Wetenschap

Hélène van Heijningen

Best ver wandelen, van Musée Rodin naar de Champs Elysees. En de metro is zo heet in de zomer. Gelukkig spring je in Parijs zo op een deelfiets, beschikbaar in de talloze docking stations verspreid door de stad. Jammer dat Nederland er niet op zit te wachten… of wel?

Onderzoek: Exploring the design of urban bike sharing systems intended for commuters in The Netherlands

Eindcijfer: 8

Voor toeristen is het dé manier om een stad snel te verkennen: met een deelfiets trap je van attractie naar attractie, om de fiets vervolgens in het dichtstbijzijnde parkeerstation weer achter te laten. Even in- en uitchecken met je creditcard, en je kunt die donkere metro die je de helft van de stad laat missen gewoon laten voor wat ‘ie is.

Het is niet verwonderlijk dat een onderneming die zich specialiseert in mobiliteit en daarover advies uitbrengt aan overheden en bedrijven, een half jaar geleden weleens wilde weten of zo’n leenfietssysteem haalbare kaart is in Nederland, en in welke vorm dan. En liet Techniek, Bestuur en Management-afstudeerder Hélène van Heijningen (23) nou nét dol zijn op alles rond de deeleconomie en mobiliteit. Een afstudeerproject was geboren, en daarmee het eerste wetenschappelijke onderzoek naar leenfietsen in Nederland.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: zo’n stad vol dockingstations als Parijs is wel het laatste waarop Nederland zit te wachten. “Bijna iedereen heeft hier een eigen fiets”, zegt Van Heijningen. “Dan wil je als consument echt niet moeten betalen voor een fiets waarmee je je verplaatst in de binnenstad.” Wel op een OV-fiets, omdat die zich richt op locaties waar de eigen fiets niet aanwezig is, zoals een andere stad waar je met de trein naartoe reist. “Maar die is niet flexibel, want alleen te huur op stations, waar je hem ook weer terug moet brengen.” Wat de burger wil, ontdekte ze – en dan vooral de forens en zakelijke reiziger – is een leenfiets op heel specifieke plekken. “Op bedrijventerreinen bijvoorbeeld, als pendel tussen een P+R of station en werk.” En dan wel graag een reguliere, en geen elektrische, zoals de TBM’er eigenlijk verwachtte. “Niemand wil tenslotte bezweet aankomen op zijn werk.” Maar ja, die Hollandse nuchterheid. “Mensen zien het nut niet van een elektrische fiets voor korte eindjes. Wel van een zakelijke leenfiets die wordt betaald uit de reiskostenvergoeding.”

Waar Duitsland en Frankrijk zich ondertussen toeleggen op onderzoek naar het invoeren van elektrische deelfietssystemen in grote steden, is Van Heijningen vooralsnog al blij dat haar afstudeerbedrijf dankzij haar onderzoek basiskennis beschikbaar stelt voor bedrijven en overheden die een kleinschaliger leenfietsplan in het leven willen roepen. Sterker nog: ze sleepte er een baan in de wacht, waar ze zich verder toelegt op transport en mobiliteit, én het verspreiden van kennis over deelfietsen bij onder andere bedrijven. Wel eerst even verhuizen uit haar Haagse studentenkamer. Een heel eind fietsen naar je werk is ook zo wat.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.