Campus

Ik heb een enorme drive’

Ze ontwierp de bibliotheek en het Masterplan voor de TU. Daarnaast is Francine Houben hoogleraar bij Bouwkunde. Op woensdag 9 oktober houdt ze haar intreerede.

,,Er zijn architecten die beweren alleen op basis van de ratio te bouwen. Daar geloof ik niet in.”

Ze leeft in een roes. Sinds het eind van haar Delftse studententijd, halverwege de jaren tachtig. Een mooie roes, dat wel. Prof.ir. Francine Houben (47) heeft het druk % altijd. Ze ontwerpt voor haar bureau Mecanoo, ze is directeur van de Rotterdamse architectuurbiënnale en sinds anderhalf jaar leidt ze de leerstoel architectonische vormgeving en mobiliteitsesthetiek. ,,Ik ben altijd ambitieus geweest. Of nee, laat ik het anders zeggen: ik heb een enorme drive.”

Haar intreerede bij Bouwkunde spreekt ze volgende week woensdag uit, anderhalf jaar na haar aantreden. Eerder kwam het er niet van. En tijd voor een interview heeft ze ook nauwelijks. ,,Het zijn tropenjaren. Maar na de biënnale ga ik het een paar maanden rustig aan doen.”

Als student zat Houben al niet stil. Ze verbouwde het huis aan de Spoorsingel, dat haar vader voor zijn kinderen gekocht had: ze metselde en legde dakpannen. Ze protesteerde succesvol tegen de aanleg van geluidsschermen (,,Ik zag liever de spoorbaan, dan een geluidsscherm.”). En ze begon samen met vier medestudenten haar eigen architectenbureau Mecanoo. Alles deden ze zelf: telefoon opnemen, details tekenen, het bestek schrijven en de boekhouding voeren. Houben kijkt er met plezier op terug. ,,We wonnen een prijsvraag en hadden daardoor nauwelijks tijd om af te studeren. We waren al aan het bouwen.”

Maar die pionierstijd is voorbij. Langzamerhand breidde Mecanoo zich uit. Het ontwikkelde zich tot een nationaal en internationaal geroemd architectenbureau. Een winnaar van vele prijzen. ,,De begintijd had zijn charme, zonder dat was Mecanoo nooit geworden wat het nu is. Maar op dit moment heb ik meer tijd om mijn ideeën uit te werken. Ik kan veel meer kwijt dan vroeger.”

Zintuiglijk

Trots is ze op haar werk. Ze zegt het meerdere malen tijdens het gesprek. ,,Veel van onze ontwerpen functioneren goed en doorstaan de tand des tijds. En ze zijn heel zintuiglijk, mensen komen er graag. Ik ben altijd weer blij als ik zo veel studenten op het grasdak van de Delftse bibliotheek zie zitten. Goed gedaan, denk ik dan. Natuurlijk vind ik het belangrijk wat mensen van mijn gebouwen vinden. Ik wil begrepen worden. Je maakt de gebouwen toch altijd voor andere mensen.”

Stiekem hoopt ze dat haar architectuur invloed heeft. ,,Het ontwerpen van een villa vind ik fantastisch, maar je doet het maar voor één persoon. De wereld verandert er niet door. Ik lever ook graag een bijdrage aan de maatschappij. Ik ben net in Beijing geweest. Daar bouwen ze zoals wij direct na de Tweede Wereldoorlog woningen hebben weggezet. Het is geen architectonische opgave maar productie: woningbouwproduktie. Mecanoo heeft een traditie van maatschappelijke betrokkenheid. Ik vind dat er bij de stadsvernieuwing en uitbreidingswijken ook ruimte moet zijn voor architectuur.”

Ondanks het succes heeft Houben nog steeds heimelijke ontwerpersdromen: een nieuw gebouw voor het Stedelijk Museum op de Amsterdamse Zuid-as. Een groot museum in Egypte. Of depaviljoens die volgens haar Masterplan in de Delftse TU-wijk moeten komen. ,,Maar het hoeft niet groot te zijn, hoor”, voegt ze snel toe. ,,Ik ben ook dolblij geweest met een heel klein kapelletje dat ik voor Rotterdam Crooswijk heb ontworpen. Een opdracht moet me inspireren, moet een vuurtje aanwakkeren. Ik ben een creatief mens. De hersenen moeten direct denken: hier gaan we iets mee doen.”

Het vuurtje. De emotie. De intuïtie. Gevoel is belangrijk voor Houben. ,,Er zijn architecten die beweren alleen op basis van de ratio te bouwen. Daar geloof ik niet in. Ikzelf ben in ieder geval niet zo. Ieder mens heeft een gevoel voor schoonheid van binnen. Al is het natuurlijk de vraag of hij eraan toe wil geven.”

