Campus

‘Het vriest dat het kraakt’

Ondermijning, miskenning, betutteling en verstikking. De universiteitsbestuurders kwamen afgelopen maandag bij de opening van het academisch jaar woorden tekort om zich te beklagen over de ‘bemoeizucht’ van minister Ritzen met de kwaliteit van het onderwijs.

In Rotterdam sloeg de bewindsman terug: ,,Nogal wat jonge mensen kunnen in drie jaar meer leren dan nu in vier jaar, mits ze in een prikkelende omgeving door docenten worden uitgedaagd.”

Het is al bijna een even grote traditie als de academische jaaropening zelf: de teksten van de redes liggen klaar, de persberichten zijn verstuurd en plotseling dreigt de ganse voorbereiding in het water te vallen. Ook dit jaar werden de sprekers overvallen door uitgelekte plannen van het ministerie. Zelfs Ritzen ontkwam niet aan dat lot. Een tipje van de sluier wilde hij oplichten in zijn rede aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een toelichting op de naakte plannen zou het worden.

De universiteiten moeten de komende tien jaar aanmerkelijk kleiner worden, blijkt uit het nog vertrouwelijke concept Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat op Prinsjesdag officieel wordt gepresenteerd. Naast de nu bestaande vierjarige studies dienen de universiteiten opleidingen aan te bieden van drie jaar, zo is de bedoeling van Ritzen. Studenten moeten bovendien strenger geselecteerd worden.

Voorgebakken carrières voor hoger opgeleiden bestaan niet meer, stelde Ritzen in Rotterdam. Steeds meer afgestudeerden gaan een toekomst tegemoet van job hopping, bijscholing en eigen ondernemerschap. Een ,,compacte, gedegen basisopleiding die niet te specialistisch is”, moet hen daarop voorbereiden. Een opleiding waarin docenten ,,enthousiasmeren, stimuleren en begeleiden” en waarin studenten de ‘achturige studiedag’ ook daadwerkelijk ten volle benutten. Een opleiding, kortom, waar ,,de vrijblijvendheid van twee kanten af is”.

Groen en geel

De studenten hebben ‘kwaliteit en studeerbaarheid’ hoog op de politieke agenda gezet, hield de bewindsman zijn gehoor tevreden voor. Precies dat is de bestuurders echter in het verkeerde keelgat geschoten. Groen en geel ergeren zij zich aan het ‘studeerbaarheidsakkoord’ dat Ritzen eind juni sloot met de voorzitters van de verenigingen van universiteiten en hogescholen en de studentenorganisaties LSVb en ISO. Afgelopen maandag werden zij niet moe het nogmaals te herhalen. Wetenschappelijk onderwijs wordt er bepaald niet beter op als het op de meest gestroomlijnde wijze wordt georganiseerd, zei bijvoorbeeld collegevoorzitter Gevers van de Universiteit van Amsterdam. ,,Helaas is dat nu juist wat dat enge begrip studeerbaarheid uitstraalt. Het is onbegrijpelijk datlandelijke studentenorganisaties – over de samenwerkende universiteiten zwijg ik maar beschaamd – daarover een akkoord sloten.”

De bestuurders voelen zich in de rug aangevallen. Verraden door een minister die zijn financiële problemen probeert op te lossen door ze, volgens de Rotterdamse collegevoorzitter Van der Molen, te koppelen aan een ‘verondersteld disfunctioneren’ van de universiteiten. ,,De miskenning die medewerkers, maar ook studenten, moeten hebben ervaren wanneer ze lazen dat er van alles schort aan hun inzet en de kwaliteit van het onderwijs, verdient correctie.” Of, in de minder keurige bewoordingen van Gevers: ,,Het vriest dat het kraakt tussen universiteit en overheid.”

Te pas en te onpas

Door het hele land was maandag dezelfde klaagzang te horen: door voortdurend in twijfel te trekken dat de universiteiten hun werk goed doen, verliezen ze het laatste restje krediet dat ze bij ‘het volk’ nog over hadden. ,,Het beeld van tekortschietende kwaliteit is opnieuw gevestigd en zal te pas en te onpas worden gebruikt”, voorspelde collegevoorzitter Dittrich in Maastricht. ,,Politici, studentenvakbonden en, in hun kielzog, de media wekken ten onrechte de indruk dat het hoger onderwijs knollen voor citroen verkoopt”, klaagde rector Van Lint hem in Eindhoven na.

