Campus

In het Midden-Oosten leerde ik geduldig te zijn

Een voormalig hoogleraar werktuigbouwkunde wordt president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen. ,,Als het gaat om techniek zal het niet meevallen mij knollen voor citroenen te verkopen.’

Met de stopwatch in de hand kan dr.ir. Aad Veenman (55) de punctualiteit van de treinen meten. Vanuit zijn werkkamer op de zeventiende verdieping van Hoofdgebouw 4 van de Nederlandse Spoorwegen heeft de nieuwe president-directeur namelijk uitzicht op het emplacement van het Utrechtse centraal station. Daar glijden blauwgele slangen als speelgoedtreintjes over een modelspoorbaan. Lang heeft hij nog niet van zijn uitzicht kunnen genieten: op de dag van dit interview ziet Veenman zijn nieuwe werkplek voor het eerst.

Tot 1 september was Veenman voorzitter van de raad van bestuur van Stork, per 1 november treedt hij officieel aan bij de Nederlandse Spoorwegen. Van bouw en onderhoud van machines en vliegtuigonderdelen naar voertuigen op rails. De overeenkomst: grote complexe techniek. Toch zijn het heel verschillende bedrijven, verzekert hij. ,,Stork is een technisch geörienteerde onderneming met de klant aan het uiteinde van de keten. Bij de Nederlandse Spoorwegen is dat andersom: de klant heeft een prominente plek, de techniek is slechts ter ondersteuning.”

Bromfiets

Veenman volgde een indrukwekkende opleiding. Hij begon op de lts en voltooide vervolgens de uts en de hts. ,,Vroeger wilde ik ingewikkelde dingen ontwerpen: machines en apparaten. Dat gaf me veel voldoening % als het lukte natuurlijk.”

Als twintigjarige kwam hij voor het eerst in aanraking met het ontwerp van spoorwegmaterieel. Hij belandde in Zwitserland voor een stage bij de Schweizerische Industriegesellschaft. ,,Al op mijn tweede dag stuurde het bedrijf me naar Scandinavië om reparaties uit te voeren aan spoorwegmaterieel. Dat was echt handwerk, met een boormachine en een beugel.” Inmiddels ligt zijn interesse ergens anders. Hij hoeft niet zo nodig meer zelf te sleutelen. ,,Het laatste dat ik heb gerepareerd was de bromfiets van mijn dochter. Maar dat is al weer een tijd geleden.”

Na de hts volgden studie en promotie bij werktuigbouwkunde aan de TU Delft. Vrijstellingen kreeg Veenman ondanks zijn vooropleiding niet. Net niet. ,,Ik herinner me dat ik een mondeling tentamen deed bij professor Broese. Hij vond dat ik het goed had gedaan, gaf me een acht en vertelde vervolgens dat ik de laatste was die het vak gedaan had. Vanaf dat moment kregen hts’ers vrijstelling. Dat had ik liever niet geweten.”

Veenman keek verder dan de wetenschap. Al tijdens zijn promotie maakte hij de overstap naar de industrie. ,,Uitsluitend wetenschapper zijn is niet mijn roeping. Voordat ik het wist was ik bij Hoogovens verantwoordelijk voor een hoeveelheid mensen.” Een aanbod om fulltime bij de staalgigant te komen werken sloeg hij echter af. ,,Ik had ook mijn verantwoordelijkheid tegenover de universiteit.” Veenman kreeg een deeltijdbaan, en het schrijven van zijn proefschrift verhuisde grotendeels naar de avonduren.

Ondanks zijn stapeltje technische diploma’s voelt Veenman zich meer een manager dan een techneut. ,,Maar”, voegt hij daaraan toe, ,,ik heb nooit spijt gehad van mijn technische opleiding. Sterker nog: ik vind het buitengewoon plezierig dat ik mijn technische inzicht kaninzetten bij het besturen van een onderneming. Als het gaat om techniek zal het niet meevallen mij knollen voor citroenen te verkopen.”

Geduldig

Tussen 1988 en 1998 was de topman verbonden aan de TU Delft, als deeltijdhoogleraar apparatenbouw voor de procesindustrie. Zijn studenten leerde hij vooral de kunst van het samenwerken. ,,Mijn vakgebied heeft raakvlakken met werktuigbouwkunde en chemie. Ik bracht mijn mensen niet zozeer een specifiek vak bij, ik leerde ze vooral hoe ze technisch complexe projecten konden oplossen in een geïntegreerd multidisciplinair team.”

