Onderwijs

‘Ik kan mijn gezicht wel in de plooi houden’

De Delftsche Studenten Weerbaarheid, qua ledental de grootste ondervereniging van het corps, bestaat 115 jaar. In al die tijd stonden de studenten bij heel wat koninklijke aangelegenheden in het gelid.

De begrafenissen van Bernhard en Juliana staan de huidige voorzitter, Frank Bouland, het meeste bij.

Vorige week vrijdag startte het lustrum van de weerbaarheid met een ceremoniële inspectie door de inspecteur-generaal van de krijgsmacht. Jij was paradecommandant. Wat moest je doen?

“Als commandant moet je alle commando’s geven. Dat is niet zo moeilijk. Er zijn een paar basiscommando’s, die elkaar logisch opvolgen. Daardoor kun je niet zo snel een fout maken. Het is bijvoorbeeld logisch dat als bij Prinsjesdag de gouden koets met de koningin komt aanrijden, dat dan het commando ‘presenteer geweer’ gegeven wordt.”

Wat voor geweer hebben jullie bij je met dit soort aangelegenheden?

“Een dichtgelast geweer.”

Jullie schieten niet als weerbaarheid?

“Alleen tijdens schietwedstrijden of oefeningen op militaire schietbases.”

Vind je schieten leuk, is het je hobby?

“Ik vind het wel leuk, maar ik heb het pas twee keer gedaan. Het kan niet zo vaak, alleen als het leger ons de kans biedt.”

Kun je het een beetje?

“We schieten met pistool en geweer. Het is niet voor niets een olympische sport, want het is best moeilijk. Er komt een hoop bij kijken: concentratie, ademhaling, het goed achter elkaar uitvoeren van verschillende handelingen. We schieten op schijven, de ene keer schiet je acht van de tien keer raak, de andere keer maar twee. Een pistool heeft een kortere loop, waardoor je er bij een kleine afwijking al heel ver naast zit. Toch gaat dat bij mij meestal iets beter.”

De weerbaarheid is de grootste ondervereniging van het corps. Hoeveel leden zijn er?

“Tussen de vijf- en zeshonderd.”

Waarom gaat iemand bij de weerbaarheid? Willen al die leden straks bij het leger?

“Heel veel mensen worden lid, omdat het ze de mogelijkheid biedt ooit een keer aanwezig te zijn bij Prinsjesdag of een keer te gaan schieten op een militaire schietbasis. Lang niet iedereen is actief lid, het is ook niet duur om lid te zijn. Zelf ben ik ook lid van de motorclub, maar dat betekent niet dat ik ieder weekend ga racen. Bovendien, als iemand militair had willen worden had hij bij de landmacht moeten gaan, niet bij de weerbaarheid.”

Kent de weerbaarheid wel net als het leger een strenge hiërarchie?

“Nee, daar is geen sprake van. We hebben een bestuur en gewone leden. Dat is het. De weerbaarheid is vooral een gezelligheidsvereniging met veel leuke uitstapjes, zoals het bezoeken van een marinefregat. Nu is een groepje van ons bij het leger in Duitsland door de modder aan het kruipen en in tanks aan het rijden.”

Maar is de weerbaarheid dan geen opstapje naar een eventuele carriÈre bij de krijgsmacht?

“Ik ken daar geen voorbeelden van. De krijgsmacht zelf is wel blij met het contact met studenten van de weerbaarheid. Het is voor hen, nu de dienstplicht is afgeschaft, een leuke manier om te laten zien wat er bij heb gebeurt. Zij hebben graag ingenieurs.”

Mogen ook vrouwen lid worden?

“Zeker. Ik denk dat zo’n honderd leden vrouw zijn.”

Dragen zij hetzelfde tenue?

“We hebben helaas nog geen uniform voor vrouwen. Zij doen dus niet mee aan officiële gelegenheden als Prinsjesdag of koninklijke uitvaarten.”

Niet van deze tijd.

“We hebben plannen voor het laten ontwerpen van een uniform voor vrouwen. Dat kost veel geld, we moeten dus eerst kijken of we dat hebben. De inspecteur-generaal van de krijgsmacht zei vrijdag dat hij ons hierbij eventueel wil helpen, zodat er bij de volgende gelegenheid ook vrouwen kunnen meedoen.”

Krijgen de vrouwen een rokje?

“Geen idee. Ik heb geen verstand van het ontwerp van uniformen.”

Tijdens de uitvaart van prins Claus zou iemand in een uniform zijn flauwgevallen. Moeten jullie zo lang stil staan?

“Flauwvallen gebeurt wel eens, maar heel sporadisch. Meestal sta je ook niet zo lang stil. En er gebeurt van alles om je heen, dat houdt je wel wakker.”

Moet je eigenlijk niet heel hard lachen als je daar stokstijf stil staat in je uniform?

“Je staat daar voor de lol, maar het gezicht in de plooi houden, lukt wel. Al proberen studenten van andere studentenweerbaarheden je wel eens te forceren tot een lach.”