Ritzen bemoeit zich met zaken waarmee hij niets te maken heeft, vinden de bestuurders. Onderwijskwaliteit is een zaak van de universiteiten en van hen alleen. Reden om er bezorgd over te zijn is er bovendien ook al niet. Vele voorbeelden moesten aantonen dat instellingen hun ‘zware verantwoordelijkheid’ de laatste jaren in ruime mate hebben genomen.

,,Het is aan onszelf om de toekomst in te vullen”, verwoordde rector Van Ginkel in Utrecht het algehele vrijheidsideaal van de bestuurders. Een universiteit moet er komen ,,die zich minder afhankelijk opstelt, zich minder afhankelijk maakt van slechts één partner”. Het heeft geen zin eindeloos veel energie te steken in het overtuigen van anderen dat er niet langer kan worden bezuinigd, vond collegevoorzitter Dittrich uit Maastricht. ,,De universiteiten moeten zich losser maken van de nationale overheid.”

Blijft toch nog één probleem voor de universiteiten over. Ritzen heeft aan zijn ‘studeerbaarheidsakkoord’ een bedrag van vijfhonderd miljoen gulden verbonden. Willen de universiteiten een deel van dat geld ontvangen, dan zullen zij toch hun plannen ter goedkeuring aan het ministerie voor moeten leggen. Het verzet zal uiteindelijk niet groot zijn, gaf rector De Klerk uit Tilburg schoorvoetend toe. Want wie laat zo’n bedrag liggen? ,,Zo komt Jan Splinter door de winter”, verklaarde collegevoorzitter Gevers in Amsterdam.

Zuinig op talent of: meer selectie

Minister Ritzen is voorstander van vrijwillige intake– gesprekken met studenten, voordat zij worden toegelaten tot de universiteit. Hij zei dat afgelopen maandag bij de academische jaaropening in Rotterdam. In het vertrouwelijke concept HogerOnderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) kondigt de bewindsman experimenten aan met ‘selectie aan de poort’.

Eén kandidaat heeft zich tot nu toe nadrukkelijk gemeld. In Leiden pleitte collegevoorzitter Vredevoogd maandag voor ,,doorbreking van het gelijkheidsdenken dat de universiteiten heeft veranderd in producenten van confectie-onderwijs”. Leiden start dit jaar ‘voorzichtig’ met het bindend studie- advies, onder meer bij geschiedenis en psychologie. Liever zou Vredevoogd echter onmiddellijk overgaan tot het selecteren van studenten voordat zij met hun studie beginnen.

Opvallend is dat tijdens de traditionele opening van het academisch jaar veel bestuurders zich juist in afkeurende zin uitlieten over al te strenge selectie. De Utrechtse rector Van Ginkel liet weten dat het devies voor de komende tijd moet zijn: ‘zuinig op talent’. De Rotterdamse collegevoorzitter Van der Molen wees er op dat ,,de meeste docenten en studenten in alle universiteiten, wereldwijd, door de eeuwen heen nòch dom, nòch briljant zijn geweest.”


Figuur 1 Delft opent het academisch jaar

In Delft zei universiteitsraadvoorzitter Knippenberg dat het dwingend studie-advies ‘voor geen meter’ deugt. ,,Lukt het ons niet om samen met de studenten tot goede resultaten te komen dan moeten we zorgvuldig nagaan wat de volgende stap kan zijn. Het meest lege advies dat we de studenten kunnen geven is wel: we dwingen u deze instelling te verlaten.”

Volgens de Tilburgse rector De Klerk, die overigens wel voorstander is van selectie aan de poort, neemt de financiële noodzaak om te selecteren automatisch af. Hij sluit niet uit dat de instroom van eerstejaars studenten de komende jaren terug zal lopen met veertig procent. Utrechtenaar Van Ginkel voorspelt een teruggang van ,,zo’n 25 à 35 procent in vijf jaar”. (HOPM.W.)

