Campus

Het recept van de kano is geheim

In het weekend van 6 en 7 mei worden de internationale betonkanoraces weer gehouden, dit jaar in Eindhoven. De TU Delft, die het evenement in 1977 startte, doet mee met drie kano’s.

Vorig jaar won de geelgestreepte Delftse kano ‘De Tijgerhaai’ de schoonheidsprijs.

Martijn Takken, Marijke Jaarsma en Marja Weijs zijn drie van de tien civielstudenten die al sinds eind vorig jaar bouwen aan de kano’s waarmee ze in mei gaan racen. In Stevinlab 2 bij Civiele Techniek, waar afgelopen vrijdag druk gewerkt werd aan de kano’s, hangen nog diverse exemplaren uit vorige jaren aan de muur. Sommige zijn al oud en bevinden zich onder zo’n laag stof dat aan de bovenkant de kleur niet meer te herkennen is.

,,De mooiste kano’s die de races overleven, worden hier opgehangen”, vertellen de drie studenten. Zij bouwden vorig jaar ook een kano en hebben dit jaar de taak de kneepjes van het vak over te dragen aan de nieuwe generatie. Naast de twee kano’s die ze met z’n tienen bouwen is er ook een groep van zo’n vijftien oud-kanobouwers die het niet kon laten de gok nog eens te wagen en is dit jaar ook weer aan een kano begonnen. Kanobouwen is verslavend, menen de drie.

Tijdens de race gaat het erom zo snel mogelijk rond een boei te varen. Je mag elkaar daarbij niet opzettelijk aanvaren. ,,Maar het is toch wel verstandig een sterke neus te bouwen”, zegt Takken, want in de praktijk wil er nog per ongeluk een botsinkje plaatsvinden waardoor een kano zinkt. Op zinken staat een boete, want de kano’s moeten na de wedstrijd weer verwijderd worden en dat kost geld.
Betonmengsel

Wie ernaar vraagt, mag wel weten welke ingrediënten er in het betonmengsel gaan, maar niet in welke verhoudingen. Dat blijft geheim. De materialen worden verkregen van sponsors. Van buitenaf is ook al interesse getoond voor deze manier van betongebruik. Weijs: ,,Pasgeleden hadden we mensen van de kunstacademie in Utrecht over de vloer die een dunne betonnen kast wilden maken. Die hielpen meteen mee zodat ze met het materiaal konden leren werken.”

,,Het is zaak de kano zo licht mogelijk te bouwen maar toch stevig”, zegt Takken. ,,Dus de laag beton moet zo dun mogelijk blijven. Omdat beton wel drukkracht maar niet veel trekkrachten kan doorstaan, is kunststofversteviging hard nodig. Door de kano’s te verven worden ze helemaal waterdicht gemaakt.”

De afmetingen zijn ook belangrijk. ,,Met lange kano’s is het makkelijker rechtdoor varen maar moeilijker keren”, weet Jaarsma. De wedstrijdreglementen geven eisen waaraan de kano’s moeten voldoen. Voor de wedstrijd begint, moet een verslag afgeleverd worden bij de organisatie over de constructie van de kano. ,,De kano’s die we nu bouwen zijn zes meter lang en wegen ongeveer zestig kilo”, aldus Jaarsma.

In elke kano mag een herenteam en een damesteam racen van elktwee personen, dus in totaal zullen er slechts acht mensen kunnen varen. Maar er gaan meer mensen mee naar de race. Het gaat ook niet alleen maar om de race. ,,Eigenlijk is de constructieprijs belangrijker dan de snelheidsprijs”, vindt Takken. Daarnaast zijn er nog veel andere prijzen zoals die voor de zwaarste en de lichtste kano. De Delftse ‘Tijgerhaai’ die vorig jaar de schoonheidsprijs won, ligt nu nog in de kelder maar zal binnenkort ook opgehangen worden in Stevinlab 2.

De laatste kano voor de komende race is net uit de mal. ,,De afwerking zal wel weer op het allerlaatste moment aankomen”, denkt Takken, zonder zich daar erg druk over te maken. Uitgebreid testvaren, daar doet het Delfts team niet aan. De avond van tevoren in Eindhoven vinden ze vroeg genoeg. Nog een klein probleempje: de organisatie zoekt nog naar een chauffeur met een B- en E-rijbewijs om de kano’s in Eindhoven te krijgen.

