Campus

HTTP://ME

“I got my first computer – a Commodore 64 – when I was very young – 6 years old. I was a bit of a geek in school, and so was quite keen to learn DOS and other early computer skills.

From the Commodore I moved up to a 386 and then a Pentium. On the Pentium I used to try to play DOOM games over modem with my friends. Not long after I started using the Internet, playing Quake. This was cutting edge technology at the time!

Like most of the general public, before the internet I saw computers mostly as a platform for games. It wasn’t until the internet and Windows came along that I saw you could really get some work done on computers.


Because five years passed between finishing my Bachelor’s and starting my Master’s, I see in sharp relief how much the internet has changed research and education. As a Bachelor student I spent lots of time in the library looking for journal articles. Now everything is published online, and I can do a much larger percentage of my research work from home. Google Docs and Dropbox have also made file sharing so easy, making collaborating with classmates very efficient. I use these new tools every day as a student.


But all of this efficiency comes at a price. With so much distraction, you can easily get sucked into a wormhole and waste hours just goofing around. Personally, I’d say I spend about 60% of my time online for social and recreational reasons, and 40% for work. That’s not to say the 60% is all wasted time. I keep in touch with friends and family back in New Zealand through tumblr. By posting content there, I’m able to avoid writing many individual emails. It’s also nice to look through old posts and reflect on good times I’ve had, and how fortunate I am. It’s sort of like a journal in that respect. It’s very different from Facebook, where people tend to post lots of negative content in addition to the positive stuff.


This past summer I was farming in Montana (USA). The phenomenon of ‘ghost-riding the whip’, where you dance alongside a moving vehicle, was getting a lot of attention online, and people were posting videos to Youtube. Since I had the opportunity, I made a video of myself ghost-riding a combine harvester. The video turned out really well, and has gotten over 60,000 views on Youtube.”



My favorites:

e-flux.com/timebank/branch/den-haag

stuff.co.nz

tumblr.com/

youtube.com/watch?v=ak3Dbh2cukc

Persaandacht, valorisatie, congres, debat, dialoog, eigen pr, aantonen van het maatschappelijk nut van je onderzoek. De communicatietaak van wetenschappers is de afgelopen 25 jaar behoorlijk toegenomen. En wees eerlijk, wie wil er niet schitteren op de shortlist van beste populair wetenschappelijke boeken? Imago en publieke zichtbaarheid zijn geen vieze woorden meer binnen de academie. Zo ook voor de Delft Research Initiatives.

En het is juist binnen deze initiatieven dat communicatie door wetenschappers strategischer wordt. Op een warm bed van romantische wetenschappelijke passie, compassie en een gezonde dosis ijdelheid draagt weldoordachte communicatie bij aan het bereiken van individuele- en organisatiedoelen.
Binnen corporate science communication gaat het dan ook om het samenkomen van geloofwaardigheid, vertrouwen, integriteit, een maatschappelijk vooraanstaande rol en wetenschap van uitstekende kwaliteit op individueel- en op groepsniveau. Niet alleen in communicatie met het publiek, maar ook in contact met bedrijven, overheden, andere kennisinstellingen en collega wetenschappers over de hele wereld.

Eigenlijk gaat communicatie over wetenschap al 25 jaar niet meer alleen over het verheffen van het volk en het tegengaan van wetenschappelijke ongeletterdheid van het lekenpubliek. Voorlichten in de meest klassieke zin. Nee, communicatie over wetenschap is een onmisbaar element geworden in de discussie over de impact van wetenschap en techniek op de samenleving, het überhaupt kunnen beoefenen van wetenschap en het betrekken van de beste studenten bij onze universiteit. En omdat wetenschappers geen etalagepoppen zijn die je achter de ruit zet, staan in ons beeld de wetenschappers naast, of juist voor de communicatie en marketingmedewerkers, die de wetenschappers ondersteunen in hun communicatietaken en mede zorg dragen voor de onderlinge afstemming en de communicatiekwaliteit.

Worden wetenschappers dan geen buiksprekende etalagepoppen? Onzin, communicatie maakt juist dat wetenschap uitdagend, provocerend en passievol is. Het vuur van Prometheus moet gloeiend heet zijn, maar wel gestookt op integriteit, geloofwaardigheid en wetenschappelijke topprestaties. Dit is niet gemakkelijk en kost tijd en geld. Tijd en geld dat nodig is voor het communicatief coachen van wetenschappers, het ondersteunen van communicatieprofessionals in hun taken als adviseur en kennismakelaar en het koppelen van sociaalwetenschappers aan natuurwetenschappers in een embryonaal stadium van onderzoek (Delta-columnist Daan Schuurbiers hoopt daar 15 november op te promoveren aan deze universiteit). Ook aanmoedigingspremies voor communicatie passen in dit idee. Een sabbatical om dat populair wetenschappelijke boek te schrijven. Of dagelijks tijd, ruimte en ondersteuning voor communicatietaken voor wetenschappers die dat graag willen en er talent voor hebben. En dat zijn er best veel denken wij. Waarom eigenlijk niet een basiskwalificatie communicatie (BKC) naast die voor onderwijs (BKO)?

Kortom strategische corporate
science communication die bijdraagt aan een sterke positie van de onderzoeker en daarmee van zijn universiteit. In het allocatiemodel van de TU Delft is het niet alleen goed om dit te realiseren, maar ook belangrijk om te implementeren als je de beoogde kwaliteit en de intensiteit van een universiteit midden in de samenleving wilt waarmaken.

Maarten van der Sanden en Patricia Osseweijer zijn betrokken bij het onderzoek naar en onderwijs van wetenschapscommunicatie binnen de TU Delft (Science Education & Communication en Biotechnology and Society). Onlangs schreven zij samen het hoofdstuk ‘Effectively embedding science communication in academia: a second paradigm shift?’ in een boek over wetenschapscommunicatie (eds. David Bennett en Richard Jennings) dat volgend voorjaar verschijnt bij Cambridge University Press. 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.