Onderwijs

Haagse Hogeschool zet gebouw neer op campus

De TU Delft verkoopt een van haar gebouwen aan de Haagse Hogeschool. Het gaat om het onderkomen van materiaalkunde en het Netherlands Institute for Metal Research (Nimr) aan de Rotterdamseweg 137.

/strong>

De Haagse Hogeschool betaalt na een jaar onderhandelen fors minder dan de taxatiewaarde voor het pand. Het college van bestuur kreeg daarover gisteren vragen van de ondernemingsraad. Volgens plaatsvervangend or-voorzitter ir. Daan Hoogwater vraagt de raad zich af in hoeverre de prijs reëel is. Ook stelt de raad zich de vraag of het wel goed is campusgrond af te staan. Erfpacht zou ook een oplossing kunnen zijn.

Vastgoedmedewerker Ronald Kuil weet dat winst maken niet de belangrijkste beweegreden is geweest voor de TU. “De universiteit en de hogeschool willen in de toekomst nauw samenwerken. In die relatie moet je investeren.”

En volgens Kuil is de TU niet de enige die investeert. “In feite betaalt de Haagse Hogeschool drie miljoen euro voor een stuk grond, want het gebouw wordt gesloopt.” Daar komt volgens Kuil bij, dat de verkoop past in het beleid van de universiteit om vierkante meters af te stoten. “Op die manier sparen we huurgeld, maar ook het geld dat we in de toekomst hadden moeten steken in het opknappen van dit gebouw.”

Alvorens de sloop kan beginnen, moeten materiaalkunde en het Nimr verhuizen. Beide moeten uiterlijk begin 2006 een nieuw onderkomen hebben. Materiaalkunde trekt in bij Ontwerp, Constructie en Productie, maar wanneer precies en hoe is nog niet bekend. “Materiaalkunde heeft nu 9500 vierkante meter tot zijn beschikking. Dat alles moet straks in een bestaand gebouw worden geschoven. Dat is een hele opgave voor alle betrokkenen”, vertelt Kuil. Voor het Nimr moet nog een oplossing worden gevonden.

De ondernemingsraad ziet het instituut ook in de toekomst het liefst onder één dak met materiaalkunde. “Voor zo’n topinstituut moet de universiteit een plaats vinden, liefst bij materiaalkunde, omdat dat de wetenschappelijke wisselwerking ten goede komt”, zegt Hoogwater.

De Haagse Hogeschool studeert intussen op de vraag welk soort gebouw het aan de Rotterdamseweg wil bouwen. Daarbij houdt ze rekening met sociale aspecten, onderwijsvisie, functionaliteit en flexibiliteit. Ook duurzaamheid, de uitstraling van het gebouw en de concurrentiestrijd met andere onderwijsinstellingen zijn belangrijke punten.

De school heeft drie alternatieven. Het eerste is een ’traditioneel gebouw rond een binnenplaats’. Het tweede model schetst de mogelijkheid van ‘individuele gebouwen die met elkaar zijn verbonden’. De derde optie, die de voorkeur van de hogeschool heeft, is ‘een groot, compact gebouw met binnentuinen’. Bij de twee laatste modellen gaat de ontwerper nu uit van drie verdiepingen, bij het eerste van vier lagen.

De TU Delft verkoopt een van haar gebouwen aan de Haagse Hogeschool. Het gaat om het onderkomen van materiaalkunde en het Netherlands Institute for Metal Research (Nimr) aan de Rotterdamseweg 137.

De Haagse Hogeschool betaalt na een jaar onderhandelen fors minder dan de taxatiewaarde voor het pand. Het college van bestuur kreeg daarover gisteren vragen van de ondernemingsraad. Volgens plaatsvervangend or-voorzitter ir. Daan Hoogwater vraagt de raad zich af in hoeverre de prijs reëel is. Ook stelt de raad zich de vraag of het wel goed is campusgrond af te staan. Erfpacht zou ook een oplossing kunnen zijn.

Vastgoedmedewerker Ronald Kuil weet dat winst maken niet de belangrijkste beweegreden is geweest voor de TU. “De universiteit en de hogeschool willen in de toekomst nauw samenwerken. In die relatie moet je investeren.”

En volgens Kuil is de TU niet de enige die investeert. “In feite betaalt de Haagse Hogeschool drie miljoen euro voor een stuk grond, want het gebouw wordt gesloopt.” Daar komt volgens Kuil bij, dat de verkoop past in het beleid van de universiteit om vierkante meters af te stoten. “Op die manier sparen we huurgeld, maar ook het geld dat we in de toekomst hadden moeten steken in het opknappen van dit gebouw.”

Alvorens de sloop kan beginnen, moeten materiaalkunde en het Nimr verhuizen. Beide moeten uiterlijk begin 2006 een nieuw onderkomen hebben. Materiaalkunde trekt in bij Ontwerp, Constructie en Productie, maar wanneer precies en hoe is nog niet bekend. “Materiaalkunde heeft nu 9500 vierkante meter tot zijn beschikking. Dat alles moet straks in een bestaand gebouw worden geschoven. Dat is een hele opgave voor alle betrokkenen”, vertelt Kuil. Voor het Nimr moet nog een oplossing worden gevonden.

De ondernemingsraad ziet het instituut ook in de toekomst het liefst onder één dak met materiaalkunde. “Voor zo’n topinstituut moet de universiteit een plaats vinden, liefst bij materiaalkunde, omdat dat de wetenschappelijke wisselwerking ten goede komt”, zegt Hoogwater.

De Haagse Hogeschool studeert intussen op de vraag welk soort gebouw het aan de Rotterdamseweg wil bouwen. Daarbij houdt ze rekening met sociale aspecten, onderwijsvisie, functionaliteit en flexibiliteit. Ook duurzaamheid, de uitstraling van het gebouw en de concurrentiestrijd met andere onderwijsinstellingen zijn belangrijke punten.

De school heeft drie alternatieven. Het eerste is een ’traditioneel gebouw rond een binnenplaats’. Het tweede model schetst de mogelijkheid van ‘individuele gebouwen die met elkaar zijn verbonden’. De derde optie, die de voorkeur van de hogeschool heeft, is ‘een groot, compact gebouw met binnentuinen’. Bij de twee laatste modellen gaat de ontwerper nu uit van drie verdiepingen, bij het eerste van vier lagen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.