Daarnaast verplichtte Veenman zijn studenten tot een studieperiode in het buitenland. ,,In het buitenland leer je veel sneller dan in eigen land. Ik ben voor mijn werk in meer dan veertig landen geweest, vooral landen in het Midden-Oosten. Gaandeweg leer je omgaan met mensen en culturen. Het staat me nog goed bij dat ik in Saoedi-Arabië was om een opdracht binnen te slepen. Ik moest soms weken wachten tot een klant mijn offerte beoordeeld had. Verwonderd heb ik ook gekeken naar mijn collega en concurrent, die op elk gewenst moment in slaap kon vallen om even later op het juiste moment weer wakker te worden. Toen heb ik geleerd geduldig te zijn. Van nature ben ik dat niet.”

Ziel

Zijn geduld zal hem moeten bijstaan bij het oplossen van de problemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Zelf ziet Veenman het positief in. Op de vraag hoe hij NS weer op de rails gaat krijgen heeft hij een duidelijk antwoord: ,,Dat hoeft niet. Het is een turbulente periode geweest, maar de afgelopen tien maanden zijn er bemoedigende ontwikkelingen. Je kunt vaststellen dat de onderneming de draad goed te pakken heeft. Laten we zeggen dat we bezig zijn datgene te versnellen wat al op de rails staat, niet dat we iets op de rails moeten zetten dat er nu nog naast staat.”

Maar ook dat kan volgens Veenman een grote uitdaging zijn. ,,Het vergt veel inspanning om een organisatie te veranderen, maar nog meer inspanning om die verandering vervolgens ook vast te houden. We moeten zorgen dat het niet verslapt.” Concrete plannen heeft hij nog niet. ,,Sommige mensen denken dat een nieuwe topman altijd spierballentaal nodig heeft. Dat hoeven ze van mij niet te verwachten, zo zit ik niet in elkaar. Ik wil me eerst verdiepen in de onderneming voordat ik met boude uitspraken kom.”

Een topman moet hard werken. Maar een workaholic is Veenman naar eigen zeggen niet. Wel ambitieus. ,,Zonder ambities kun je je niet met volle ziel en zaligheid ergens op storten. Ik vind het ook niet erg om te werken. Mijn taak vraagt nu eenmaal veel van me. Daardoor heb ik onvoldoende vrije tijd. Ik ben nog nooit serieus aan golfen toegekomen. Of bridgen. Dat zou mijn echtgenote graag zien. De tijd die ik heb breng ik op het water door, op mijn zeilboot.”

Een voormalig hoogleraar werktuigbouwkunde wordt president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen. ,,Als het gaat om techniek zal het niet meevallen mij knollen voor citroenen te verkopen.”

Met de stopwatch in de hand kan dr.ir. Aad Veenman (55) de punctualiteit van de treinen meten. Vanuit zijn werkkamer op de zeventiende verdieping van Hoofdgebouw 4 van de Nederlandse Spoorwegen heeft de nieuwe president-directeur namelijk uitzicht op het emplacement van het Utrechtse centraal station. Daar glijden blauwgele slangen als speelgoedtreintjes over een modelspoorbaan. Lang heeft hij nog niet van zijn uitzicht kunnen genieten: op de dag van dit interview ziet Veenman zijn nieuwe werkplek voor het eerst.

Tot 1 september was Veenman voorzitter van de raad van bestuur van Stork, per 1 november treedt hij officieel aan bij de Nederlandse Spoorwegen. Van bouw en onderhoud van machines en vliegtuigonderdelen naar voertuigen op rails. De overeenkomst: grote complexe techniek. Toch zijn het heel verschillende bedrijven, verzekert hij. ,,Stork is een technisch geörienteerde onderneming met de klant aan het uiteinde van de keten. Bij de Nederlandse Spoorwegen is dat andersom: de klant heeft een prominente plek, de techniek is slechts ter ondersteuning.”

Bromfiets

Veenman volgde een indrukwekkende opleiding. Hij begon op de lts en voltooide vervolgens de uts en de hts. ,,Vroeger wilde ik ingewikkelde dingen ontwerpen: machines en apparaten. Dat gaf me veel voldoening % als het lukte natuurlijk.”

Als twintigjarige kwam hij voor het eerst in aanraking met het ontwerp van spoorwegmaterieel. Hij belandde in Zwitserland voor een stage bij de Schweizerische Industriegesellschaft. ,,Al op mijn tweede dag stuurde het bedrijf me naar Scandinavië om reparaties uit te voeren aan spoorwegmaterieel. Dat was echt handwerk, met een boormachine en een beugel.” Inmiddels ligt zijn interesse ergens anders. Hij hoeft niet zo nodig meer zelf te sleutelen. ,,Het laatste dat ik heb gerepareerd was de bromfiets van mijn dochter. Maar dat is al weer een tijd geleden.”

