Onderwijs

Hoger onderwijs krijgt meer financiële zekerheid

Minister Ritzen wil de universiteiten en hogescholen voor langere termijn zekerheid bieden over de subsidie die zij jaarlijks van de overheid ontvangen.

Ook wil hij universiteiten de mogelijkheid bieden om vijfjarige opleidingen te beginnen. Deze bestaan uit een driejarige basis- en een tweejarige kopopleiding.

Deze voorstellen staan in het nog vertrouwelijke Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (Hoop), het tweejarige beleidsdocument van de bewindslieden van het ministerie van onderwijs, minister Ritzen en staatssecretaris Nuis. Het Hoop wordt gepresenteerd op Prinsjesdag.

Ritzen en Nuis willen met elke universiteit en hogeschool apart voor een aantal jaren afspraken maken over de bekostiging, de overheidssubsidie. De subsidie wordt daarbij gebaseerd op het aantal diploma’s dat de instelling denkt te gaan afgeven. Ook wordt de bekostiging zo veranderd, dat de instellingen minder gevoelig worden voor fluctuaties in het aantal eerstejaars.

De minister beschouwt de nieuwe bekostiging als een stimulans om slechte studenten eerder te verwijzen naar een andere opleiding, of naar een ander soort onderwijs. Het idee is dat een student al na een half jaar een eerste advies krijgt, en na twee jaar nog één. Van selectie aan de poort is dan geen sprake meer.

Ook denkt Ritzen dat de prestatiebekostiging de universiteiten en hogescholen ertoe zal aanzetten de studenten die geschikt zijn bevonden zonder vertraging naar de eindstreep te leiden. Universitaire studenten doen nu nog gemiddeld vijf jaar en acht maanden over hun studie, hbo’ers 4,5 jaar. Ritzen wil dat studenten niet meer tijd gebruiken dan de opleiding officieel duurt. Nu is dat meestal vier jaar.

In de toekomst gaat die lengte variëren. Universiteiten mogen kiezen: zij kunnen hun vierjarige opleidingen handhaven, maar mogen ook nieuwe, vijfjarige studies aanbieden. Die bestaan uit een driejarige basis- en een vervolgopleiding die meestal twee jaar zal duren. Slechts een beperkte groep studenten zal worden toegelaten tot de vervolgopleiding.

De hogescholen worden verplicht om naast hun vierjarige opleidingen nieuwe, driejarige studies samen te stellen voor studenten met een mbo- of vwo-diploma. Onduidelijk is nog welke titels worden verstrekt aan het eind van de verschillende opleidingen. Overigens meldt het Hoop dat het totaal aantal opleidingen in het hoger onderwijs omlaag moet. Nu zijn dat er ongeveer zeshonderd.

Ook in de toekomst wil minister Ritzen de studiefinanciering koppelen aan de cursusduur. Dat betekent dat studenten die een vijfjarige opleiding gaan volgen ook in het vierde en vijfde jaar een beurs krijgen. De fundamentele discussie over de toekomst van de studiefinanciering wil Ritzen nog altijd pas beginnen als vaststaat dat de prestatiebeurs wordt ingevoerd, aldus een woordvoerder. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Minister Ritzen wil de universiteiten en hogescholen voor langere termijn zekerheid bieden over de subsidie die zij jaarlijks van de overheid ontvangen. Ook wil hij universiteiten de mogelijkheid bieden om vijfjarige opleidingen te beginnen. Deze bestaan uit een driejarige basis- en een tweejarige kopopleiding.

Deze voorstellen staan in het nog vertrouwelijke Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (Hoop), het tweejarige beleidsdocument van de bewindslieden van het ministerie van onderwijs, minister Ritzen en staatssecretaris Nuis. Het Hoop wordt gepresenteerd op Prinsjesdag.

Ritzen en Nuis willen met elke universiteit en hogeschool apart voor een aantal jaren afspraken maken over de bekostiging, de overheidssubsidie. De subsidie wordt daarbij gebaseerd op het aantal diploma’s dat de instelling denkt te gaan afgeven. Ook wordt de bekostiging zo veranderd, dat de instellingen minder gevoelig worden voor fluctuaties in het aantal eerstejaars.

De minister beschouwt de nieuwe bekostiging als een stimulans om slechte studenten eerder te verwijzen naar een andere opleiding, of naar een ander soort onderwijs. Het idee is dat een student al na een half jaar een eerste advies krijgt, en na twee jaar nog één. Van selectie aan de poort is dan geen sprake meer.

Ook denkt Ritzen dat de prestatiebekostiging de universiteiten en hogescholen ertoe zal aanzetten de studenten die geschikt zijn bevonden zonder vertraging naar de eindstreep te leiden. Universitaire studenten doen nu nog gemiddeld vijf jaar en acht maanden over hun studie, hbo’ers 4,5 jaar. Ritzen wil dat studenten niet meer tijd gebruiken dan de opleiding officieel duurt. Nu is dat meestal vier jaar.

In de toekomst gaat die lengte variëren. Universiteiten mogen kiezen: zij kunnen hun vierjarige opleidingen handhaven, maar mogen ook nieuwe, vijfjarige studies aanbieden. Die bestaan uit een driejarige basis- en een vervolgopleiding die meestal twee jaar zal duren. Slechts een beperkte groep studenten zal worden toegelaten tot de vervolgopleiding.

De hogescholen worden verplicht om naast hun vierjarige opleidingen nieuwe, driejarige studies samen te stellen voor studenten met een mbo- of vwo-diploma. Onduidelijk is nog welke titels worden verstrekt aan het eind van de verschillende opleidingen. Overigens meldt het Hoop dat het totaal aantal opleidingen in het hoger onderwijs omlaag moet. Nu zijn dat er ongeveer zeshonderd.

Ook in de toekomst wil minister Ritzen de studiefinanciering koppelen aan de cursusduur. Dat betekent dat studenten die een vijfjarige opleiding gaan volgen ook in het vierde en vijfde jaar een beurs krijgen. De fundamentele discussie over de toekomst van de studiefinanciering wil Ritzen nog altijd pas beginnen als vaststaat dat de prestatiebeurs wordt ingevoerd, aldus een woordvoerder. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.