Onderwijs

‘Ik geloof ze allemaal, en ook allemaal niet’

Wie ‘ombudsman’ zegt, denkt aan Frits Bom of Marcel van Dam. Niet van tv, maar minstens zo bekend aan de TU is drs. W.J.M. Knippenberg, sinds februari de eerste ombudsman voor studenten in Delft.

,,Het is verbijsterend hoe complex de TU voor studenten geworden is.”

Het staat in het vernieuwde studentenstatuut: ‘De TU regelt een ombudsvoorziening.’ En inderdaad, het is geregeld. Begin februari betrok Knippenberg als ombudsman zijn spreekkamer op de eerste verdieping van de Aula. Tot zijn eigen verbazing heeft hij nog niet fatsoenlijk de tijd gehad om zich daar te installeren. ,,Er is nog geen dag voorbij gegaan zonder dat studenten contact met mij opnamen. En dan ben ik nog niet eens bezig met promoten.” De ombudsfunctie voorziet blijkbaar in een behoefte.

De ombudsman is een vangnetconstructie; pas als studenten geen ander rechtsmiddel meer hebben, mogen ze een klacht bij hem indienen. Maar tot wie kan een student zich anders wenden als hij praktisch geen begeleiding ontvangt, of als hij zijn tentamen na maanden nog niet terug heeft gekregen? De drempel is dus niet zo hoog, en komen praten mag altijd, benadrukt Knippenberg. ,,Het is mijn bedoeling om door hoor en wederhoor tot een oplossing te komen. Daarbij geloof ik ze allemaal, en ook allemaal niet; dat is onpartijdigheid. Als het ook maar even mogelijk is, probeer ik te voorkomen dat er een klacht wordt indiend tegen een docent of begeleider, want dat is een zware maatregel.”
Belasting

Je hoort wel zeggen dat studenten tegenwoordig te veel rechten hebben. Knippenberg is het daar grondig mee oneens: ,,Het stikt hier van de plichten. Wat voor rechten staan daar nou tegenover? Kan een student eisen dat hij sneller een afspraak krijgt met zijn begeleider die nooit tijd schijnt te hebben? Nou, mooi niet.” Ondanks het grote aantal verplichtingen, vindt Knippenberg het vreemd dat er voor sommige zaken juist géén verplichting bestaat. Bijvoorbeeld dat tentamens niet verplicht zijn. ,,Op de middelbare school móest je toch ook deelnemen aan tentamens? Waarom hier dan niet? Ik zeg dat in het belang van de student zelf, want ik weet uit ervaring dat vertraging alleen maar meer vertraging oplevert.”

De student is behoorlijk goed op de hoogte van zijn rechten en plichten, en maakt daar ook gebruik van. Knippenberg vergelijkt dat met het betalen van belasting; iedereen is bereid belasting te betalen, maar zoekt wel goed uit hoe dat zo voordelig mogelijk kan. Daarom verbaast Knippenberg zich soms over het algemene gevoel van vanzelfsprekendheid onder studenten: ,,Ze hebben het idee dat alles wel goed geregeld zal zijn door de universiteit. Iets verder vooruitblikkend in de studie blijkt dat nog wel eens tegen te vallen. Dat komt misschien wel door de onoverzichtelijke hoeveelheid regelswaarmee de student te maken heeft. Het is echt verbijsterend hoe complex de TU wat dat betreft is geworden.”
Onderzoek

De ombudsman kan eigen onderzoek instellen, ‘zittingen’ organiseren en zijn uitspraak aan het college van bestuur voorleggen. Toch mag het college daarop naar eigen goeddunken handelen. En een student kan zijn gelijk niet bij een rechter halen met een uitspraak van de ombudsman. Wat is dan eigenlijk de macht van een ombudsman? Waar bestaat zijn autoriteit uit? Knippenberg vergelijkt: ,,Als ik mijn kratje pils moet inladen bij de supermarkt, dan parkeer ik de auto vaak op de stoep. Zegt een agent daar iets van, dan protesteer ik. Maar op het moment dat hij zijn bonnenboekje trekt, aarzel ik niet om mijn auto in het parkeervak te zetten. Zo is het denk ik ook met de ombudsman op de TU: niemand wil ruzie met de ombudsman. Het is helemaal niet gunstig om zo in de publiciteit te komen.”

De eerste kwesties zijn inmiddels opgelost door de ombudsman. Binnenkort gaat hij zich verder profileren; een tournee langs de studieverenigingen en zich verder nestelen op Internet. In de komende periode wordt veel ruchtbaarheid gegeven aan het werk van de ombudsman. Er komen brochures, rapporten en jaarverslagen en de ombudsman wordt genoemd in het studentenstatuut. Geen enkele student kan straks meer om Knippenberg heen. Zijn belangrijkste uitgangspunt bij de bemiddeling blijft ‘redelijkheid’. Hij laat zich daarbij leiden door zijn lijfspreuk. Die heeft hij overgehouden aan zijn studie in de VS, en staat voor in z’n agenda: ‘Fix the problem, not the blame‘.
(L.d.V.)

