Campus

‘Ik ben geen wetenschapper’

Diederik Samsom studeerde anderhalf jaar geleden af als stralingsfysicus bij het IRI, een vak dat hij koos uit betrokkenheid. Hij solliciteerde bij Greenpeace en kon een dag later beginnen met een onderzoek naar Sellafield.

Inmiddels is hij woordvoerder van de milieuorganisatie. ‘Bloedfanatiek’, zo omschrijft hij zichzelf.


1 Diederik Samsom: ,,Als ik denk dat iets goed is, wil ik dat het gebeurt”

,,Als ik denk dat iets goed is, dan ben ik arrogant genoeg om te willen dat het ook gebeurt. Greenpeace geeft me daarvoor de mogelijkheden. Maar relativeren in dit werk is wel belangrijk: 99 procent van de energie die je erin stopt, heeft geen zichtbaar resultaat. Dat krijg je recht in je gezicht terug. Het lijkt een beetje op het slaan in een rubber bal. Net zoals de VSSD doet, op kleinere schaal.”

Delft kent Samsom vooral als voorzitter van de VSSD. In die hoedanigheid was hij enkele jaren geleden een regelmatige verschijning in krantenkolommen en actualiteitenprogramma’s. Inmiddels is hij ook voor Greenpeace regelmatig als woordvoerder op tv te zien.

Op zijn vakbondsjaar kijkt Samsom nu terug als een tijd met beperkte mogelijkheden. ,,Zonder centen en personeel zitten er toch grenzen aan je mogelijkheden. Dat is bij Greenpeace anders. Bovendien heb je bij deze organisatie internationale contacten. Opwerking van Nederlands kernafval bijvoorbeeld gebeurt niet in Nederland. Dat is een internationaal probleem, waaraan Greenpeace ook in het buitenland moet werken.”

Samsom vond de milieuorganisatie al vanaf het begin van zijn studie sympathiek, vertelt hij. Toch werd hij actief bij de Koornbeurs, de VSSD en de LSVb. Want Greenpeace stond niet meteen te trappelen om gebruik te maken van zijn diensten: ,,Zes jaar geleden had ik al eens een brief geschreven, maar toen kreeg ik drie regels terug. En een informatiekrant die ik al had.”

Die houding veranderde echter op slag toen hij aan het afstuderen was. Iemand met nucleaire kennis kon Greenpeace wel gebruiken.

Bij de keuze voor zijn afstudeeronderwerp liet Samsom zich leiden door zijn maatschappelijke betrokkenheid. ,,Ik ben geen wetenschapper. Bij de vakgroep stralingstechnologie vindt nog maatschappelijke discussie plaats, naast het vak en de neutronen.”

Zijn onderzoek bestond eruit een meter te ontwerpen om zeer lage stralingsdoses te kunnen registreren. Een relevante opgave. Want de Nederlandse wetgeving op het gebied van nucleaire straling schrijft zulke lage normen voor, dat ze nauwelijks te meten waren. Er werd daarom beweerd dat het onmogelijk was de strenge wet na te leven.

Uiteindelijk lukte het Samsom om een significant stralingsverschil te meten. ,,Maar de methode is erg gevoelig. Ik stond ooit in een ziekenhuis te meten op een representatieve plek. Toen bleek er op die plek een betonpaal te hebben gestaan. En omdat beton sporen uranium bevat, warenmijn metingen onverwacht hoog.”
Mururoa

Samsom nam zich na zijn VSSD-bestuursjaar voor om hard te gaan blokken bij het Interfacultair Reactor Instituut. Afstuderen alleen vond hij echter niet genoeg. ,,Het IRI is een technisch inspirerende omgeving, maar na een half jaar heb ik Greenpeace opnieuw een brief geschreven of ik iets voor ze kon doen. Een dag later werd ik teruggebeld. Of ik de nucleaire installaties in Sellafield wilde bestuderen. Er stond zes maanden voor die opdracht, ik was na vier weken klaar.”

Samsom beschrijft: ,,Ik was net klaar tijdens het hoogtepunt van de affaire met de Brent Spar en Chirac’s aankondiging van nieuwe kernproeven. Om tegen die kernproeven te protesteren, moest men het fijne ervan weten. En zo rolde ik van de ene opdracht in de andere. Het was wel een groot contrast: mijn kamertje op het IRI met af en toe een niet erg geïnspireerde werkbespreking en de vierentwintig-uurs planning bij Greenpeace. Collega’s op het hoofdkantoor sliepen onder hun bureau omdat er telefoontjes vanuit de hele wereld kwamen. De euforie was groot. Achteraf gezien misschien wel te groot.”