Joyce Ouwerkerk


Civielers leggen laatste hand aan betonkano

In het weekend van 6 en 7 mei worden de internationale betonkanoraces weer gehouden, dit jaar in Eindhoven. De TU Delft, die het evenement in 1977 startte, doet mee met drie kano’s. Vorig jaar won de geelgestreepte Delftse kano ‘De Tijgerhaai’ de schoonheidsprijs.

Martijn Takken, Marijke Jaarsma en Marja Weijs zijn drie van de tien civielstudenten die al sinds eind vorig jaar bouwen aan de kano’s waarmee ze in mei gaan racen. In Stevinlab 2 bij Civiele Techniek, waar afgelopen vrijdag druk gewerkt werd aan de kano’s, hangen nog diverse exemplaren uit vorige jaren aan de muur. Sommige zijn al oud en bevinden zich onder zo’n laag stof dat aan de bovenkant de kleur niet meer te herkennen is.

,,De mooiste kano’s die de races overleven, worden hier opgehangen”, vertellen de drie studenten. Zij bouwden vorig jaar ook een kano en hebben dit jaar de taak de kneepjes van het vak over te dragen aan de nieuwe generatie. Naast de twee kano’s die ze met z’n tienen bouwen is er ook een groep van zo’n vijftien oud-kanobouwers die het niet kon laten de gok nog eens te wagen en is dit jaar ook weer aan een kano begonnen. Kanobouwen is verslavend, menen de drie.

Tijdens de race gaat het erom zo snel mogelijk rond een boei te varen. Je mag elkaar daarbij niet opzettelijk aanvaren. ,,Maar het is toch wel verstandig een sterke neus te bouwen”, zegt Takken, want in de praktijk wil er nog per ongeluk een botsinkje plaatsvinden waardoor een kano zinkt. Op zinken staat een boete, want de kano’s moeten na de wedstrijd weer verwijderd worden en dat kost geld.
Betonmengsel

Wie ernaar vraagt, mag wel weten welke ingrediënten er in het betonmengsel gaan, maar niet in welke verhoudingen. Dat blijft geheim. De materialen worden verkregen van sponsors. Van buitenaf is ook al interesse getoond voor deze manier van betongebruik. Weijs: ,,Pasgeleden hadden we mensen van de kunstacademie in Utrecht over de vloer die een dunne betonnen kast wilden maken. Die hielpen meteen mee zodat ze met het materiaal konden leren werken.”

,,Het is zaak de kano zo licht mogelijk te bouwen maar toch stevig”, zegt Takken. ,,Dus de laag beton moet zo dun mogelijk blijven. Omdat beton wel drukkracht maar niet veel trekkrachten kan doorstaan, is kunststofversteviging hard nodig. Door de kano’s te verven worden ze helemaal waterdicht gemaakt.”

De afmetingen zijn ook belangrijk. ,,Met lange kano’s is het makkelijker rechtdoor varen maar moeilijker keren”, weet Jaarsma. De wedstrijdreglementen geven eisen waaraan de kano’s moeten voldoen. Voor de wedstrijd begint, moet een verslag afgeleverd worden bij de organisatie over de constructie van de kano. ,,De kano’s die we nu bouwen zijn zes meter lang en wegen ongeveer zestig kilo”, aldus Jaarsma.

In elke kano mag een herenteam en een damesteam racen van elktwee personen, dus in totaal zullen er slechts acht mensen kunnen varen. Maar er gaan meer mensen mee naar de race. Het gaat ook niet alleen maar om de race. ,,Eigenlijk is de constructieprijs belangrijker dan de snelheidsprijs”, vindt Takken. Daarnaast zijn er nog veel andere prijzen zoals die voor de zwaarste en de lichtste kano. De Delftse ‘Tijgerhaai’ die vorig jaar de schoonheidsprijs won, ligt nu nog in de kelder maar zal binnenkort ook opgehangen worden in Stevinlab 2.

De laatste kano voor de komende race is net uit de mal. ,,De afwerking zal wel weer op het allerlaatste moment aankomen”, denkt Takken, zonder zich daar erg druk over te maken. Uitgebreid testvaren, daar doet het Delfts team niet aan. De avond van tevoren in Eindhoven vinden ze vroeg genoeg. Nog een klein probleempje: de organisatie zoekt nog naar een chauffeur met een B- en E-rijbewijs om de kano’s in Eindhoven te krijgen.

Joyce Ouwerkerk


Civielers leggen laatste hand aan betonkano

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.