Campus

Hoogleraren in de Feyenoordkunde

Aan de ultieme Feyenoordquiz, vorige week in De Kuip, namen tachtig fans deel. Onder hen bouwkundig ingenieur Paul Groenendijk, die zijn in 2005 behaalde titel ‘Professor Feyenoord’ verdedigde. De 85 vragen werden gesteld door Pierre van Hooijdonk.

Hoeveel Feyenoorders droegen een snor in de kampioenswedstrijd tegen Willem II in 1984? Hoeveel stoelen telt Vak S? (1271 stoelen). Wat was de bijnaam van notoire bierdrinker Jörgen Kristensen? (‘Jörgen Tuborg’).

Een beetje gek moet je wel zijn, als je je inschrijft voor de Professor Feyenoordquiz, die afgelopen vrijdagavond voor de tweede maal werd gehouden in de Maaszaal van De Kuip.

Titelverdediger Paul Groenendijk erkent schoorvoetend dat hij, toen hij vorig jaar als kersverse winnaar gehuld in de bijbehorende cape met baret thuiskwam, door zijn kinderen al gauw tot ‘Feye-nerd’ werd omgedoopt. “Heb ik zo mijn best gedaan om niet af te gaan in de quiz, sta ik hier alsnog voor lul”, was zijn schuchtere reactie bij de prijsuitreiking. Na de afronding van zijn opleiding bouwkunde in Delft, in 1984, wijdde de kersverse ingenieur zich aan vele publicaties over met name architectuur. Bovenal beviel hem zijn medewerking als fotoredacteur aan de prestigieuze, 45-delige reeks naslagwerken ‘Feyenoord Compleet’. Hij hield er een hoop leuke, maar nutteloze kennis aan over. Bovendien zit hij bij elke thuiswedstrijd te ‘studeren’, vanuit zijn vaste stoel in vak BB. “Het is een kwestie van op het juiste moment kunnen reproduceren van kennis”, verklaart hij zijn overwinning van 2005.

De cape, met zijn naam achterop geborduurd, heeft hij voor de quiz moeten inleveren. De mededeling ‘Wie wordt de opvolger van Paul Groenendijk?’ op de site van de supportersvereniging heeft hem geprikkeld. “Hoezo, opvolger”, vraagt hij quasi-verontwaardigd. Toch is de ‘professor-ingenieur’, voorafgaand aan de quiz, allesbehalve gerust op prolongatie van zijn titel. Zeker niet als hij het Delftse raadslid voor GroenLinks, Wim Bot, onder de deelnemers ontwaart. “Wim weet ook ontzettend veel. Ik kom hem vaak tegen in de trein, na afloop. Dan heeft Feyenoord weer ’s moeizaam in de laatste minuut met 2-1 gewonnen na een dramatische wedstrijd. ‘Zo, we hebben de puntjes weer binnen’, verzuchten we dan tegen elkaar.”

Tijdens de eerste 45 vragen ontglippen hem meermalen woorden als ‘moeilijk zeg’ uit de mond. Wie gaf nou die voorzet waaruit Ove Kindvall de winnende treffer in de Europa Cupfinale tegen Celtic scoorde? Rinus Israël of Guus Haak? Bij de tussenstand neemt hij met zijn team slechts een achttiende plaats in, niet hoog genoeg voor een finaleplaats. “We hebben een paar keer net misgegokt”, klinkt het mistroostig. Er waren niet zeven maar acht spelers snordragend in genoemde wedstrijd. “En het was toch Israël, niet Haak. Stom.”

Dankzij een goede eindsprint na de pauze, met 20 goede antwoorden op 25 vragen, wordt de finale toch bereikt. Groenendijk is opgelucht, de eer is gered. De koppels worden gesplitst, vanaf nu moet alles op eigen kracht.

Ook de finalevragen zijn redelijk pittig. Wie waren de vier tegenstanders op het toernooi op Curaao waaraan Feyenoord in 1946 meedeed? Zelfs de bezitter van een aan de Curaaoreis gewijd boek weet ze niet allemaal op te lepelen. Groenendijk reikt met vijf goede antwoorden (op vijftien vragen) niet verder dan een met Wim Bot en anderen gedeelde tiende plaats. Voor de drie hoogst geëindigden (acht goede antwoorden) volgt een barrage. Wie binnen drie minuten de meeste namen kan opschrijven van spelers die zowel bij Feyenoord als bij Ajax hebben gevoetbald (het zijn er 22 in totaal), mag zich de nieuwe Professor Feyenoord noemen. Voor één van de drie quizgiganten is het feit dat deze vraag met die club uit ‘020’ te maken heeft aanleiding om meteen boos zijn formulier in te leveren. “Da’t ga ik niet beantwoorden.” Hij laat zich alsnog overhalen, maar komt niet verder dan vijf spelers. Er bestaat van die kennis die je als rechtgeaarde Feyenoordsupporter liever verdringt. De winnaar, Wassili Meijer, komt tot achttien. Groenendijk weet er op een kladpapiertje twintig te reproduceren. Maar dat is buiten mededinging. Gelaten kijkt hij toe hoe zijn opvolger als de nieuwe ultieme bolleboos in de Feyenoordkunde in zijn cape gehesen wordt. “Hm, zo zag ik er dus vorig jaar uit…”, mompelt Groenendijk, toch wel enigszins opgelucht dat da’t hem dit keer bespaard blijft. (JT)

Hoeveel Feyenoorders droegen een snor in de kampioenswedstrijd tegen Willem II in 1984? Hoeveel stoelen telt Vak S? (1271 stoelen). Wat was de bijnaam van notoire bierdrinker Jörgen Kristensen? (‘Jörgen Tuborg’).

