Onderwijs

Goudgeel grachtenwater

Wie aan Delft denkt, denkt aan blauwe tegeltjes, de TU, Willem van Oranje en Antoni van Leeuwenhoek. Maar niet aan bier. Lang geleden was dit wel anders.

In 1500 was Delft de bierstad van Holland met tweehonderd brouwerijen. Iedereen in Delft was verknocht aan bier. Bierfanaat Aad van der Hoeven dook in de Delftse biergeschiedenis en kwam met verrassende verhalen over een vergeten Delftse traditie.

Het is 1500. De Voorstraat, waar nu Turkse pizza’s en luxaflex worden verkocht, zit vol met brouwerijen. Ze hebben poëtische namen, zoals ‘Den Oyevaer’, ‘De witte fontein’ en ‘Het vliegende hert’. Bierkruiers lopen af en aan met vaten bier, die ze met een slee die ze vooruitduwen, naar boten brengen. Op straat lopen ouders én kinderen niet met flesjes water of frisdrank in de hand, maar met een bierpul.

Zo moet het er in Delft uit hebben gezien rond 1500, althans volgens Aad van der Hoeven (50). Hij schreef het net verschenen ‘Delft. Stad met een vergeten bierhistorie’. “Vroeger werd jaarlijks zeshonderd liter bier gedronken per hoofd van de bevolking. Dat is gigantisch veel. Nu is dat tachtig liter. Dranken als cola, limonade en wijn werden niet gedronken. En het vervuilde grachtenwater kon je ook niet drinken. Iedereen dronk dus bier.”

Rond 1500 was Delft bierstad nummer één. “Delft ligt gunstig aan het water, het belangrijkste bestandsdeel van bier. En het ligt in een moerassig gebied, waardoor veel ingrediënten hier groeiden. Gachel, dat een hallucinerende werking heeft en vroeger in bier zat, was hier ruim voorhanden. In de hoogtijdagen zaten er tweehonderd brouwerijen in Delft. Veel werd geëxporteerd naar Brabant, Limburg en Zeeland.” Het is niet voor niets dat Jacob van der Does in 1641 dichtte over Delft met de ‘leck’re bieren’. ‘Heeft dat volck niet wel gebrout? Dat s’hare kassen sien voor Mout gepropt met Gout?’
Jan Steen

Delft kende niet alleen opmerkelijke brouwerijen, maar ook opzienbarende brouwers. Meesterschilder Jan Steen was vier jaar lang eigenaar van brouwerij ‘De Sleutel’ aan de Oude Delft, waar tegenwoordig het IHE-instituut zit. “Of hij zelf gebrouwen heeft, heb ik niet kunnen achterhalen”, zegt Van der Hoeven. “Het gezegde ‘Leven in de brouwerij’ komt van Steen, dat is wel interessant. Die uitspraak deed hij dus niet zomaar.”

Delft stond bekend om een aantal legendarisch biertjes. Zoals ‘Delftsche Kuyte’, ‘Delftsche Israel’ en ‘Faro’, een koperkleurig bier dat vrijwel niet schuimde en een alcoholpercentage van zes procent had. Van der Hoeven: “Tegenwoordig zou je het een Engels biertje noemen, omdat het bijna niet schuimde. Helaas zijn de recepten niet meer bekend. Ik heb drieëneenhalf jaar onderzoek gedaan in het archief en steeds weer las ik over heerlijke, oude biertjes die hier werden gebrouwen. Ik was zo ongelooflijk benieuwd wat er inzat, maar jammer genoeg is dat bij veel bieren onbekend.”

De belangrijkste brouwers van Delft waren eeuwenlang de Van Berckels van ‘De Gekroonde P.’ op Voorstraat 36-40. “Velen schopten het tot burgemeester, ze zaten dicht tegen de adel aan en waren schatrijk. In het huidige Menserts Gereedschapsmuseum op Drie Akerstraat 9, zijn in de gewelfkolommen nog de oude koelcellen te herkennen van de voormalige brouwerij. De deur is ook authentiek. Een van hun toppers was ‘Gerste Lager’, een voorloper van pils.”