En Houben geeft eraan toe. Zoals toen Mecanoo van het Trusttheater de opdracht kreeg om de voormalige Lutherse Kerk in Amsterdam te verbouwen. Een strijd met het gebouw was het. Eerst vond Houben het afstotelijk (,,Wat moest ik met zo’n oud gebouw?”). Totdat ze zich realiseerde dat de houten kolommen % oorspronkelijk masten van schepen % tweehonderd jaar oude bomen waren geweest. ,,Uiteindelijk ben ik van het gebouw gaan houden.”

Simpel

Maar met gevoel alleen komt een architect er niet. Houben: ,,Een architect is geen kunstenaar die in zijn eigen gesloten wereld iets fantastisch kan bedenken. Bij architectuur speelt meer: budget, vierkante meters, logistiek. Het rationele neemt veel meer tijd in beslag, maanden, jaren van uitwerking. Intuïtie is een kwestie van seconden. Maar het mooiste is als de intuïtie en ratio elkaar tegenkomen.”

En daar liggen ook haar sterke punten. ,,Ik heb een goed analyserend vermogen, een sterke intuïtie en een gevoel voor esthetiek. En ik kan heel visionair zijn. Soms zitten onderhandelingen tussen partijen vast, omdat iedereen zijn persoonlijke invulling geeft aan een idee. Met een paar eenvoudige schetsen op papier kun je dan heel veel duidelijk maken.”

Kijken vrouwen anders naar architectuur? Ze glimlacht. ,,Die discussie heb ik altijd proberen af te houden. Toen ik studeerde was tien tot vijftien procent van de studenten vrouw op Bouwkunde. Bijna niemand van hen werd uiteindelijk architect. Ik wilde dat wel. Daar keken sommigen raar van op. Het stoorde me wanneer iemand me een vrouwelijke architect noemde. Nu ik ouder ben zie ik wel dat ik anders ben, in deze door mannen gedomineerde wereld. Ik probeer zaken simpel te houden, niet nodeloos te intellectualiseren. En ik stel me kwetsbaarder op dan anderen. Maar eigenlijk is dit voer voor psychologen. Daar bemoei ik me liever niet mee.”

‘A room with a view’, intreerede van prof.ir. Francine Houben. Op woensdag 9 oktober, 16.00 uur in de aula.

.aur Rik Kuiper

Ze ontwierp de bibliotheek en het Masterplan voor de TU. Daarnaast is Francine Houben hoogleraar bij Bouwkunde. Op woensdag 9 oktober houdt ze haar intreerede. ,,Er zijn architecten die beweren alleen op basis van de ratio te bouwen. Daar geloof ik niet in.”

Ze leeft in een roes. Sinds het eind van haar Delftse studententijd, halverwege de jaren tachtig. Een mooie roes, dat wel. Prof.ir. Francine Houben (47) heeft het druk % altijd. Ze ontwerpt voor haar bureau Mecanoo, ze is directeur van de Rotterdamse architectuurbiënnale en sinds anderhalf jaar leidt ze de leerstoel architectonische vormgeving en mobiliteitsesthetiek. ,,Ik ben altijd ambitieus geweest. Of nee, laat ik het anders zeggen: ik heb een enorme drive.”

Haar intreerede bij Bouwkunde spreekt ze volgende week woensdag uit, anderhalf jaar na haar aantreden. Eerder kwam het er niet van. En tijd voor een interview heeft ze ook nauwelijks. ,,Het zijn tropenjaren. Maar na de biënnale ga ik het een paar maanden rustig aan doen.”

Als student zat Houben al niet stil. Ze verbouwde het huis aan de Spoorsingel, dat haar vader voor zijn kinderen gekocht had: ze metselde en legde dakpannen. Ze protesteerde succesvol tegen de aanleg van geluidsschermen (,,Ik zag liever de spoorbaan, dan een geluidsscherm.”). En ze begon samen met vier medestudenten haar eigen architectenbureau Mecanoo. Alles deden ze zelf: telefoon opnemen, details tekenen, het bestek schrijven en de boekhouding voeren. Houben kijkt er met plezier op terug. ,,We wonnen een prijsvraag en hadden daardoor nauwelijks tijd om af te studeren. We waren al aan het bouwen.”

Maar die pionierstijd is voorbij. Langzamerhand breidde Mecanoo zich uit. Het ontwikkelde zich tot een nationaal en internationaal geroemd architectenbureau. Een winnaar van vele prijzen. ,,De begintijd had zijn charme, zonder dat was Mecanoo nooit geworden wat het nu is. Maar op dit moment heb ik meer tijd om mijn ideeën uit te werken. Ik kan veel meer kwijt dan vroeger.”