Na de hts volgden studie en promotie bij werktuigbouwkunde aan de TU Delft. Vrijstellingen kreeg Veenman ondanks zijn vooropleiding niet. Net niet. ,,Ik herinner me dat ik een mondeling tentamen deed bij professor Broese. Hij vond dat ik het goed had gedaan, gaf me een acht en vertelde vervolgens dat ik de laatste was die het vak gedaan had. Vanaf dat moment kregen hts’ers vrijstelling. Dat had ik liever niet geweten.”

Veenman keek verder dan de wetenschap. Al tijdens zijn promotie maakte hij de overstap naar de industrie. ,,Uitsluitend wetenschapper zijn is niet mijn roeping. Voordat ik het wist was ik bij Hoogovens verantwoordelijk voor een hoeveelheid mensen.” Een aanbod om fulltime bij de staalgigant te komen werken sloeg hij echter af. ,,Ik had ook mijn verantwoordelijkheid tegenover de universiteit.” Veenman kreeg een deeltijdbaan, en het schrijven van zijn proefschrift verhuisde grotendeels naar de avonduren.

Ondanks zijn stapeltje technische diploma’s voelt Veenman zich meer een manager dan een techneut. ,,Maar”, voegt hij daaraan toe, ,,ik heb nooit spijt gehad van mijn technische opleiding. Sterker nog: ik vind het buitengewoon plezierig dat ik mijn technische inzicht kaninzetten bij het besturen van een onderneming. Als het gaat om techniek zal het niet meevallen mij knollen voor citroenen te verkopen.”

Geduldig

Tussen 1988 en 1998 was de topman verbonden aan de TU Delft, als deeltijdhoogleraar apparatenbouw voor de procesindustrie. Zijn studenten leerde hij vooral de kunst van het samenwerken. ,,Mijn vakgebied heeft raakvlakken met werktuigbouwkunde en chemie. Ik bracht mijn mensen niet zozeer een specifiek vak bij, ik leerde ze vooral hoe ze technisch complexe projecten konden oplossen in een geïntegreerd multidisciplinair team.”

Daarnaast verplichtte Veenman zijn studenten tot een studieperiode in het buitenland. ,,In het buitenland leer je veel sneller dan in eigen land. Ik ben voor mijn werk in meer dan veertig landen geweest, vooral landen in het Midden-Oosten. Gaandeweg leer je omgaan met mensen en culturen. Het staat me nog goed bij dat ik in Saoedi-Arabië was om een opdracht binnen te slepen. Ik moest soms weken wachten tot een klant mijn offerte beoordeeld had. Verwonderd heb ik ook gekeken naar mijn collega en concurrent, die op elk gewenst moment in slaap kon vallen om even later op het juiste moment weer wakker te worden. Toen heb ik geleerd geduldig te zijn. Van nature ben ik dat niet.”

Ziel

Zijn geduld zal hem moeten bijstaan bij het oplossen van de problemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Zelf ziet Veenman het positief in. Op de vraag hoe hij NS weer op de rails gaat krijgen heeft hij een duidelijk antwoord: ,,Dat hoeft niet. Het is een turbulente periode geweest, maar de afgelopen tien maanden zijn er bemoedigende ontwikkelingen. Je kunt vaststellen dat de onderneming de draad goed te pakken heeft. Laten we zeggen dat we bezig zijn datgene te versnellen wat al op de rails staat, niet dat we iets op de rails moeten zetten dat er nu nog naast staat.”

Maar ook dat kan volgens Veenman een grote uitdaging zijn. ,,Het vergt veel inspanning om een organisatie te veranderen, maar nog meer inspanning om die verandering vervolgens ook vast te houden. We moeten zorgen dat het niet verslapt.” Concrete plannen heeft hij nog niet. ,,Sommige mensen denken dat een nieuwe topman altijd spierballentaal nodig heeft. Dat hoeven ze van mij niet te verwachten, zo zit ik niet in elkaar. Ik wil me eerst verdiepen in de onderneming voordat ik met boude uitspraken kom.”

Een topman moet hard werken. Maar een workaholic is Veenman naar eigen zeggen niet. Wel ambitieus. ,,Zonder ambities kun je je niet met volle ziel en zaligheid ergens op storten. Ik vind het ook niet erg om te werken. Mijn taak vraagt nu eenmaal veel van me. Daardoor heb ik onvoldoende vrije tijd. Ik ben nog nooit serieus aan golfen toegekomen. Of bridgen. Dat zou mijn echtgenote graag zien. De tijd die ik heb breng ik op het water door, op mijn zeilboot.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.