Campus

’Hier gaat het elk half uur over wéér een doorbraak’

Het is een mooie zomerse traditie op Lindau. Een week lang ontmoeten tientallen Nobelprijswinnaars en honderden jonge wetenschappers elkaar op dit schilderachtige schiereiland. Quantumonderzoeker
Bas Hensen was er dit jaar bij.

Het is een mooie zomerse traditie op Lindau. Een week lang ontmoeten tientallen Nobelprijswinnaars en honderden jonge wetenschappers elkaar op dit schilderachtige schiereiland. Quantumonderzoeker Bas Hensen was er dit jaar bij.

Het kalme blauwe water van de Bodensee, een ronde witstenen vuurtoren en een stenen leeuw die de entree van de havenkom markeren. Eromheen loopt de boulevard en daarachter begint de oude binnenstad van Lindau met kromme nauwe straatjes, een kerk, een oud theater en een stadhuis uit veertienzoveel. ’s Zomers vindt op dit Beierse schiereiland traditioneel een opeenstapeling van IQ plaats. Hoogleraren begeven zich dan door de nauwe straatjes van de Insel Halle naar de Kirchplatz of naar het Altes

Rathaus. Zoals een Higgsdeeltje massa ontleent aan de omringende deeltjes, zo worden de hoogleraren omgeven door zwermpjes jonge wetenschappers die met hen willen verkeren. Want dit zijn niet zomaar professoren: het zijn stuk voor stuk Nobelprijswinnaars. Dit jaar, vanwege het 65-jarig bestaan van deze traditie der Lindau Ontmoetingsdagen, zijn er 65 Nobelprijswinnaars aanwezig en 650 jonge wetenschappers. Het is niet alleen vanwege het lustrum een bijzondere conferentie, maar ook omdat het een interdisciplinaire bijeenkomst is met Nobellaureaten uit de vakgebieden chemie, natuurkunde en geneeskunde/fysiologie.

88 Nationaliteiten, 2 Delftenaren
Ze zijn vanuit alle uithoeken van de wereld gekomen. De KNAW, die de Nederlandse inzending organiseerde, houdt het op 88 verschillende nationaliteiten. Amerikanen zijn in de meerderheid en er zijn veel Duitsers. Uit Nederland zijn er zeven deelnemers, onder wie twee promovendi uit Delft: ir. Bas Hensen en dr. Andreas Reiserer. Beiden zijn werkzaam op de afdeling quantumtransport van het Kavli-instituut voor quantum nanoscience bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen.

De oorsprong van het evenement ligt bij twee wetenschappers uit Lindau die in 1949 samen met graaf Lennart Bernadotte het initiatief namen tot een ‘Europese Ontmoeting van Nobel Laureaten’. Ze wilden daarmee, kort na de Tweede Wereldoorlog, bijdragen aan een verzoening tussen de volkeren. Twee jaar later, in 1951, gaven zes Nobelprijswinnaars gehoor aan de oproep en weer twee jaar later werden de eerste studenten erbij uitgenodigd. Vijfenzestig jaar later is de Ontmoeting enorm gegroeid maar de grondgedachte is nog steeds hetzelfde: jonge wetenschappers inspireren en motiveren door hen in contact te brengen met de beste en briljantste geesten uit de wetenschap. Ook is het evenement nog altijd politieke betrokken en idealistisch van karakter: slimme mensen kunnen de wereld beter maken.

Nederlandse delegatie
Bas Hensen werd voor deelname voorgedragen, want zo gaat dat. De KNAW polste leden van de Jonge Akademie voor namen van bijzondere en talentvolle jonge onderzoekers die geschikt zouden zijn om als Nederlandse delegatie naar Lindau uitgezonden te worden. Hoogleraar Ronald Hanson, lid van de Jonge Akademie, droeg daarop Hensen voor, waarna het balletje ging rollen.

Aanvankelijk twijfelde Hensen. Hij moest zoveel motivatiebrieven schrijven en aanbevelingen regelen dat hij zich begon af te vragen of het wel de moeite waard was. Op een gewone conferentie ontmoet je mensen die in hetzelfde veld werken als jij en je hoort de laatste ontwikkelingen in je vakgebied. Maar bij een ontmoeting tussen wetenschappers uit disciplines als geneeskunde, biologie, chemie en natuurkunde begonnen bij hem toch twijfels te rijzen over het nut van het gebeuren. Het voelde een beetje nutteloos, erkent hij.

Maar toen hij een paar weken voor zijn vertrek het lijvige programmaboek ontving met beschrijvingen van de Nobellaureaten en de onderwerpen van hun lezingen, kreeg hij er zin in.

Inspireren en motiveren
Het is de bedoeling om jonge mensen te inspireren en te motiveren. Is dat bij hem gelukt? Hensen vindt van wel. Nobellaureaten geven graag tips aan jonge mensen hoe ze succesvol kunnen worden in de wetenschap. De een (natuurkundige Eric Betzig) zegt: doe je eigen ding en laat je niet van de wijs brengen door anderen. Een ander (astrofysicus Saul Perlmutter) benadrukt juist de rol van een grote groep mensen jaren lang gefocust houden. Anders had hij nooit kunnen aantonen dat het heelal steeds sneller uitdijt (Nobelprijs 2011). Aan de letterlijke tips heb je niet veel omdat ze nogal tegenstrijdig zijn. Maar wat al die mensen bindt, en dat kreeg Hensen ook mee, is de wetenschappelijke methode. Of zelfs: een wetenschappelijke attitude die zich kenmerkt door een cyclus van twijfel, onderzoek, hypothese en testen. De meest uitgesproken advocaat van de wetenschappelijke methode was wel de scheikundige Harry Kroto die met een brede Britse belezenheid van leer trok tegen creationisme in de schoolbanken, tegen luiheid in het denken en gemakzuchtig ontkennen van klimaatverandering. Wetenschappers maken een procent van de mensheid uit, hield Kroto zijn publiek voor. Maar die ene procent zorgt wel voor vooruitgang in de vorm van penicilline, anesthesie en DNA-profielen. Een hilarische kerel, zegt Hensen, en erg snel.

