevejan zeggen dat de wetenschap kunstenaars nodig heeft. Ik als kunstenaar heb ook anderen nodig. Ik werk altijd al samen met mensen van buiten de kunst. Interactieve kunstwerken vereisen veel kennis van technologie. Die heb ik, maar ik programmeer niet zelf. Daarvoor werk ik vaak met technici. De overlap is groot. Ook ik denk in modellen. Bovendien zijn we allemaal bezig met het ontwikkelen van innovatieve technologieën en zijn we toekomstgericht. Overigens werk ik één dag in de week aan mijn promotie en ben ik niet in dienst van de TU. Daarnaast maak ik kunst en geef ik les.”

Wat is voor u de toegevoegde waarde van promoveren op onderzoek waaraan u ook puur als kunstenaar had kunnen werken?
“De promotie framet mijn onderzoek en brengt begrip en focus. Ik leer werken via een wetenschappelijke methode en leer academische taal te gebruiken. Ik kan op de TU intuïtie en ervaring toevoegen, als onderdeel van een ontwerpmethode. Op het gebied van het ontwikkelen op ervaring en het ontwerpen voor ervaring loopt mijn kennis vooruit.”

In jullie projecten zit ict de mens dicht op de huid. Moeten we dat wel willen? Moeten we niet juist minder ict gebruiken in plaats van meer?
“E-health is in opkomst, bijvoorbeeld in de ouderenzorg. Sensoren op het lichaam, die informatie over dat lichaam bijhouden in de cloud, komen er steeds meer. Is er iets mis, dan weet je dat heel snel. Ouderen zijn vaak eenzaam, net als kinderen die langdurig in het ziekenhuis verblijven. Wat als je hen een digitale aanraakervaring kunt bieden? Heel veel mensen vinden dat een fijn idee. Pas daarna komen vragen als: wat doet dat allemaal met de privacy? Wij redeneren als volgt: die privacy intrusion is al gebeurd, de ontwikkeling van ict is niet te stoppen. Wij kunnen eraan bijdragen dat het iets moois wordt. Je kunt je niet aan deze nieuwe communicatievormen onttrekken. Welke positie je ook inneemt, je moet ermee dealen. Ik sta kritisch tegenover privacy invading ict. Juist daarom wil ik andere voorstellen doen, voor hoe het óók kan.”

CV
CV

CV

Karen Lancel is één dag in de week promovenda aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Daarnaast ontwerpt zij in Studio LancelMaat samen met haar man Hermen Maat performances en installaties, die functioneren als een ‘artistiek sociaal lab’ waarin het publiek deelneemt als ‘co-researcher’. Dat deden ze onder meer in Seoul, New York, Melbourne, London, Istanbul, Parijs, Amsterdam en Shanghai. Lancel deed een bacheloropleiding beeldende kunst aan de Rietveld Academie. Daarna deed zij een master theater en dans aan theaterschool Dasarts. Tussen 2005 en 2008 was ze hoofd van de interactieve media-afdeling van het Frank Mohr Institute in Groningen. Daarna werkte ze drie jaar binnen de onderzoeksgroep Artistic Research, Theory and Interpretation aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Haar meest recente project E.E.G. Kiss is ontstaan in samenwerking met het Participatory Systems Initiative TU Delft, de TsingHua University Beijing, TNO, de Baltan Laboratories & Holst Centre Eindhoven en wordt ondersteund door de Mondriaan-stichting.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.