Onderwijs

​Hbo mag emancipatie niet vergeten

De afgelopen jaren is het niveau van het hbo verhoogd. Daardoor raken vooral mbo’ers en allochtonen in de problemen, waarschuwt de voorzitter van de Hogeschool Rotterdam. Daar moet iets aan gebeuren

In een essay voor de Vereniging Hogescholen wijst de Rotterdamse collegevoorzitter Ron Bormans op de geschiedenis van het hbo. Het ging door de jaren heen niet alleen om goed onderwijs, maar ook om emancipatie. “Economisch nut werd steeds gekoppeld aan ontwikkelingskansen voor groepen die eerder geen toegang hadden tot hogere vormen van onderwijs.”

Daar moet het hbo weer meer oog voor krijgen. De hogere eisen van de laatste jaren, die Bormans overigens onderschrijft, gaan ten koste van vooral allochtonen en mbo’ers. Ze beginnen wel aan een hbo-opleiding, maar halen vaak de eindstreep niet.

“De toegankelijkheid is op deze manier een schijntoegankelijkheid”, stelt hij. “We zetten de deuren open, maar sorteren een groot gedeelte van de studenten met een lagere sociaal-economische achtergrond én bepaalde etniciteit al snel weer uit.”

De harde cijfers zijn al wel bekend, maar Bormans zet ze nog eens op een rij. Vooral mannen, allochtonen en mbo’ers hebben het moeilijk in het hbo. Als een mannelijke mbo’er van niet-westerse afkomst aan een hbo-studie begint, is de kans klein dat hij de eindstreep binnen vijf jaar haalt. Aan de Hogeschool Rotterdam lukt het slechts in zestien procent van de gevallen.

De oplossing ligt deels bij de opvatting van kwaliteit, meent hij. Het gaat in het onderwijs niet alleen om de kwalificatie (het diploma) maar ook om socialisatie en ‘subjectwording’. Je wordt wijzer in het onderwijs.

Voor een ander deel gaat het om de docent, die “het verschil” maakt. De hogere eisen aan studenten moeten ook tot ander onderwijs leiden. “Met andere woorden: als je hogere eisen stelt aan de studenten zonder iets te veranderen aan de manier waarop je studenten betrekt bij je onderwijs vallen er meer studenten af.”

Dus is volgens hem het enige wat erop zit: beter onderwijs geven, oftewel “goede studiegerelateerde interactie met docenten in lessituaties”. Onder verwijzing naar onderzoek noemt hij onder meer een persoonlijke benadering van studenten, kleinschaligheid in de opleidingen, aanwezigheidsplicht bij werkgroepen.

Daar moeten docenten dan wel tijd voor hebben. Volgens Bormans neemt de Hogeschool Rotterdam meer docenten aan en wordt de overhead van de hogeschool kleiner. Hij betaalt die extra docenten naar eigen zeggen uit de financiële reserves van de hogeschool, in afwachting van extra geld dat de onderwijsinstellingen tegemoet kunnen zien dankzij de bezuiniging op de basisbeurs.

Er is een heel leger aan langstudeerders in het hbo: duizenden studenten komen maar niet tot een diploma. Dat komt volgens Bormans mede doordat de eisen tussentijds zijn verhoogd. Bormans spreekt van het “verplaatsen van de finish tijdens de race”.

Dit probleem hadden de hogescholen kunnen zien aankomen. In een analyse van vier jaar geleden voorspelde het HOP aan de hand van statistieken dat er duizenden studenten in de problemen zouden komen als het niveau tussentijds zou worden verhoogd.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.