Onderwijs

Graduate School moet promotiekansen vergroten

De faculteiten TNW, EWI, Bouwkunde en 3mE experimenteren komend studiejaar met een Graduate School. Doel: een soepeler aansluiting van master op promotie en een betere organisatorische inbedding van de opleiding.

Niets erger dan een promovendus die na drie jaar op een dood punt belandt en het bijltje erbij neergooit. Of als de relatie promotor-promovendus stukloopt en de promotie niet doorgaat. “Kapitaalvernietiging”, stelt rector Jacob Fokkema. “En een persoonlijk drama.”
Alle reden om masterstudenten goed voor te bereiden op het promotietraject. Na driekwart jaar brainstormen weet het college van bestuur globaal hoe dat moet lukken met de Graduate School (GS), die het promotietraject en een deel van de masteropleiding omvat. “We splitsen de master in een normaal mastertraject en – als start voor de Graduate School – een Honours Track als voorbereiding op een eventuele promotie”, schetst Fokkema. Studenten leren daarin onder meer bibliotheekonderzoek, methodologie, onderzoeksethiek en inzicht in projectmanagement. Voor deze groep zal het reguliere werkstuk ‘een zwaar MSc-project’ zijn, een soort voorbereidend promotieonderzoek waarover moet worden gerapporteerd en dat wordt getoetst door een speciale commissie.
“Zo wordt duidelijk of je als student onderzoeksvlees hebt en of promoveren iets voor je is”, stelt Fokkema. “De begeleidende docenten kunnen tegelijk een beetje aan talent scouting doen.” Naast het stroomlijnen van de overgang masters-promotie moet de GS ook een probleem oplossen met bijvoorbeeld promovendi uit het buitenland. “Als je die aanneemt, weet je niet of ze de juiste skills hebben voor een PhD”, aldus Fokkema. “Met de Graduate School zeg je: zet met het MSc-project je proefschrift alvast in de steigers, doe de juiste skills op en verhoog zo je succeskans. De Graduate School wordt zo als het ware een klasje van promovendi in spe. Mensen in hetzelfde schuitje die op elkaar kunnen terugvallen.”
Tegelijk raken via het Honours Track promovendi en promotors bekend met het aanbod van begeleiding bij de TU, zoals communicatie, projectmanagement, methodologie en mentale begeleiding. “Nu heb je tussen promotor en promovendus vaak een meester-gezelrelatie. Als het niet meer klikt, komt de promotie in gevaar. Met de GS ontstaat een breder community gevoel en gedeelde verantwoordelijkheid. Bij eventuele problemen kan een promotor gelegitimeerd en vooral overtuigd zeggen ‘stap naar die persoon voor feedback en coaching’, en blijft er een basis voor samenwerking.”
In de komende jaren moet de GS op alle faculteiten zijn intrede doen. “Doel is dat alle Graduate Schools voldoen aan generieke kwaliteitseisen met daaronder diverse inhoudelijke stromingen horend bij specifieke faculteiten of afdelingen.”

Vroeger stonden banken garant voor de betaling van collegegelden. Ze stortten ongevraagd geld op studentenrekeningen waar te weinig geld op stond, zodat het collegegeld kon worden afgeschreven. Dat bleek verboden. Sinds een jaar moeten hogescholen en universiteiten daarom zelf de betalingen controleren. Het beleid dat de instellingen voeren wisselt, net als hun succes met achterstallige rekeningen innen. Delft doet het aardig, blijkt uit een vergelijking.

Moest de Haagse Hogeschool vorig collegejaar bijvoorbeeld de deurwaarder afsturen op maar liefst 650 studenten, de TU hoefde het incassobureau maar 78 keer in te schakelen. Ook de Fontys Hogescholen blijken het slechter te doen. Een woordvoerder vertelt dat bij haar instelling alleen al in augustus 345 herinneringen en aanmaningen de deur zijn uitgegaan. “Met de kosten van het hele proces gaat zomaar één of twee procent van de omzet verloren. Per student komt dat neer op een half uur college in de week.”
De Haagse Hogeschool neemt geen halve maatregelen tegen studenten die structureel niet betalen. “In een aantal gevallen mochten wanbetalende studenten geen tentamen meer doen. Het is als met het energiebedrijf: als je niet betaalt, gaat vroeg of laat het licht uit”, zegt financieel directeur Eduard Hunsel. 

De Universiteit Twente gaat nog verder. “De meeste studenten die hun collegegeld niet betalen, hebben niet op hun saldo gelet en maken het na een herinnering in orde. Maar in een aantal gevallen hebben we wanbetalers de toegang tot hun faculteit moeten ontzeggen”, aldus een persvoorlichter.
Dat doet de TU Delft niet, laat directeur onderwijs & studentenzaken Anka Mulder weten. “Wij sluiten studenten niet uit van hun studie.” Wat de TU wel doet, staat in de brief ‘informatie incassobeleid TU Delft’ die iedere student krijgt: blokkering van het NetID, waardoor studenten geen toegang meer hebben tot blackboard en e-mail, geen diploma zolang er niet is betaald en uitsluiting van toekomstige gespreide betaling. 

Van die gespreide betaling maken veel studenten gebruik, aldus Mulder. “De meeste studenten betalen via een machtiging in twaalf termijnen.” Net als andere instellingen is ook de TU veel tijd kwijt aan het zorgen voor tijdige betalingen. “Een medewerker is daar fulltime mee aan de slag.”
Mulder denkt dat dat één van de redenen is waarom Delftse studenten relatief stipt betalen. “Studenten zijn goed geïnformeerd door de brief die ze krijgen en de betalingsherinneringen die we doen. Gemiddeld waren afgelopen studiejaar per maand tweehonderd studenten te laat met betalen. De meeste betaalden uiteindelijk. Slecht in 78 gevallen moesten we het incassobureau inschakelen. Op vijftienduizend studenten is dat niet veel.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.