Wie ‘ombudsman’ zegt, denkt aan Frits Bom of Marcel van Dam. Niet van tv, maar minstens zo bekend aan de TU is drs. W.J.M. Knippenberg, sinds februari de eerste ombudsman voor studenten in Delft. ,,Het is verbijsterend hoe complex de TU voor studenten geworden is.”

Het staat in het vernieuwde studentenstatuut: ‘De TU regelt een ombudsvoorziening.’ En inderdaad, het is geregeld. Begin februari betrok Knippenberg als ombudsman zijn spreekkamer op de eerste verdieping van de Aula. Tot zijn eigen verbazing heeft hij nog niet fatsoenlijk de tijd gehad om zich daar te installeren. ,,Er is nog geen dag voorbij gegaan zonder dat studenten contact met mij opnamen. En dan ben ik nog niet eens bezig met promoten.” De ombudsfunctie voorziet blijkbaar in een behoefte.

De ombudsman is een vangnetconstructie; pas als studenten geen ander rechtsmiddel meer hebben, mogen ze een klacht bij hem indienen. Maar tot wie kan een student zich anders wenden als hij praktisch geen begeleiding ontvangt, of als hij zijn tentamen na maanden nog niet terug heeft gekregen? De drempel is dus niet zo hoog, en komen praten mag altijd, benadrukt Knippenberg. ,,Het is mijn bedoeling om door hoor en wederhoor tot een oplossing te komen. Daarbij geloof ik ze allemaal, en ook allemaal niet; dat is onpartijdigheid. Als het ook maar even mogelijk is, probeer ik te voorkomen dat er een klacht wordt indiend tegen een docent of begeleider, want dat is een zware maatregel.”
Belasting

Je hoort wel zeggen dat studenten tegenwoordig te veel rechten hebben. Knippenberg is het daar grondig mee oneens: ,,Het stikt hier van de plichten. Wat voor rechten staan daar nou tegenover? Kan een student eisen dat hij sneller een afspraak krijgt met zijn begeleider die nooit tijd schijnt te hebben? Nou, mooi niet.” Ondanks het grote aantal verplichtingen, vindt Knippenberg het vreemd dat er voor sommige zaken juist géén verplichting bestaat. Bijvoorbeeld dat tentamens niet verplicht zijn. ,,Op de middelbare school móest je toch ook deelnemen aan tentamens? Waarom hier dan niet? Ik zeg dat in het belang van de student zelf, want ik weet uit ervaring dat vertraging alleen maar meer vertraging oplevert.”

De student is behoorlijk goed op de hoogte van zijn rechten en plichten, en maakt daar ook gebruik van. Knippenberg vergelijkt dat met het betalen van belasting; iedereen is bereid belasting te betalen, maar zoekt wel goed uit hoe dat zo voordelig mogelijk kan. Daarom verbaast Knippenberg zich soms over het algemene gevoel van vanzelfsprekendheid onder studenten: ,,Ze hebben het idee dat alles wel goed geregeld zal zijn door de universiteit. Iets verder vooruitblikkend in de studie blijkt dat nog wel eens tegen te vallen. Dat komt misschien wel door de onoverzichtelijke hoeveelheid regelswaarmee de student te maken heeft. Het is echt verbijsterend hoe complex de TU wat dat betreft is geworden.”
Onderzoek

De ombudsman kan eigen onderzoek instellen, ‘zittingen’ organiseren en zijn uitspraak aan het college van bestuur voorleggen. Toch mag het college daarop naar eigen goeddunken handelen. En een student kan zijn gelijk niet bij een rechter halen met een uitspraak van de ombudsman. Wat is dan eigenlijk de macht van een ombudsman? Waar bestaat zijn autoriteit uit? Knippenberg vergelijkt: ,,Als ik mijn kratje pils moet inladen bij de supermarkt, dan parkeer ik de auto vaak op de stoep. Zegt een agent daar iets van, dan protesteer ik. Maar op het moment dat hij zijn bonnenboekje trekt, aarzel ik niet om mijn auto in het parkeervak te zetten. Zo is het denk ik ook met de ombudsman op de TU: niemand wil ruzie met de ombudsman. Het is helemaal niet gunstig om zo in de publiciteit te komen.”

De eerste kwesties zijn inmiddels opgelost door de ombudsman. Binnenkort gaat hij zich verder profileren; een tournee langs de studieverenigingen en zich verder nestelen op Internet. In de komende periode wordt veel ruchtbaarheid gegeven aan het werk van de ombudsman. Er komen brochures, rapporten en jaarverslagen en de ombudsman wordt genoemd in het studentenstatuut. Geen enkele student kan straks meer om Knippenberg heen. Zijn belangrijkste uitgangspunt bij de bemiddeling blijft ‘redelijkheid’. Hij laat zich daarbij leiden door zijn lijfspreuk. Die heeft hij overgehouden aan zijn studie in de VS, en staat voor in z’n agenda: ‘Fix the problem, not the blame‘.
(L.d.V.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.