Een doorbraak voor Samsom was een persconferentie die hij mocht geven voor Franse journalisten over de risico’s van kernproeven. ,,Ik had net met professor Ypma gesproken, een vulcanoloog. Mururoa is een dode vulkaan. Ik wist veel van wat een kernproef daarin teweeg kan brengen. Die persconferentie ging goed en kort daarna vroegen ze me of ik bij Greenpeace wilde komen werken.” Inmiddels heeft Samsom een vaste baan als campagnemedewerker.
Borssele

Volgens Samsom zijn z’n arbeidsvoorwaarden niet bijzonder. ,,Te vergelijken met een ambtenaar met een academische achtergrond. Overwerk wordt hier niet betaald, behalve als je een paar weken op een schip zit. Dan mag je ook het weekend meerekenen. Het meest van alles waardeer ik de OV-kaart.”

Op dit moment strijdt Samsom tegen de opwerking van afval uit Borssele in Frankrijk. ,,Ik ben er vanaf het begin bij betrokken. Uit opiniepeilingen blijkt dat vrijwel niemand weet wat opwerking is. Dus we zijn lokaal begonnen. We hebben alle mensen die langs de weg van het nucleair transport wonen een brief gestuurd, met een briefhoofd van de Zeeuwse electriciteitsmaatschappij EPZ. De inhoud van die brief luidde: ‘Wij besteden heel veel geld aan een nutteloos project waarvoor wij twaalf keer per jaar een nucleair transport langs uw deur sturen’. De EPZ reageerde furieus – wat wij graag zagen, want vóór deze actie weigerden ze elke discussie.”

Het volgende doelwit was het nucleair transport zelf. ,,Als je iets zo verwerpelijk vindt, dan moet je volgens ons proberen om het geweldloos te stoppen. Die transporten vinden in het grootste geheim plaats, maar dat ze altijd op dezelfde dag in de maand rijden is redelijk stupide. Je verzamelt een aantal mensen in de buurt van Borssele, maar de kerncentrale wordt tot twee kilometer in de omtrek streng bewaakt.”

Volgens Samsom heeft de centrale de beste bewaking van Nederland. ,,Ze kregen er natuurlijk lucht van, en stelden hettransport een week uit. Dan ben je aangewezen op het uithoudingsvermogen van de vrijwilligers. En intussen ga je zelf het plan dan herkauwen en herkauwen om uiteindelijk weer bij het oorspronkelijke plan uit te komen.”

Na de acties en de aandacht in de pers richtte Greenpeace haar pijlen op de politiek. Samsom: ,,Je stelt de eenvoudige vraag of lokale overheden op de hoogte zijn van het nucleair transport. Daar kregen we in België veel reacties op. Al met al is het een goed voorbeeld hoe je met een klein groepje momentum kunt creëren. De discussie is volop op gang gebracht. Alleen is het wachten nu op een antwoord uit Den Haag – zo saai is het dan ook weer wel.”

Paul Rutten

Diederik Samsom studeerde anderhalf jaar geleden af als stralingsfysicus bij het IRI, een vak dat hij koos uit betrokkenheid. Hij solliciteerde bij Greenpeace en kon een dag later beginnen met een onderzoek naar Sellafield. Inmiddels is hij woordvoerder van de milieuorganisatie. ‘Bloedfanatiek’, zo omschrijft hij zichzelf.


1 Diederik Samsom: ,,Als ik denk dat iets goed is, wil ik dat het gebeurt”

,,Als ik denk dat iets goed is, dan ben ik arrogant genoeg om te willen dat het ook gebeurt. Greenpeace geeft me daarvoor de mogelijkheden. Maar relativeren in dit werk is wel belangrijk: 99 procent van de energie die je erin stopt, heeft geen zichtbaar resultaat. Dat krijg je recht in je gezicht terug. Het lijkt een beetje op het slaan in een rubber bal. Net zoals de VSSD doet, op kleinere schaal.”

Delft kent Samsom vooral als voorzitter van de VSSD. In die hoedanigheid was hij enkele jaren geleden een regelmatige verschijning in krantenkolommen en actualiteitenprogramma’s. Inmiddels is hij ook voor Greenpeace regelmatig als woordvoerder op tv te zien.

Op zijn vakbondsjaar kijkt Samsom nu terug als een tijd met beperkte mogelijkheden. ,,Zonder centen en personeel zitten er toch grenzen aan je mogelijkheden. Dat is bij Greenpeace anders. Bovendien heb je bij deze organisatie internationale contacten. Opwerking van Nederlands kernafval bijvoorbeeld gebeurt niet in Nederland. Dat is een internationaal probleem, waaraan Greenpeace ook in het buitenland moet werken.”

Samsom vond de milieuorganisatie al vanaf het begin van zijn studie sympathiek, vertelt hij. Toch werd hij actief bij de Koornbeurs, de VSSD en de LSVb. Want Greenpeace stond niet meteen te trappelen om gebruik te maken van zijn diensten: ,,Zes jaar geleden had ik al eens een brief geschreven, maar toen kreeg ik drie regels terug. En een informatiekrant die ik al had.”

Die houding veranderde echter op slag toen hij aan het afstuderen was. Iemand met nucleaire kennis kon Greenpeace wel gebruiken.

Bij de keuze voor zijn afstudeeronderwerp liet Samsom zich leiden door zijn maatschappelijke betrokkenheid. ,,Ik ben geen wetenschapper. Bij de vakgroep stralingstechnologie vindt nog maatschappelijke discussie plaats, naast het vak en de neutronen.”