De beruchtste brouwer was Gerrit Fransz. Meerman (1541-1609) van brouwerij de Hoefijzer aan de Voorstraat 84-86. Hij had als bijnaam ‘De duyvel van Delft’. Van der Hoeven: “Hij inde belastingen bij collega-brouwers voor de gemeente en deed dat heel streng. Dat maakte hem niet geliefd.” Toch schopte hij het tot burgemeester.
Biersprookje

Na een eeuw onbezorgd bierdrinken ging het in de zeventiende eeuw mis met de bierindustrie in Delft. Rotterdam overschaduwde Delft als handelscentrum. En door de toenemende handel kwamen dranken als thee, koffie en later ook wijn in zwang. Bier werd minder gedronken. Brouwers lieten Delft al snel links liggen, velen vertrokken naar Rotterdam. In 1667 waren er nog maar vijftien brouwerijen over. Opmerkelijk genoeg werden veel brouwerijen overgenomen door aardewerkfabrikanten. Waar eerder water, gachel en mout werden gemixt, werd in de zeventiende eeuw Delfts Blauw gemaakt, waar Delft echt bekend mee zou worden. In 1922 was het biersprookje definitief ten einde toen de eens zo succesvolle ‘De Gekroonde P.’ als laatste brouwerij de deuren sloot.

Dat er op dit moment geen brouwerij in Delft zit, vindt Van der Hoeven ‘ongelooflijk zonde’. “Er zijn wel initiatieven geweest, maar de gemeente is zeer terughoudend met het verstrekken van vergunningen. Nu gaan er geruchten dat er misschien een nieuwe brouwerij komt. Ik hoop het van harte, want het is mijn droom om een echt in Delft gebrouwen biertje te drinken in mijn geboortestad.”

www.bierhistoriedelft.nl

Het boek ‘Delft. Stad met vergeten bierhistorie’ is onder meer verkrijgbaar bij boekhandel Huyser, Kleyweg’s Stadskoffyhuis en via de website. Het boek kost 14,95 euro.

Delft heeft geen brouwerij meer, maar wel een aantal biercafés met veel speciale bieren, zoals Locus Publicus aan de Brabantse Turfmarkt.
Studentenbier

Ook bij studentenverenigingen staat bier drinken hoog in het vaandel. Hier vind je vrijwel geen speciale, schaarse bieren, maar vooral veel bier van de tap. Kwantiteit gaat boven kwaliteit, maar aan bierdrinkers is dan ook geen gebrek bij de verenigingen. Het meeste bier wordt gedronken bij het Delftsch Studenten Corps. Twaalfduizend liter Heineken gaat maandelijks over de toonbank bij ‘de zaak’. Een tapje kost 0,85 euro. St. Jansbrug is op gepaste afstand een goede tweede met 4300 liter Jupiler per maand. Voor een tulpje betalen leden 0,8 euro. Leden van de Delftsche Studenten Bond drinken gezamenlijk 2100 liter Bavaria. En het bier is bij de Bond goedkoop: 0,75 euro. Bij Wolbodo wordt tweehonderd liter Maes en Brugs witbier per maand gedronken. Voor Maes rekenen ze 0,80 euro, Brugs is tien cent duurder. Virgiel wil geen biercijfers bekend maken, maar laat weten ‘de grootste particuliere afnemer te zijn van Bavaria’. Een biertje kost 0,75 euro.
Venijnige kabouters

Delft mag dan geen enkele brouwerij meer hebben, het kent wel een aantal biercafés met veel speciale bieren. Een top vijf.

* Bierlokaal Locus Publicus, Brabantse Turfmarkt 67

“Locus is een rare kroeg, type pijpenla, en het lijkt op het eerste gezicht ongezellig”, zegt de barman. “Maar juist omdat we zo graag en veel over bier praten is de sfeer geweldig.” Wie de barman eenmaal bevlogen over bier hoort praten, krijgt al snel dorst. De kroeg is populair onder studenten en Britse toeristen en expats. Locus heeft tweehonderd biertjes op de fles. Waaronder de ‘Faro Lambik’, dat gerijpt wordt in eikenhouten vaten met een beetje kandijsuiker. Tien bieren zitten op de tap, waarvan de helft wisselt.