Een beetje gek moet je wel zijn, als je je inschrijft voor de Professor Feyenoordquiz, die afgelopen vrijdagavond voor de tweede maal werd gehouden in de Maaszaal van De Kuip.

Titelverdediger Paul Groenendijk erkent schoorvoetend dat hij, toen hij vorig jaar als kersverse winnaar gehuld in de bijbehorende cape met baret thuiskwam, door zijn kinderen al gauw tot ‘Feye-nerd’ werd omgedoopt. “Heb ik zo mijn best gedaan om niet af te gaan in de quiz, sta ik hier alsnog voor lul”, was zijn schuchtere reactie bij de prijsuitreiking. Na de afronding van zijn opleiding bouwkunde in Delft, in 1984, wijdde de kersverse ingenieur zich aan vele publicaties over met name architectuur. Bovenal beviel hem zijn medewerking als fotoredacteur aan de prestigieuze, 45-delige reeks naslagwerken ‘Feyenoord Compleet’. Hij hield er een hoop leuke, maar nutteloze kennis aan over. Bovendien zit hij bij elke thuiswedstrijd te ‘studeren’, vanuit zijn vaste stoel in vak BB. “Het is een kwestie van op het juiste moment kunnen reproduceren van kennis”, verklaart hij zijn overwinning van 2005.

De cape, met zijn naam achterop geborduurd, heeft hij voor de quiz moeten inleveren. De mededeling ‘Wie wordt de opvolger van Paul Groenendijk?’ op de site van de supportersvereniging heeft hem geprikkeld. “Hoezo, opvolger”, vraagt hij quasi-verontwaardigd. Toch is de ‘professor-ingenieur’, voorafgaand aan de quiz, allesbehalve gerust op prolongatie van zijn titel. Zeker niet als hij het Delftse raadslid voor GroenLinks, Wim Bot, onder de deelnemers ontwaart. “Wim weet ook ontzettend veel. Ik kom hem vaak tegen in de trein, na afloop. Dan heeft Feyenoord weer ’s moeizaam in de laatste minuut met 2-1 gewonnen na een dramatische wedstrijd. ‘Zo, we hebben de puntjes weer binnen’, verzuchten we dan tegen elkaar.”

Tijdens de eerste 45 vragen ontglippen hem meermalen woorden als ‘moeilijk zeg’ uit de mond. Wie gaf nou die voorzet waaruit Ove Kindvall de winnende treffer in de Europa Cupfinale tegen Celtic scoorde? Rinus Israël of Guus Haak? Bij de tussenstand neemt hij met zijn team slechts een achttiende plaats in, niet hoog genoeg voor een finaleplaats. “We hebben een paar keer net misgegokt”, klinkt het mistroostig. Er waren niet zeven maar acht spelers snordragend in genoemde wedstrijd. “En het was toch Israël, niet Haak. Stom.”

Dankzij een goede eindsprint na de pauze, met 20 goede antwoorden op 25 vragen, wordt de finale toch bereikt. Groenendijk is opgelucht, de eer is gered. De koppels worden gesplitst, vanaf nu moet alles op eigen kracht.

Ook de finalevragen zijn redelijk pittig. Wie waren de vier tegenstanders op het toernooi op Curaao waaraan Feyenoord in 1946 meedeed? Zelfs de bezitter van een aan de Curaaoreis gewijd boek weet ze niet allemaal op te lepelen. Groenendijk reikt met vijf goede antwoorden (op vijftien vragen) niet verder dan een met Wim Bot en anderen gedeelde tiende plaats. Voor de drie hoogst geëindigden (acht goede antwoorden) volgt een barrage. Wie binnen drie minuten de meeste namen kan opschrijven van spelers die zowel bij Feyenoord als bij Ajax hebben gevoetbald (het zijn er 22 in totaal), mag zich de nieuwe Professor Feyenoord noemen. Voor één van de drie quizgiganten is het feit dat deze vraag met die club uit ‘020’ te maken heeft aanleiding om meteen boos zijn formulier in te leveren. “Da’t ga ik niet beantwoorden.” Hij laat zich alsnog overhalen, maar komt niet verder dan vijf spelers. Er bestaat van die kennis die je als rechtgeaarde Feyenoordsupporter liever verdringt. De winnaar, Wassili Meijer, komt tot achttien. Groenendijk weet er op een kladpapiertje twintig te reproduceren. Maar dat is buiten mededinging. Gelaten kijkt hij toe hoe zijn opvolger als de nieuwe ultieme bolleboos in de Feyenoordkunde in zijn cape gehesen wordt. “Hm, zo zag ik er dus vorig jaar uit…”, mompelt Groenendijk, toch wel enigszins opgelucht dat da’t hem dit keer bespaard blijft. (JT)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.