Zintuiglijk

Trots is ze op haar werk. Ze zegt het meerdere malen tijdens het gesprek. ,,Veel van onze ontwerpen functioneren goed en doorstaan de tand des tijds. En ze zijn heel zintuiglijk, mensen komen er graag. Ik ben altijd weer blij als ik zo veel studenten op het grasdak van de Delftse bibliotheek zie zitten. Goed gedaan, denk ik dan. Natuurlijk vind ik het belangrijk wat mensen van mijn gebouwen vinden. Ik wil begrepen worden. Je maakt de gebouwen toch altijd voor andere mensen.”

Stiekem hoopt ze dat haar architectuur invloed heeft. ,,Het ontwerpen van een villa vind ik fantastisch, maar je doet het maar voor één persoon. De wereld verandert er niet door. Ik lever ook graag een bijdrage aan de maatschappij. Ik ben net in Beijing geweest. Daar bouwen ze zoals wij direct na de Tweede Wereldoorlog woningen hebben weggezet. Het is geen architectonische opgave maar productie: woningbouwproduktie. Mecanoo heeft een traditie van maatschappelijke betrokkenheid. Ik vind dat er bij de stadsvernieuwing en uitbreidingswijken ook ruimte moet zijn voor architectuur.”

Ondanks het succes heeft Houben nog steeds heimelijke ontwerpersdromen: een nieuw gebouw voor het Stedelijk Museum op de Amsterdamse Zuid-as. Een groot museum in Egypte. Of depaviljoens die volgens haar Masterplan in de Delftse TU-wijk moeten komen. ,,Maar het hoeft niet groot te zijn, hoor”, voegt ze snel toe. ,,Ik ben ook dolblij geweest met een heel klein kapelletje dat ik voor Rotterdam Crooswijk heb ontworpen. Een opdracht moet me inspireren, moet een vuurtje aanwakkeren. Ik ben een creatief mens. De hersenen moeten direct denken: hier gaan we iets mee doen.”

Het vuurtje. De emotie. De intuïtie. Gevoel is belangrijk voor Houben. ,,Er zijn architecten die beweren alleen op basis van de ratio te bouwen. Daar geloof ik niet in. Ikzelf ben in ieder geval niet zo. Ieder mens heeft een gevoel voor schoonheid van binnen. Al is het natuurlijk de vraag of hij eraan toe wil geven.”

En Houben geeft eraan toe. Zoals toen Mecanoo van het Trusttheater de opdracht kreeg om de voormalige Lutherse Kerk in Amsterdam te verbouwen. Een strijd met het gebouw was het. Eerst vond Houben het afstotelijk (,,Wat moest ik met zo’n oud gebouw?”). Totdat ze zich realiseerde dat de houten kolommen % oorspronkelijk masten van schepen % tweehonderd jaar oude bomen waren geweest. ,,Uiteindelijk ben ik van het gebouw gaan houden.”

Simpel

Maar met gevoel alleen komt een architect er niet. Houben: ,,Een architect is geen kunstenaar die in zijn eigen gesloten wereld iets fantastisch kan bedenken. Bij architectuur speelt meer: budget, vierkante meters, logistiek. Het rationele neemt veel meer tijd in beslag, maanden, jaren van uitwerking. Intuïtie is een kwestie van seconden. Maar het mooiste is als de intuïtie en ratio elkaar tegenkomen.”

En daar liggen ook haar sterke punten. ,,Ik heb een goed analyserend vermogen, een sterke intuïtie en een gevoel voor esthetiek. En ik kan heel visionair zijn. Soms zitten onderhandelingen tussen partijen vast, omdat iedereen zijn persoonlijke invulling geeft aan een idee. Met een paar eenvoudige schetsen op papier kun je dan heel veel duidelijk maken.”

Kijken vrouwen anders naar architectuur? Ze glimlacht. ,,Die discussie heb ik altijd proberen af te houden. Toen ik studeerde was tien tot vijftien procent van de studenten vrouw op Bouwkunde. Bijna niemand van hen werd uiteindelijk architect. Ik wilde dat wel. Daar keken sommigen raar van op. Het stoorde me wanneer iemand me een vrouwelijke architect noemde. Nu ik ouder ben zie ik wel dat ik anders ben, in deze door mannen gedomineerde wereld. Ik probeer zaken simpel te houden, niet nodeloos te intellectualiseren. En ik stel me kwetsbaarder op dan anderen. Maar eigenlijk is dit voer voor psychologen. Daar bemoei ik me liever niet mee.”

‘A room with a view’, intreerede van prof.ir. Francine Houben. Op woensdag 9 oktober, 16.00 uur in de aula.

.aur Rik Kuiper

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.