Campus

Hogeschool Utrecht: ‘We moesten pas op de plaats maken’

De Hogeschool Utrecht wil zijn onderwijs graag verbeteren. Daarbij zou het helpen als de overheid stabiel beleid voert, zegt collegevoorzitter Geri Bonhof.


Het zijn wat je noemt ‘uitdagende jaren’ voor de Hogeschool Utrecht. De hbo-instelling verkeert in de onderste regionen van de landelijke ranglijsten, maar is vastbesloten zich te herpakken. De gemaakte plannen voor de prestatieafspraken met staatssecretaris Zijlstra zijn alvast bestempeld als ‘zeer goed’, maar gaat het ook werkelijk lukken?



De Elsevier-ranking is net verschenen en de Hogeschool Utrecht scoort opnieuw niet bijzonder goed. Wat vindt u daarvan?

“Ik moet voorzichtig zijn, want we analyseren de uitkomsten nog. We staan niet meer onderaan, dus we doen het wellicht iets beter. Belangrijk is het zeker, want de positie in een ranglijst doet nu eenmaal veel voor de reputatie van de hogeschool. Maar we kunnen niet alleen op deze ranglijsten letten, die zich op het oordeel van voltijdsstudenten baseren. We moeten ook kijken naar de tevredenheid van deeltijdstudenten, afgestudeerden en werkgevers.”



U heeft dit studiejaar een numerus fixus ingesteld voor de economische opleidingen en gaat studenten selecteren. Brengt u de toegankelijkheid niet in gevaar?

“We moesten een pas op de plaats maken. Deze opleidingen zijn jaar na jaar hard gegroeid en de financiering is gebaseerd op het aantal studenten van twee jaar eerder. Daardoor kwamen we telkens wat geld tekort. Bovendien werd het moeilijk om voldoende gekwalificeerde docenten te werven voor zoveel studenten.”



Kan een grote, algemene hbo-opleiding zwakkere studenten weigeren? Is dat niet ‘topopleiding spelen’?

“We hebben die fixus niet ingesteld om topstudenten te krijgen, maar om de instroom te beperken. Als je eenmaal zo’n numerus fixus hebt, is er altijd sprake van selectie. Zodra je gaat loten, maken studenten met hogere cijfers meer kans. Bovendien loten mbo’ers, havisten en vwo’ers door elkaar heen. Mbo’ers halen vaak hogere cijfers, waardoor ze naar verhouding sneller toegelaten werden. Dat is eigenlijk niet eerlijk.”



Gaat deze maatregel het studiesucces verbeteren?

“Er is meer voor nodig. Wij moeten met name de binding tussen studenten en docenten verbeteren. Maar we hebben niet alles zelf in de hand. Eerstejaars studenten zijn tegenwoordig steeds minder geletterd en gecijferd. Daar komt nu hopelijk weer verandering in met de strengere exameneisen in het middelbaar onderwijs. Dat zullen wij ook merken. Verder zou de overheid beter moeten meewerken.”



Wat moet de overheid dan doen?

“Bijvoorbeeld de inschrijfdatum voor het hoger onderwijs vervroegen naar 1 mei, zodat we genoeg tijd hebben voor matchtingsgesprekken. Er zijn studenten die zich nu nog bij ons aanmelden en volgens de wet moeten wij hen inschrijven, ook al is het onderwijs al een maand bezig. Ik ben juf geweest, voor mij is zoiets onbegrijpelijk. De soap van de langstudeerboete is ook erg ongelukkig. Wij moesten zelf uitzoeken welke studenten langstudeerders zijn, we moesten de studenten op de  hoogte stellen, ook als er weer eens iets aan de plannen veranderde… Het kostte zoveel tijd en moeite om alles op zo’n systeem af te stemmen en nu moeten we die boetes weer terugbetalen. En het heeft bij studenten zoveel leed veroorzaakt… De telefoon staat nu roodgloeiend van de studenten die om de boete waren gestopt en zich weer willen aanmelden.”



VVD en PvdA willen een leenstelsel invoeren. Wat denkt u daarvan?

“Ik ben ervoor, als er een goed vangnet is voor terugbetalers. Er komen steeds meer studenten en we hebben telkens iets minder budget. En ik wil ook helemaal niet met het primair en middelbaar onderwijs concurreren om het geld. Daar is de nood ook hoog.”



In de prestatieafspraken met het ministerie staat dat u de dalende trend van het studiesucces wilt keren. Is dat wel ambitieus genoeg?

“Ja. We hebben met de vijf grote Randstadhogescholen onderling overlegd wat we voor doelen zouden stellen. We hebben allemaal met hetzelfde probleem te maken: een zeer diverse instroom. Daar kregen we extra geld voor, maar onder invloed van de PVV is dat budget wegbezuinigd. Daarmee verdween het probleem natuurlijk niet.”

“De prestatieafspraken gaan ook niet over studiesucces alleen. We hebben ook keuzes gemaakt voor zwaartepunten in ons onderzoek: creatieve industrie, duurzaamheid, zorg & technologie en wonen & werken in de wijk. Daarin moesten we pijnlijke keuzes maken. Het is nooit leuk om tegen iemand te zeggen: je doet het hartstikke goed, maar je lectoraat past niet in ons profiel.”



Wat is belangrijker: dat een lector goed werk aflevert of dat hij in het profiel past?

“Sommige lectoren passen de richting van hun onderzoek gewoon aan. Dat kan natuurlijk ook. Het is van belang om te focussen, anders haal je de top nooit. Wij zijn bijvoorbeeld heel goed in onderzoek naar schuldhulpverlening. Dat is een vreselijk belangrijk onderwerp. Het is verstandig om niet alles tegelijk te willen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.