Bij welke gelegenheden ben jij als lid van de weerbaarheid geweest?

“Bij Prinsjesdag, de uitvaarten van Bernhard en Juliana en het huwelijk van prins Friso. Bij dat huwelijk zou geen militaire ceremonie zijn, maar hij trouwde in Delft en is als student lid geweest van het Delftsch Studenten Corps. Vandaar dat we gevraagd hebben of hij het leuk vond als we er zouden zijn als sabelwacht. Dat zag hij wel zitten.”

Wat staat je het meeste bij?

“In mijn herinnering waren de uitvaarten van Juliana en Bernhard heel bijzonder. Het is leuk dat te hebben meegemaakt. Ten eerste is dat in Delft, onze thuisstad. Ten tweede is het interessant om zo’n enorme organisatie is zo’n korte tijd van dichtbij mee te maken.”

Hoezeer worden jullie bij die organisatie betrokken?

“Voorop staat dat de kunde bij het leger zit en dat da’t ons vraagt mee te doen. En dan moet je natuurlijk oefenen. De nacht voor het evenement slapen we met alle deelnemende leden van de studentenweerbaarheden in een sporthal. Op de dag zelf moeten we heel vroeg op om nog een keer te oefenen.”

En je uniform heb je van thuis meegenomen.

“Nee, de leden hebben zelf geen uniformen. Die zijn ooit gekocht door de vereniging en worden beheerd door een dienst van het leger die al dit soort pakken onderhoudt. Die zorgt dat het er piekfijn uitziet.”

Zag jij er als commandant afgelopen vrijdag hetzelfde uit als de andere Delftse studenten?

“Bijna wel. Alleen heeft de commandant een oranje riem in plaats van een zwarte en drie in plaats van twee bollen aan zijn schouder.”

Vind je het een mooi pak?

“Ons pak ziet er al jarenlang hetzelfde uit. Voor dit soort gelegenheden vind ik het een geschikt pak.”
WIE IS FRANK BOULAND?

Frank Bouland (23) legt volgende week zijn bestuursfunctie bij de Delftsche Studenten Weerbaarheid neer. De vijfdejaars student technische bestuurskunde wordt dan samen met twee andere bestuursleden opgevolgd door een nieuwe lichting. Het voorzitterschap bij de weerbaarheid was niet zijn eerste bestuursfunctie. Voor het bestuur van zeilvereniging Brielle stopte hij een jaar met zijn studie. Bouland is ook lid van de motorclub en de hockeyclub van het corps. Voor studievereniging Curius organiseert hij momenteel een studiereis naar China. De student heeft zijn bachelor bijna af en is al bezig met vakken uit de master. Wat hij na zijn studie wil doen, weet hij nog niet precies. “Ik wil wel de logistieke kant op.”

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Vorige week vrijdag startte het lustrum van de weerbaarheid met een ceremoniële inspectie door de inspecteur-generaal van de krijgsmacht. Jij was paradecommandant. Wat moest je doen?

“Als commandant moet je alle commando’s geven. Dat is niet zo moeilijk. Er zijn een paar basiscommando’s, die elkaar logisch opvolgen. Daardoor kun je niet zo snel een fout maken. Het is bijvoorbeeld logisch dat als bij Prinsjesdag de gouden koets met de koningin komt aanrijden, dat dan het commando ‘presenteer geweer’ gegeven wordt.”

Wat voor geweer hebben jullie bij je met dit soort aangelegenheden?

“Een dichtgelast geweer.”

Jullie schieten niet als weerbaarheid?

“Alleen tijdens schietwedstrijden of oefeningen op militaire schietbases.”

Vind je schieten leuk, is het je hobby?

“Ik vind het wel leuk, maar ik heb het pas twee keer gedaan. Het kan niet zo vaak, alleen als het leger ons de kans biedt.”

Kun je het een beetje?

“We schieten met pistool en geweer. Het is niet voor niets een olympische sport, want het is best moeilijk. Er komt een hoop bij kijken: concentratie, ademhaling, het goed achter elkaar uitvoeren van verschillende handelingen. We schieten op schijven, de ene keer schiet je acht van de tien keer raak, de andere keer maar twee. Een pistool heeft een kortere loop, waardoor je er bij een kleine afwijking al heel ver naast zit. Toch gaat dat bij mij meestal iets beter.”

De weerbaarheid is de grootste ondervereniging van het corps. Hoeveel leden zijn er?

“Tussen de vijf- en zeshonderd.”

Waarom gaat iemand bij de weerbaarheid? Willen al die leden straks bij het leger?

“Heel veel mensen worden lid, omdat het ze de mogelijkheid biedt ooit een keer aanwezig te zijn bij Prinsjesdag of een keer te gaan schieten op een militaire schietbasis. Lang niet iedereen is actief lid, het is ook niet duur om lid te zijn. Zelf ben ik ook lid van de motorclub, maar dat betekent niet dat ik ieder weekend ga racen. Bovendien, als iemand militair had willen worden had hij bij de landmacht moeten gaan, niet bij de weerbaarheid.”