* Biercafé Doerak, Vrouw Juttenland 17

Het karakteristieke grachtenpand van Doerak ligt op de hoek van Vrouw Juttenland. Doerak heeft honderdvijftig bieren op de fles. Guinness, Hertog Jan en Leffe Blond zitten vast op de tap. De andere vijf taps wisselen. De barman bezingt poëtisch een lof der beschonkenheid. Hij raadt namelijk Kabouterbier aan. “Dat is een fris biertje, maar pas op. De kabouters zijn venijnig. Als je er zes van op hebt, sta je op je benen te wankelen.”

* Trappistenlokaal ’t Klooster, Vlamingstraat 2

De vergeelde bierposters voor de ramen van het enige trappistenlokaal ter wereld zijn exemplarisch voor de instelling van de kroegbaas. “Wij laten veel bieren lang rijpen, zodat ze nog lekkerder worden.” Veel bierliefhebbers komen volgens hem naar ’t Klooster voor een goed gesprek. De kroeg heeft 140 bieren op de fles, Leffe en Jupiler vast op de tap en vier op de wisseltap.

* Biercafé ’t Proeflokaal, Gasthuislaan 36-38

’t Proeflokaal heeft de meeste bieren van Delft op voorraad, maar liefst 250 op de fles en acht op de tap. Het bruine café schenkt als een van de drie kroegen in Nederland ‘Cask Conditioned Real Ale’. “Dat is puur bier”, legt de barman uit. “Het is vacuúm getrokken uit het fust. Het is perfect donkerblond bier met een vleugje bitter en zoet.”

* Belgisch biercafé Belvedère, Beestenmarkt 8

Belvedère zit sinds anderhalf jaar op de hoek van de sfeervolle Beestenmarkt, maar helaas heeft het café nog geen terras. Vier bieren zitten vast op de tap, drie op de wisseltap. Belvedère heeft verreweg het minste aantal bieren op de fles: veertig. De barvrouw raadt Urthel aan. Een bier dat volgens de legende gebrouwen wordt door kaalhoofdige aardmannetjes met lange baarden.
Grachtenbier

De afgelopen jaren zijn verschillende Delftse biertjes op de markt gebracht. Vier worden op dit moment nog in de eens zo roemruchte bierstad geschonken.

* Delftse Mueselare

Zoetig en kruidig, triple-achtig bier, met een lange, zachte nasmaak. Het is een zwaar biertje, 7,5 procent, dat toch gemakkelijk wegdrinkt. Het werd in Delft rond 1700 gebrouwen, maar het recept ging verloren. Aad van der Hoeven maakte een nieuw recept. Verkrijgbaar bij Kleyweg’s Stadskoffyhuis voor 3,20 of voor 1,75 euro via www.bierhistoriedelft.nl

* Liberté

In de kelder en keuken van het karakteristieke grachtenpand van de Delftsche Studenten Bond (DSB), brouwen studenten al vijfentwintig jaar hun eigen biertjes. Liberté is een heerlijke lentebok met een zoete smaak. Verkrijgbaar bij DSB voor een euro.

* Delftsche Knollaert

De Knollaert is een donker bier met een stevige schuimkraag. Het bier heeft een pittige, kruidige, lange nasmaak. Verkrijgbaar bij Kleyweg’s Stadskoffyhuis voor 2,90 euro en bij Kobus Kuch voor 3,10 euro.

* Delftsch Grachtenbier

Lichtgeel bier, dat vrijwel niet schuimt en waar weinig smaak aan zit. Twee TU-studenten ontwierpen het etiket. Verkrijgbaar bij Gall&Gall-filialen in Delft voor 2,30 euro per twee flesjes.

img:repo_39_11.jpg

Het is 1500. De Voorstraat, waar nu Turkse pizza’s en luxaflex worden verkocht, zit vol met brouwerijen. Ze hebben poëtische namen, zoals ‘Den Oyevaer’, ‘De witte fontein’ en ‘Het vliegende hert’. Bierkruiers lopen af en aan met vaten bier, die ze met een slee die ze vooruitduwen, naar boten brengen. Op straat lopen ouders én kinderen niet met flesjes water of frisdrank in de hand, maar met een bierpul.

Zo moet het er in Delft uit hebben gezien rond 1500, althans volgens Aad van der Hoeven (50). Hij schreef het net verschenen ‘Delft. Stad met een vergeten bierhistorie’. “Vroeger werd jaarlijks zeshonderd liter bier gedronken per hoofd van de bevolking. Dat is gigantisch veel. Nu is dat tachtig liter. Dranken als cola, limonade en wijn werden niet gedronken. En het vervuilde grachtenwater kon je ook niet drinken. Iedereen dronk dus bier.”

