Opinie

Hacken als sociale goocheltruc

De autobiografie van meesterhacker Kevin Mitnick leest als een handboek sociale manipulatie in de vorm van een thriller.
Toen Kevin Mitnick in 2000 vrij kwam, waren de autoriteiten zo panisch over zijn capaciteiten dat hij drie jaar lang niet in de buurt van een computer of mobiele telefoon mocht komen.

Ook mocht hij voorlopig geen geld verdienen aan een boek over zijn avonturen als ’s werelds meest gezochte hacker. Dat boek is er nu wel. ‘Ghost in the Wires’ leest als een thriller.


Mitnick presenteert zichzelf in het boek als een eenzaam jongetje, dat voor zijn vermaak gratis met de bus door Los Angeles reisde. Hij had bij een chauffeur informatie over het ponssysteem losgepraat en uit de vuilnisbak van het busbedrijf ongebruikte overstapkaartjes gevist. Als tiener stapte hij over op het hacken van telefoons en incasseerde hij zijn eerste veroordeling.


Na de telefoons volgden computers. Met een combinatie van babbelen en technische kennis kwam Mitnick binnen in talloze netwerken. Hij werd betrapt, veroordeeld, voorwaardelijk vrijgelaten, kon het niet laten, brak binnen in het mobiele telefoonsysteem van Pacific Bell en moest toen echt op de loop voor de FBI.

Terwijl hij onder een valse naam bij een advocatenbureau in Denver werkte, volgde hij de verrichtingen van de FBI via een gehackt telefoonaccount. Verder stal hij het besturingssysteem voor Sun-computers. De file was zo groot dat hij niet over het toenmalige internet verzonden kon worden, maar gelukkig was een Sun-medewerker zo vriendelijk een back-uptape voor hem te maken en bij de receptie neer te leggen. Naderhand werden ontdekte bugs door een aardige secretaresse naar hem toe gemaild op het adres dat hij daarvoor bij Sun had aangemaakt.


Toen hij met Sun klaar was, ging Mitnick verder met Novell en Motorola, twee telefoonbedrijven waar hij belangstelling voor had: hoe meer mogelijkheden tot toegang tot internet- en telefoonnetwerken, hoe makkelijker hij uit handen van de FBI kon blijven. Opnieuw was de telefoon zijn belangrijkste wapen: hij was gewoon erg goed in zich voordoen als een collega die met een probleempje zit. Bijna altijd kreeg hij zo wel een wachtwoord of een ander handig stukje informatie.


Zijn eindeloze gebruik van de mobiele telefoon (indertijd prijzig, maar voor Mitnick uiteraard gratis) wekte argwaan bij zijn baas, zodat hij Denver achter zich moest laten. Uiteindelijk werd hij op 14 februari 1995 gearresteerd in Raleigh, North-Carolina. Toen hij vijf jaar later vrij kwam, ging hij weer hacken, maar nu in opdracht van bedrijven die hun beveiliging getest wilden hebben. Mitnick had weliswaar een heleboel gedaan dat niet mocht, zijn daden hadden hem ook een schare bewonderaars opgeleverd.

Dat Mitnick zelf ook tot die bewonderaars behoort, spat van de pagina’s. Hij is nog altijd, zoals iedere hacker, erg trots dat hij iedereen te vlug af was. Zijn boek is verplichte kost voor iedereen die in de computerveiligheid werkt, en uiterst vermakelijk voor alle anderen.


Kevin Mitnick, ‘Ghost in the wires’. Little Brown, pp. 420, 20 euro.

The job of creating simultaneously politically charged and humorous propositions is much better left to stand up comedians than to scientists at their PhD defence.

‘Thermospheric Density and Wind Determination from Satellite Dynamics’, PhD-thesis by Eelco Doornbos, Space Engineering.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.