Kent de weerbaarheid wel net als het leger een strenge hiërarchie?

“Nee, daar is geen sprake van. We hebben een bestuur en gewone leden. Dat is het. De weerbaarheid is vooral een gezelligheidsvereniging met veel leuke uitstapjes, zoals het bezoeken van een marinefregat. Nu is een groepje van ons bij het leger in Duitsland door de modder aan het kruipen en in tanks aan het rijden.”

Maar is de weerbaarheid dan geen opstapje naar een eventuele carriÈre bij de krijgsmacht?

“Ik ken daar geen voorbeelden van. De krijgsmacht zelf is wel blij met het contact met studenten van de weerbaarheid. Het is voor hen, nu de dienstplicht is afgeschaft, een leuke manier om te laten zien wat er bij heb gebeurt. Zij hebben graag ingenieurs.”

Mogen ook vrouwen lid worden?

“Zeker. Ik denk dat zo’n honderd leden vrouw zijn.”

Dragen zij hetzelfde tenue?

“We hebben helaas nog geen uniform voor vrouwen. Zij doen dus niet mee aan officiële gelegenheden als Prinsjesdag of koninklijke uitvaarten.”

Niet van deze tijd.

“We hebben plannen voor het laten ontwerpen van een uniform voor vrouwen. Dat kost veel geld, we moeten dus eerst kijken of we dat hebben. De inspecteur-generaal van de krijgsmacht zei vrijdag dat hij ons hierbij eventueel wil helpen, zodat er bij de volgende gelegenheid ook vrouwen kunnen meedoen.”

Krijgen de vrouwen een rokje?

“Geen idee. Ik heb geen verstand van het ontwerp van uniformen.”

Tijdens de uitvaart van prins Claus zou iemand in een uniform zijn flauwgevallen. Moeten jullie zo lang stil staan?

“Flauwvallen gebeurt wel eens, maar heel sporadisch. Meestal sta je ook niet zo lang stil. En er gebeurt van alles om je heen, dat houdt je wel wakker.”

Moet je eigenlijk niet heel hard lachen als je daar stokstijf stil staat in je uniform?

“Je staat daar voor de lol, maar het gezicht in de plooi houden, lukt wel. Al proberen studenten van andere studentenweerbaarheden je wel eens te forceren tot een lach.”

Bij welke gelegenheden ben jij als lid van de weerbaarheid geweest?

“Bij Prinsjesdag, de uitvaarten van Bernhard en Juliana en het huwelijk van prins Friso. Bij dat huwelijk zou geen militaire ceremonie zijn, maar hij trouwde in Delft en is als student lid geweest van het Delftsch Studenten Corps. Vandaar dat we gevraagd hebben of hij het leuk vond als we er zouden zijn als sabelwacht. Dat zag hij wel zitten.”

Wat staat je het meeste bij?

“In mijn herinnering waren de uitvaarten van Juliana en Bernhard heel bijzonder. Het is leuk dat te hebben meegemaakt. Ten eerste is dat in Delft, onze thuisstad. Ten tweede is het interessant om zo’n enorme organisatie is zo’n korte tijd van dichtbij mee te maken.”

Hoezeer worden jullie bij die organisatie betrokken?

“Voorop staat dat de kunde bij het leger zit en dat da’t ons vraagt mee te doen. En dan moet je natuurlijk oefenen. De nacht voor het evenement slapen we met alle deelnemende leden van de studentenweerbaarheden in een sporthal. Op de dag zelf moeten we heel vroeg op om nog een keer te oefenen.”

En je uniform heb je van thuis meegenomen.

“Nee, de leden hebben zelf geen uniformen. Die zijn ooit gekocht door de vereniging en worden beheerd door een dienst van het leger die al dit soort pakken onderhoudt. Die zorgt dat het er piekfijn uitziet.”

Zag jij er als commandant afgelopen vrijdag hetzelfde uit als de andere Delftse studenten?

“Bijna wel. Alleen heeft de commandant een oranje riem in plaats van een zwarte en drie in plaats van twee bollen aan zijn schouder.”

Vind je het een mooi pak?

“Ons pak ziet er al jarenlang hetzelfde uit. Voor dit soort gelegenheden vind ik het een geschikt pak.”
WIE IS FRANK BOULAND?

Frank Bouland (23) legt volgende week zijn bestuursfunctie bij de Delftsche Studenten Weerbaarheid neer. De vijfdejaars student technische bestuurskunde wordt dan samen met twee andere bestuursleden opgevolgd door een nieuwe lichting. Het voorzitterschap bij de weerbaarheid was niet zijn eerste bestuursfunctie. Voor het bestuur van zeilvereniging Brielle stopte hij een jaar met zijn studie. Bouland is ook lid van de motorclub en de hockeyclub van het corps. Voor studievereniging Curius organiseert hij momenteel een studiereis naar China. De student heeft zijn bachelor bijna af en is al bezig met vakken uit de master. Wat hij na zijn studie wil doen, weet hij nog niet precies. “Ik wil wel de logistieke kant op.”

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.