Opinie

Het kan de computer niks schelen

In ‘Turings Tango’ vergelijkt Bennie Mols kunstmatige en natuurlijke intelligentie. Hij concludeert dat de mens altijd slimmer zal zijn dan de computer.


De eerste die over kunstmatige intelligentie begon, was de Britse wiskundige Alan Turing die honderd jaar geleden geboren werd. Turing bedacht de computer al in 1936, als een flexibele machine die informatie kan manipuleren, tien jaar voordat de eerste elektronische programmeerbare machine werd gebouwd. In de oorlog maakte hij naam met het kraken van de Duitse codeermachine Enigma, waardoor communicatie met U-boten onderschept kon worden.


Na de oorlog raakte hij gefascineerd door het bouwen van een denkende machine die de werking van ons eigen brein zou verhelderen. Als test om uit te maken of een machine echt denkt bedacht hij in 1950 een simpele test die nog steeds tot de verbeelding spreekt. Een computer slaagt voor de Turing Test als je na een chat-sessie van vijf minuten niet weet of je met een mens of een machine te maken hebt.


Bennie Mols neemt de proef op de som en begint een gesprek met Ramona 4.0. Al na zes regels voel je nattigheid als Ramona op Mols’ opmerking ‘That’s a strange answer’ antwoordt met ‘A rather strange answer is a terrible thing to waste’. Filosofische flauwekul, vindt Mols. Nog geen vijf minuten later heeft hij er tabak van: Ramona gaat vragen uit de weg, debiteert algemeenheden uit de Wikipedia en verandert van onderwerp als ze geen antwoord weet. Geen beste score voor de kunstmatige intelligentie voor een zestig jaar oude test. De computer kletst maar wat, concludeert Mols.


In zijn boek neemt hij hoogtepunten van de kunstmatige intelligentie onder de loep zoals de overwinning van IBM-schaakcomputer Deep Blue op Garry Kasparov in 1997 en de overwinning van een andere IBM-computer, Watson, bij het ingewikkelde Amerikaanse quiz-spel Jeopardy. Indrukwekkend, maar ook met verbluffend domme fouten. Zo herhaalt Watson het antwoord van een tegenspeler dat net afgekeurd is door de jury. Dat zou geen mens overkomen.



Kunstmatige intelligentie en menselijke intelligentie zijn verschillende werelden, betoogt Mols. Computers zijn sterk in rekenen, feitelijke gegevens opdiepen en ze zijn onvermoeibaar. Maar ze zijn slecht in patroonherkenning, hebben nul empathie en kunnen zich niet oriënteren in de ruimte. Mensen zijn gevormd door evolutie en gescherpt op sociale intelligentie, seksuele drive en het bevredigen van behoeften. Een computer heeft geen behoeften, behalve stroom. Veel stroom. Verder kan het de computer allemaal niks schelen, en let hij niet op de anderen. Met verbazing verslaat Mols de pogingen om met supercomputers een paar kubieke millimeter brein te simuleren, maar hij weet: het wordt niks. 



Grappig genoeg zijn de zwakke plekken van de computer zaken die mensen vanzelfsprekend doen en omgekeerd. Dus, concludeert Mols, voegt de nuttigste kunstmatige intelligentie zich als een gewillige danspartner naar de menselijke gebruiker. Helder argument boek, goed gekozen voorbeelden, verrassend geschreven – een topper. 


Bennie Mols, ‘Turings Tango’, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2012, 222 blz, € 19,-

“Terpstra lijkt met deze uitspraak vooral de boel te willen redden”, aldus een woordvoerder van Tempo-team. Randstad Uitzendbureau en UMG People zeggen eveneens dat ze geen baan kunnen garanderen, al willen ze de Inholland-studenten wel zo goed mogelijk helpen.



“Een harde garantie is het niet”, zegt ook Sander Breur van de Landelijke Studenten Vakbond desgevraagd. “Alleen leden van het koninklijk huis hebben een baangarantie, en zelfs daar is wat op af te dingen. Maar de intentie is goed. Eigenlijk zou Inholland een financiële vergoeding moeten beloven aan studenten die uiteindelijk toch geen baan krijgen. Dan gaat het pas ergens op lijken.”


Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.