Onderwijs

HvA zet kansloze rechtszaken door

De Hogeschool van Amsterdam verliest de ene rechtszaak na de andere, steeds over dezelfde kwestie. Toch volhardt het bestuur in het wegsturen van ouderejaars studenten die zich te laat inschrijven.

Er zijn altijd wel een paar ouderejaars studenten bij wie iets misgaat en die zich pas in september herinschrijven voor hun studie. Maar dat mag niet meer bij de HvA. Het zou de organisatie van het onderwijs verstoren.

Van de rechter mag het wel. Al zeven keer ging de HvA dit studiejaar onderuit in de rechtszaal. In één geval weigerde de hogeschool zelfs het vonnis uit te voeren. Toen moest de student opnieuw naar de rechter, die een tweede vonnis moest vellen en zijn verbazing daarover nauwelijks kon onderdrukken.

De onderwijsrechters van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs begrijpen het probleem van de HvA niet: als studenten zich tot vlak voor het nieuwe studiejaar kunnen herinschrijven, zou het dan werkelijk zoveel problemen geven als enkele ouderejaars studenten door omstandigheden net iets later zijn dan 1 september?

De stroom aan rechtszaken begon met een student die midden in zijn stage alle zeilen moest bijzetten om zijn studie te mogen vervolgen. Zijn advocaat was verbijsterd over de harde aanpak van de hogeschool en het administratieve gedoe na het oordeel van de rechter dat de student toch verder mocht. De HvA maakte geen excuses, maar sprak van “een menselijke fout” en “een uitzonderlijke situatie”.

De meest recente uitspraak gaat over een student die ’s zomers in Marokko was en door familieomstandigheden te laat terugkwam in Nederland om op tijd zijn herinschrijving te regelen. Hij kreeg nul op het rekest bij de HvA.

Want, meent de hogeschool, het zou niet van respect getuigen voor de grote groep studenten die zich wél op tijd heeft ingeschreven als een klein groepje late inschrijvers toch zou worden toegelaten. De rechter noemt dat argument met enige nadruk “misplaatst”. De hogeschool heeft dat vast niet bij die grote groep studenten nagevraagd, aldus het vonnis.

Er lopen nog drie zaken, aldus de HvA. Jurist Kees Koppenol blijft de zaken doorzetten om “meer duidelijkheid” te krijgen, zegt hij. Want eerdere rechtszaken, ook bij andere hogescholen, zouden studenten bij het CBHO hebben verloren. “Kennelijk verschuift het standpunt enigszins.”

In eerdere zaken heeft de rechter inderdaad besloten dat een onderwijsinstelling de inschrijfdatum van 1 september streng mag hanteren. Toen gaf de doorslag dat late inschrijvers niet op tijd de machtiging voor het collegegeld instuurden. In de zaken tegen de HvA verzetten de rechters zich vooral tegen de procedure: de hogeschool zegt dat het belang van de student wordt afgewogen tegen het belang van de hogeschool, terwijl van een afweging helemaal niets blijkt.

Studenten lopen studievertraging op als ze in zulke zaken verwikkeld raken en naar het CBHO moeten stappen. Daar ziet Koppenol geen probleem in. “Als ze er last van hebben, kunnen ze een voorlopige voorziening aanvragen”, zegt hij. Dat is een tussenuitspraak van de onderwijsrechter: die kan dan bepalen dat een student blijft ingeschreven in afwachting van de definitieve uitspraak.

Hij vindt ook niet dat de HvA veel zaken voert, “als je kijkt naar het totale aantal inschrijvingen”. Andere studenten hebben zich neergelegd bij het standpunt van de HvA en lieten het niet op een rechtszaak aankomen. Eén studente won de zaak en wilde toch niet meer met terugwerkende kracht worden ingeschreven. “Terwijl de wereld zou instorten als ze niet werd ingeschreven”, aldus Koppenol. “Nou, dat viel kennelijk wel mee.”

De HvA hoeft de rest van de lopende zaken niet in te trekken, ook al zullen ze die waarschijnlijk verliezen. Anders dan in het strafrecht bestaat in het bestuursrecht niet zoiets als een strafblad. Wie in het strafrecht al eerder voor hetzelfde vergrijp is veroordeeld, kan strenger worden bestraft, maar het bestuursrecht heeft geen geheugen: in principe kan de hogeschool eindeloos dezelfde rechtszaak blijven voeren, tegen steeds weer andere studenten.

“Echter, lerende en behoorlijk handelende bestuursorganen worden geacht gelijke gevallen gelijk te behandelen”, zegt de Nijmeegse hoogleraar Raymond Schlössels, overigens zonder rechtstreeks op deze zaken te reageren. “Ik kan mij ook voorstellen dat het niet volgen van heldere rechtspraak (en keer op keer de burger tot beroep dwingen) geen correcte bejegening inhoudt.”

Reactie van het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam:

“De 1 septembermaatregel is landelijk ingevoerd, en wordt ook door het CBHO gesteund, om hogescholen te helpen het onderwijs beter en strakker te organiseren. Daar profiteren onze studenten en medewerkers van. We zien ook dat de regel effect heeft: sinds de invoering van de maatregel is het aantal verlate inschrijvingen met bijna 50% gedaald. We zijn ons ervan bewust dat deze harde regel, helaas, altijd uitzonderlijke situaties oplevert. Voor veel studenten zijn er, op basis van onze procedures, wel uitzonderingen gemaakt, bijvoorbeeld wanneer studenten in het afrondende deel van de opleiding zitten. Daarnaast is er voor studenten een tijdelijke voorziening [bij de rechter aan te vragen; red] zodat zij, zolang er geen juridische uitspraak is, wel kunnen studeren.

Omdat de regel relatief nieuw is onderzoeken we of en zo ja op welke onderdelen de uitzonderingen al dan niet moeten worden verruimd. Daarvoor moeten we eerst een beter beeld krijgen van de overwegingen van het CBHO. Er zijn nog drie lopende zaken. Die wachten we netjes af en verwachten de studenten voor de zomer meer duidelijkheid te kunnen bieden. Zoals gezegd is er voor de studenten wel de mogelijkheid om, in afwachting van de uitspraak, bij de HvA te kunnen studeren.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.