Zijn onderzoek bestond eruit een meter te ontwerpen om zeer lage stralingsdoses te kunnen registreren. Een relevante opgave. Want de Nederlandse wetgeving op het gebied van nucleaire straling schrijft zulke lage normen voor, dat ze nauwelijks te meten waren. Er werd daarom beweerd dat het onmogelijk was de strenge wet na te leven.

Uiteindelijk lukte het Samsom om een significant stralingsverschil te meten. ,,Maar de methode is erg gevoelig. Ik stond ooit in een ziekenhuis te meten op een representatieve plek. Toen bleek er op die plek een betonpaal te hebben gestaan. En omdat beton sporen uranium bevat, warenmijn metingen onverwacht hoog.”
Mururoa

Samsom nam zich na zijn VSSD-bestuursjaar voor om hard te gaan blokken bij het Interfacultair Reactor Instituut. Afstuderen alleen vond hij echter niet genoeg. ,,Het IRI is een technisch inspirerende omgeving, maar na een half jaar heb ik Greenpeace opnieuw een brief geschreven of ik iets voor ze kon doen. Een dag later werd ik teruggebeld. Of ik de nucleaire installaties in Sellafield wilde bestuderen. Er stond zes maanden voor die opdracht, ik was na vier weken klaar.”

Samsom beschrijft: ,,Ik was net klaar tijdens het hoogtepunt van de affaire met de Brent Spar en Chirac’s aankondiging van nieuwe kernproeven. Om tegen die kernproeven te protesteren, moest men het fijne ervan weten. En zo rolde ik van de ene opdracht in de andere. Het was wel een groot contrast: mijn kamertje op het IRI met af en toe een niet erg geïnspireerde werkbespreking en de vierentwintig-uurs planning bij Greenpeace. Collega’s op het hoofdkantoor sliepen onder hun bureau omdat er telefoontjes vanuit de hele wereld kwamen. De euforie was groot. Achteraf gezien misschien wel te groot.”

Een doorbraak voor Samsom was een persconferentie die hij mocht geven voor Franse journalisten over de risico’s van kernproeven. ,,Ik had net met professor Ypma gesproken, een vulcanoloog. Mururoa is een dode vulkaan. Ik wist veel van wat een kernproef daarin teweeg kan brengen. Die persconferentie ging goed en kort daarna vroegen ze me of ik bij Greenpeace wilde komen werken.” Inmiddels heeft Samsom een vaste baan als campagnemedewerker.
Borssele

Volgens Samsom zijn z’n arbeidsvoorwaarden niet bijzonder. ,,Te vergelijken met een ambtenaar met een academische achtergrond. Overwerk wordt hier niet betaald, behalve als je een paar weken op een schip zit. Dan mag je ook het weekend meerekenen. Het meest van alles waardeer ik de OV-kaart.”

Op dit moment strijdt Samsom tegen de opwerking van afval uit Borssele in Frankrijk. ,,Ik ben er vanaf het begin bij betrokken. Uit opiniepeilingen blijkt dat vrijwel niemand weet wat opwerking is. Dus we zijn lokaal begonnen. We hebben alle mensen die langs de weg van het nucleair transport wonen een brief gestuurd, met een briefhoofd van de Zeeuwse electriciteitsmaatschappij EPZ. De inhoud van die brief luidde: ‘Wij besteden heel veel geld aan een nutteloos project waarvoor wij twaalf keer per jaar een nucleair transport langs uw deur sturen’. De EPZ reageerde furieus – wat wij graag zagen, want vóór deze actie weigerden ze elke discussie.”

Het volgende doelwit was het nucleair transport zelf. ,,Als je iets zo verwerpelijk vindt, dan moet je volgens ons proberen om het geweldloos te stoppen. Die transporten vinden in het grootste geheim plaats, maar dat ze altijd op dezelfde dag in de maand rijden is redelijk stupide. Je verzamelt een aantal mensen in de buurt van Borssele, maar de kerncentrale wordt tot twee kilometer in de omtrek streng bewaakt.”

Volgens Samsom heeft de centrale de beste bewaking van Nederland. ,,Ze kregen er natuurlijk lucht van, en stelden hettransport een week uit. Dan ben je aangewezen op het uithoudingsvermogen van de vrijwilligers. En intussen ga je zelf het plan dan herkauwen en herkauwen om uiteindelijk weer bij het oorspronkelijke plan uit te komen.”

Na de acties en de aandacht in de pers richtte Greenpeace haar pijlen op de politiek. Samsom: ,,Je stelt de eenvoudige vraag of lokale overheden op de hoogte zijn van het nucleair transport. Daar kregen we in België veel reacties op. Al met al is het een goed voorbeeld hoe je met een klein groepje momentum kunt creëren. De discussie is volop op gang gebracht. Alleen is het wachten nu op een antwoord uit Den Haag – zo saai is het dan ook weer wel.”

Paul Rutten

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.