Wetenschap

The graduate – Cactus juice and drifting plastic

For their Master’s thesis’ Maaike de Visser (29) and Loes Goebertus (25) studied the architecture and life in the Moroccan oasis village of Aroumiatte.


Once the oasis village of Aroumiatte in Southern Morocco was a prosperous capital of trade between countries surrounding the Sahara. But these times are long gone. The village is in decline. Men now work outside the oasis, in large cities. And as irrigation systems in the riverbeds are neglected, the desert has taken control of the oasis and the ground is becoming less fertile.


It is in this setting that Maaike de Visser and Loes Goebertus conducted their Master’s research. They defended their thesis this week. The two students spent two and a half weeks in the village, residing with a local nomad family, in order to study the culture and architecture. Their work resulted in the design of a learning and business centre for women, and adjacent to that a ‘digital market’, which is a place that functions as a market in the traditional sense of the word, yet is also a place where residents have computers at their disposal to learn about the internet and new business opportunities.


“From an architectural point of view, the village is very interesting,” says De Visser. “As nomads are now forced to live in the village, you see different architectures and cultures coming together. Traditionally, people made their houses of loam. But now with the nomads you also see habitations consisting of combinations of tents and loam walls.” 


“What is also striking,” Goebertus adds, “is that the people use more and more concrete.” That’s a shame, she believes, since the heat absorbing qualities of that material are inferior compared to loam. And from a business point of view it’s not very smart either, De Visser says. “If the village wants to be attractive to tourists – we think tourism could be an import source of revenues – new buildings should be made of loam.” 


But it is not easy to convince the villagers of this. During their short stay the students found that the villagers preferred concrete, because it has a modern,  western allure, is easy to build with and is more water repellent than loam.


However, the students think they can change the villagers’ minds. If their scale model was to become for real – and not just the result of an academic exercise – they would add cactus juice to the loam, which strengthens the building material. “And to add a modern twist to the building, we would also use plastic in the ceilings,” De Visser says. “The desert is full of drifting plastic that could replace a lot of the wood as a building material.” 

‘No waste: op weg naar een bewuste en excellente toekomst’, was maandag in het auditorium het thema van de traditionele aftrap van het collegejaar. De boodschap leek helder, maar hoe langer de bijeenkomst duurde, des te duidelijker werd dat veel opvattingen passen binnen ‘no waste’ en die bewuste, excellente toekomst. Als je ze maar goed uitlegt.

Draaiorgel
Het begon serieus. Buiten onderstreepten de vakbonden met een draaiorgel en spandoeken dat verspilling van wetenschappelijk personeel dreigt omdat de universiteiten geen hogere lonen bieden. Binnen zette collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg de massaal opgekomen eerstejaars voor het blok. “Haal eruit wat er in zit”, was een van zijn eerste zinnen. En hij bedoelde allerminst talenten op sportveld of sociëteit.

Concurrenten
Hij had het over ‘een moeilijke taak’ in een wereld die snel en onherroepelijk verandert en waarin de eerstejaars het moeten gaan doen. Over goede studenten in China en elders. Hun concurrenten. En dat Nederland steeds meer leunt op kennis en innovatie. Op hen dus.

Energiebehoefte
Volgens gastspreker Peter Voser, bestuursvoorzitter van Shell, moet er veel gebeuren: energieverbruik terugdringen, nieuwe bronnen ontdekken en aanboren en CO2-uitstoot verminderen. “Want de wereldbevolking groeit. Steeds meer mensen hebben dus energie nodig voor hun laptops, ovens, auto’s.” Dat wordt zwaar leunen op de techniek. Op hen dus.

Lichtheid
Collegelid Paul Rullmann bracht de lichtheid en de studentenwereld buiten de campus terug. Hij had persoonlijk met de verenigingen afgesproken ‘dat de feutenpauze tot ruim na vijven zou duren’. Ze konden de paneldiscussie onder leiding van presentator Menno Bentveld dus mooi meepikken.

Breed
Dat was goed. Juist toen bleek ‘no waste’ breed interpreteerbaar. Bentveld zong over de student versus de stomme buitenwereld. Student zijn moet je koesteren, vond hij, maar studeren kan best een ‘tikkie sneller’ dan de 7,2 jaar die TU’ers erover doen.

Vaardigheden
Dat hoeft niet, meende Mariëlle van Kooten, Stip-gemeenteraadslid en in de verwachting acht jaar over L&R te doen. “De vaardigheden en ervaring die ik nu in een jaar opdoe, zijn goed voor vijf jaar bedrijfsleven.” Micha Disselkoen – derdejaars werktuigbouwkunde en voorzitter van de VerenigingenRaad – vond binnen vijf jaar afstuderen raar. “Dan kom je bij een bedrijf en ben je sociaal niet capabel.”

Verspilling elimineren
Toch moet het, meende Jacob Ruiter, mijnbouwer en als leidinggevende bij Essent bezig verspilling te elimineren. “Talent is als je binnen vijf jaar afstudeert en je in die tijd ontplooit.” Een eerstejaars technische natuurkunde was al om: de studie voltooien en je breed ontwikkelen, dat kan allemaal prima in vijf jaar, wist hij nu al.

Verwijt
Het klonk als een verwijt naar die zevendejaars studente die nog anderhalf jaar nodig denkt te hebben, maar dan ook ‘veel skills’ op allerlei terreinen heeft ontwikkeld. Daar deed Jasper van Kuijk – die na acht jaar IO-studie opklom tot TU-docent, promovendus en cabaretier – iets van af. Al vroeg in het debat zei hij bij de stelling ‘de universiteit moet zorgen dat de student zo snel mogelijk gaat werken’ dat het de taak van de studént is om zo snel mogelijk te gaan werken, maar wel afhankelijk van zijn eigen doelen. “Als je promovendus wilt worden, kan het bijvoorbeeld lonen om zo snel mogelijk door die studie heen te gaan. Als je manager wilt worden, zou het goed kunnen zijn om je nevenactiviteiten zo in te richten dat je je leiderschapscapaciteiten ontwikkelt.”

Inhoud
Later stelde hij dat de studenten vooral moeten profiteren van de inhoud van de studie. “De inhoud is uniek, die komt niet terug, wel het organiseren, het gezellige, het sociale.” De universiteit hoeft wat hem betreft ook niet al te snel te zwichten voor klachten over de studielast. “Studenten zijn net kamelen. Ze klagen altijd, wat je er ook op gooit.”  

De eerstejaars waren in elk geval wakker geschud. Vele talenten, weinig tijd. Wat kies je? Mooie vraag om op te broeden tijdens de eerste colleges.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.