Het programma
Behoorlijk vol zat het programma. Iedere dag begint met een vroeg ontbijt en lezingen lopen vanaf negen uur tot de lunch. ’s Middags is er een paneldiscussie gevolgd door een vragenuurtje waar de jongeren in discussie kunnen met de laureaten die ’s morgens een voordracht hebben gehouden. Vanaf half acht is er dan een onderhoudend samenkomen, georganiseerd door een gastland, gevolgd door diner en dans.

Voor Hensen was het een bijzondere week. Op iedere andere conferentie krijgt een Nobelprijswinnaar alle ruimte in het programma en durft niemand hem of haar op de klok te wijzen. Hier kreeg iedereen strikt een half uur en daardoor bleef er vaart in het programma. Bovendien gaan bijdragen op vaksymposia over kleine stapjes vooruit. Hier ging het elk half uur opnieuw over wéér een doorbraak. Anders dan verwacht vond Hensen de verhalen buiten zijn vakgebied het leukst. Na de lezing van Harold Varmus begreep hij opeens hoe moeilijk kankeronderzoek is. Dat iedere patiënt een andere, eigen vorm van kanker heeft en dat elke patiënt dus een persoonlijk medicijn nodig heeft.

Lezingen openbaar
Het is ondoenlijk om uit zo’n overweldigend aanbod een verantwoorde selectie te maken. Vandaar dat de organisatie al sinds jaar en dag alle lezingen via haar website openbaar maakt. Daar zitten juweeltjes tussen. Hensen noemde een stel favorieten. Eén van hen was de Amerikaanse quantumfysicus William Phillips die hij ‘fantastische reclame’ vond maken voor zijn eigen werkterrein van de quantuminformatica. Hij had erg genoten van de Engels/Amerikaanse bioloog Jack Szostak die vertelde over zijn onderzoek naar het eerste begin van leven vanuit een vulkanische poel met rudimentaire RNA-strengen. En de Amerikaanse natuurkundige en oud-energieminister Stephen Chu maakte indruk. Niet alleen had Chu serieus natuurkundig onderzoek gedaan (naar laser cooling), hij wist ook alles van zonnepanelen, kernreactoren, batterijen, watertekort in Californië en genetisch gemodificeerde gewassen.

Tijdens de vragenuurtjes in de middag kwamen de jonge wetenschappers meer aan het woord. Daarbij bleek dat ze zich zorgen maakten over hun verdere loopbaan. Er trekt een zwerm van hooggeschoolde postdocs over de wereld op zoek naar meer onderzoeks-ervaring en misschien, hopelijk, ooit een vaste baan in onderzoek en een tenure track. Maar dat is zelfs voor deze uitverkoren toptalenten geen uitgemaakte zaak.

Ongerustheid
Vrijdag stapte de delegatie aan boord van een glimmend schip op weg naar het eilandje Mainau – eigendom van de familie Bernadotte die ooit de conferentie begon. Bijna zestig jaar eerder hadden de grote geesten daar een verklaring opgesteld waarin ze hun zorgen uitten over de productie van kernwapens. De wapenwedloop was toen nog maar net begonnen.

Nu uitten de wetenschappers opnieuw hun ongerustheid. ‘We geloven dat onze huidige wereld een dreiging van een vergelijkbare grootte tegemoet ziet’, aldus de opstellers van de Mainau Declaration 2015 on Climate Change.

Vooropgesteld dat biologen, artsen, chemici en natuurkundigen niet deskundig zijn op het gebied van klimaat, stellen ze wel vast dat het VN-klimaatpanel IPCC op solide wetenschappelijke basis tewerk is gegaan en dat hun komende rapport de beste bron van informatie is over de staat van het klimaat.

Ze sluiten af met: ‘De wereld moet haast maken met verminderen van huidige en toekomstige uitstoot van broeikasgassen om het risico van substantiële klimaatverandering te verminderen. We vinden dat landen tijdens de VN-klimaatconferentie in december 2015 in Parijs de kans moeten grijpen om de uitstoot terug te brengen. Dat zal een internationale samenwerking vergen en borging door herhaalde wetenschappelijke vaststellingen.’

Oud-energieminister Stephen Chu voegde er als zelfverklaard optimist aan toe dat overheden langetermijnonderzoek bij bedrijven kunnen stimuleren met fiscale maatregelen. Zo zouden gemotiveerde jonge wetenschappers bij R&D-afdelingen aan de slag kunnen met (energie)oplossingen voor de toekomst.

Bekijk lezingen van topwetenschappers op www.mediatheque.lindau-nobel.org
Begin eens met Saul Perlmutter, William Phillips en Harold Kroto.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.