Opinie

Hooglerarendiners

“Waar staat geschreven dat ik consequent moet zijn?” vroeg voormalig Feyenoord-voorzitter Cor Kieboom zich af. Nu heb ik weinig vertrouwen in Rotterdams intellect, maar deze uitspraak is interessant.

Mensen schrijven zichzelf een hoge mate van consistentie voor. Gelijke monniken, gelijke kappen; samen uit, samen thuis. Blijkbaar moet alles wat we ooit met onszelf hebben afgesproken tot in extremis worden volgehouden. Van je pad afwijken, je flexibel opstellen, allemaal verboden volgens de ijzeren wetten der consistentie. Deze consistentie strekt zich uit over tijd, plaats en mensen. Het aanpassen van je mening op basis van voortschrijdend inzicht wordt geïnterpreteerd als het verpatsen van je principes. Wat je in situatie A voorstond moet je ook in situatie B ten uitvoer brengen, anders ben je een opportunist. En jezelf anders behandelen dan anderen levert je het stempel hypocriet op. Doe een ander niet iets aan wat je jezelf ook niet aan doet. Niet voor niets is het eerste artikel uit onze grondwet gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel.

Des te interessanter is het dat in de wetenschap het hanteren van ‘lokale waarheden’ een uitstekend wetenschappelijk uitgangspunt is. Dat geldt voornamelijk voor de sociale wetenschappen. In de natuurwetenschappen gruwelt men daarvan omdat het contrasteert met de wetten die ‘anytime, anyplace, anywhere’ geldig moeten zijn. Universaliteit is de juiste norm, diversiteit zorgt voor uitzonderingen die de zaak slechts gecompliceerder maken.

Maar in de sociale wetenschappen zoekt men de tijdelijke waarheid omdat de sociale werkelijkheid vergankelijk is. Natuurlijk zijn bepaalde sociale verschijnselen universeel, maar hun verklaringen zijn veelal tijd- en plaatsgebonden. Werkloosheid is een vast kenmerk van ons kapitalistisch systeem, maar de verklaring van de massawerkloosheid in de jaren ‘ 20 (vraaguitval) is anders dan van die in de jaren ’80 (slecht functionerende arbeidsmarkten).  
In de managementwetenschappen spreekt men over ‘contingentie’. Uitgangspunt daarbij is dat one size does not fit all. Wat in het ene geval goed werkt, werkt averechts in een andere situatie. Ik leer mijn technische studenten dat het antwoord op iedere managementvraag begint met: It depends…. Een dergelijk antwoord stelt natuurlijk teleur, maar biedt wel het enige juiste alternatief. Toch vinden onze technische studenten het moeilijk om deze sociale wetmatigheid te accepteren, gewend als ze zijn om een unieke oplossing te berekenen. Gegeven dat veel technische studenten in managementfuncties terecht zullen komen, kan het geen kwaad om ze vroeg dit adagium te leren. Alleen zo hebben ze een kans om de two cultures van C.P Snow met elkaar te verbinden en hun verbeeldingswereld te vergroten.
De contingentiebenadering biedt ruimte voor de broodnodige nuancering en voorkomt dat wetenschappers zich opstellen als consultants voor wie alles een spijker is omdat ze alleen een hamer hebben. Overigens betekent ‘inconsistentie-vrijheid’ niet dat het TU Delft-management het morele recht heeft om enerzijds aflopende contracten niet te verlengen en anderzijds geld uit te geven aan dure verbouwingen van werkkamers en aan overbodige hooglerarendiners.

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

 

Naam: Tom Horsten
Leeftijd: 18 jaar
Studie: Civiele techniek
Advies: Positief

“Ik heb alle tentamens in de eerste periode gehaald, waardoor ik het maximale aantal van vijftien studiepunten heb. Daardoor had ik verwacht dat het advies positief zou zijn”, vertelt Tom Horsten.
Van tevoren had hij niet verwacht dat de tentamens hem zo gemakkelijk af zouden gaan. “Het viel erg mee. Voor sommige vakken heb ik hard gewerkt, voor sommige minder. Gelukkig waren de tentamenvragen gunstig en had ik geluk bij de vakken waarvoor ik minder goed had gestudeerd”.
Of het bsa een goed middel is om studenten bij de juiste studie te krijgen is voor Horsten de vraag. “Ik had het advies niet hoog in het vaandel staan. Ik vraag me af of het advies een goede indicatie geeft of de studie bij je past en of je goed aan het studeren bent.” Het bsa zorgt er wel voor dat hij harder werkt aan zijn studie dan dat hij zonder bsa gedaan zou hebben. “Ik weet nog niet wat ik in het tweede semester naast mijn studie ga doen. Waarschijnlijk steek ik dan iets minder energie in het studeren, maar nu is het eerst belangrijk om dat minimum van dertig punten te halen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.