Ondermijning, miskenning, betutteling en verstikking. De universiteitsbestuurders kwamen afgelopen maandag bij de opening van het academisch jaar woorden tekort om zich te beklagen over de ‘bemoeizucht’ van minister Ritzen met de kwaliteit van het onderwijs. In Rotterdam sloeg de bewindsman terug: ,,Nogal wat jonge mensen kunnen in drie jaar meer leren dan nu in vier jaar, mits ze in een prikkelende omgeving door docenten worden uitgedaagd.”

Het is al bijna een even grote traditie als de academische jaaropening zelf: de teksten van de redes liggen klaar, de persberichten zijn verstuurd en plotseling dreigt de ganse voorbereiding in het water te vallen. Ook dit jaar werden de sprekers overvallen door uitgelekte plannen van het ministerie. Zelfs Ritzen ontkwam niet aan dat lot. Een tipje van de sluier wilde hij oplichten in zijn rede aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een toelichting op de naakte plannen zou het worden.

De universiteiten moeten de komende tien jaar aanmerkelijk kleiner worden, blijkt uit het nog vertrouwelijke concept Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat op Prinsjesdag officieel wordt gepresenteerd. Naast de nu bestaande vierjarige studies dienen de universiteiten opleidingen aan te bieden van drie jaar, zo is de bedoeling van Ritzen. Studenten moeten bovendien strenger geselecteerd worden.

Voorgebakken carrières voor hoger opgeleiden bestaan niet meer, stelde Ritzen in Rotterdam. Steeds meer afgestudeerden gaan een toekomst tegemoet van job hopping, bijscholing en eigen ondernemerschap. Een ,,compacte, gedegen basisopleiding die niet te specialistisch is”, moet hen daarop voorbereiden. Een opleiding waarin docenten ,,enthousiasmeren, stimuleren en begeleiden” en waarin studenten de ‘achturige studiedag’ ook daadwerkelijk ten volle benutten. Een opleiding, kortom, waar ,,de vrijblijvendheid van twee kanten af is”.

Groen en geel

De studenten hebben ‘kwaliteit en studeerbaarheid’ hoog op de politieke agenda gezet, hield de bewindsman zijn gehoor tevreden voor. Precies dat is de bestuurders echter in het verkeerde keelgat geschoten. Groen en geel ergeren zij zich aan het ‘studeerbaarheidsakkoord’ dat Ritzen eind juni sloot met de voorzitters van de verenigingen van universiteiten en hogescholen en de studentenorganisaties LSVb en ISO. Afgelopen maandag werden zij niet moe het nogmaals te herhalen. Wetenschappelijk onderwijs wordt er bepaald niet beter op als het op de meest gestroomlijnde wijze wordt georganiseerd, zei bijvoorbeeld collegevoorzitter Gevers van de Universiteit van Amsterdam. ,,Helaas is dat nu juist wat dat enge begrip studeerbaarheid uitstraalt. Het is onbegrijpelijk datlandelijke studentenorganisaties – over de samenwerkende universiteiten zwijg ik maar beschaamd – daarover een akkoord sloten.”

De bestuurders voelen zich in de rug aangevallen. Verraden door een minister die zijn financiële problemen probeert op te lossen door ze, volgens de Rotterdamse collegevoorzitter Van der Molen, te koppelen aan een ‘verondersteld disfunctioneren’ van de universiteiten. ,,De miskenning die medewerkers, maar ook studenten, moeten hebben ervaren wanneer ze lazen dat er van alles schort aan hun inzet en de kwaliteit van het onderwijs, verdient correctie.” Of, in de minder keurige bewoordingen van Gevers: ,,Het vriest dat het kraakt tussen universiteit en overheid.”

Te pas en te onpas

Door het hele land was maandag dezelfde klaagzang te horen: door voortdurend in twijfel te trekken dat de universiteiten hun werk goed doen, verliezen ze het laatste restje krediet dat ze bij ‘het volk’ nog over hadden. ,,Het beeld van tekortschietende kwaliteit is opnieuw gevestigd en zal te pas en te onpas worden gebruikt”, voorspelde collegevoorzitter Dittrich in Maastricht. ,,Politici, studentenvakbonden en, in hun kielzog, de media wekken ten onrechte de indruk dat het hoger onderwijs knollen voor citroen verkoopt”, klaagde rector Van Lint hem in Eindhoven na.

Ritzen bemoeit zich met zaken waarmee hij niets te maken heeft, vinden de bestuurders. Onderwijskwaliteit is een zaak van de universiteiten en van hen alleen. Reden om er bezorgd over te zijn is er bovendien ook al niet. Vele voorbeelden moesten aantonen dat instellingen hun ‘zware verantwoordelijkheid’ de laatste jaren in ruime mate hebben genomen.

,,Het is aan onszelf om de toekomst in te vullen”, verwoordde rector Van Ginkel in Utrecht het algehele vrijheidsideaal van de bestuurders. Een universiteit moet er komen ,,die zich minder afhankelijk opstelt, zich minder afhankelijk maakt van slechts één partner”. Het heeft geen zin eindeloos veel energie te steken in het overtuigen van anderen dat er niet langer kan worden bezuinigd, vond collegevoorzitter Dittrich uit Maastricht. ,,De universiteiten moeten zich losser maken van de nationale overheid.”

Blijft toch nog één probleem voor de universiteiten over. Ritzen heeft aan zijn ‘studeerbaarheidsakkoord’ een bedrag van vijfhonderd miljoen gulden verbonden. Willen de universiteiten een deel van dat geld ontvangen, dan zullen zij toch hun plannen ter goedkeuring aan het ministerie voor moeten leggen. Het verzet zal uiteindelijk niet groot zijn, gaf rector De Klerk uit Tilburg schoorvoetend toe. Want wie laat zo’n bedrag liggen? ,,Zo komt Jan Splinter door de winter”, verklaarde collegevoorzitter Gevers in Amsterdam.

Zuinig op talent of: meer selectie

Minister Ritzen is voorstander van vrijwillige intake– gesprekken met studenten, voordat zij worden toegelaten tot de universiteit. Hij zei dat afgelopen maandag bij de academische jaaropening in Rotterdam. In het vertrouwelijke concept HogerOnderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) kondigt de bewindsman experimenten aan met ‘selectie aan de poort’.

Eén kandidaat heeft zich tot nu toe nadrukkelijk gemeld. In Leiden pleitte collegevoorzitter Vredevoogd maandag voor ,,doorbreking van het gelijkheidsdenken dat de universiteiten heeft veranderd in producenten van confectie-onderwijs”. Leiden start dit jaar ‘voorzichtig’ met het bindend studie- advies, onder meer bij geschiedenis en psychologie. Liever zou Vredevoogd echter onmiddellijk overgaan tot het selecteren van studenten voordat zij met hun studie beginnen.

Opvallend is dat tijdens de traditionele opening van het academisch jaar veel bestuurders zich juist in afkeurende zin uitlieten over al te strenge selectie. De Utrechtse rector Van Ginkel liet weten dat het devies voor de komende tijd moet zijn: ‘zuinig op talent’. De Rotterdamse collegevoorzitter Van der Molen wees er op dat ,,de meeste docenten en studenten in alle universiteiten, wereldwijd, door de eeuwen heen nòch dom, nòch briljant zijn geweest.”


Figuur 1 Delft opent het academisch jaar

In Delft zei universiteitsraadvoorzitter Knippenberg dat het dwingend studie-advies ‘voor geen meter’ deugt. ,,Lukt het ons niet om samen met de studenten tot goede resultaten te komen dan moeten we zorgvuldig nagaan wat de volgende stap kan zijn. Het meest lege advies dat we de studenten kunnen geven is wel: we dwingen u deze instelling te verlaten.”

Volgens de Tilburgse rector De Klerk, die overigens wel voorstander is van selectie aan de poort, neemt de financiële noodzaak om te selecteren automatisch af. Hij sluit niet uit dat de instroom van eerstejaars studenten de komende jaren terug zal lopen met veertig procent. Utrechtenaar Van Ginkel voorspelt een teruggang van ,,zo’n 25 à 35 procent in vijf jaar”. (HOPM.W.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.