Rond 1500 was Delft bierstad nummer één. “Delft ligt gunstig aan het water, het belangrijkste bestandsdeel van bier. En het ligt in een moerassig gebied, waardoor veel ingrediënten hier groeiden. Gachel, dat een hallucinerende werking heeft en vroeger in bier zat, was hier ruim voorhanden. In de hoogtijdagen zaten er tweehonderd brouwerijen in Delft. Veel werd geëxporteerd naar Brabant, Limburg en Zeeland.” Het is niet voor niets dat Jacob van der Does in 1641 dichtte over Delft met de ‘leck’re bieren’. ‘Heeft dat volck niet wel gebrout? Dat s’hare kassen sien voor Mout gepropt met Gout?’
Jan Steen

Delft kende niet alleen opmerkelijke brouwerijen, maar ook opzienbarende brouwers. Meesterschilder Jan Steen was vier jaar lang eigenaar van brouwerij ‘De Sleutel’ aan de Oude Delft, waar tegenwoordig het IHE-instituut zit. “Of hij zelf gebrouwen heeft, heb ik niet kunnen achterhalen”, zegt Van der Hoeven. “Het gezegde ‘Leven in de brouwerij’ komt van Steen, dat is wel interessant. Die uitspraak deed hij dus niet zomaar.”

Delft stond bekend om een aantal legendarisch biertjes. Zoals ‘Delftsche Kuyte’, ‘Delftsche Israel’ en ‘Faro’, een koperkleurig bier dat vrijwel niet schuimde en een alcoholpercentage van zes procent had. Van der Hoeven: “Tegenwoordig zou je het een Engels biertje noemen, omdat het bijna niet schuimde. Helaas zijn de recepten niet meer bekend. Ik heb drieëneenhalf jaar onderzoek gedaan in het archief en steeds weer las ik over heerlijke, oude biertjes die hier werden gebrouwen. Ik was zo ongelooflijk benieuwd wat er inzat, maar jammer genoeg is dat bij veel bieren onbekend.”

De belangrijkste brouwers van Delft waren eeuwenlang de Van Berckels van ‘De Gekroonde P.’ op Voorstraat 36-40. “Velen schopten het tot burgemeester, ze zaten dicht tegen de adel aan en waren schatrijk. In het huidige Menserts Gereedschapsmuseum op Drie Akerstraat 9, zijn in de gewelfkolommen nog de oude koelcellen te herkennen van de voormalige brouwerij. De deur is ook authentiek. Een van hun toppers was ‘Gerste Lager’, een voorloper van pils.”

De beruchtste brouwer was Gerrit Fransz. Meerman (1541-1609) van brouwerij de Hoefijzer aan de Voorstraat 84-86. Hij had als bijnaam ‘De duyvel van Delft’. Van der Hoeven: “Hij inde belastingen bij collega-brouwers voor de gemeente en deed dat heel streng. Dat maakte hem niet geliefd.” Toch schopte hij het tot burgemeester.
Biersprookje

Na een eeuw onbezorgd bierdrinken ging het in de zeventiende eeuw mis met de bierindustrie in Delft. Rotterdam overschaduwde Delft als handelscentrum. En door de toenemende handel kwamen dranken als thee, koffie en later ook wijn in zwang. Bier werd minder gedronken. Brouwers lieten Delft al snel links liggen, velen vertrokken naar Rotterdam. In 1667 waren er nog maar vijftien brouwerijen over. Opmerkelijk genoeg werden veel brouwerijen overgenomen door aardewerkfabrikanten. Waar eerder water, gachel en mout werden gemixt, werd in de zeventiende eeuw Delfts Blauw gemaakt, waar Delft echt bekend mee zou worden. In 1922 was het biersprookje definitief ten einde toen de eens zo succesvolle ‘De Gekroonde P.’ als laatste brouwerij de deuren sloot.

Dat er op dit moment geen brouwerij in Delft zit, vindt Van der Hoeven ‘ongelooflijk zonde’. “Er zijn wel initiatieven geweest, maar de gemeente is zeer terughoudend met het verstrekken van vergunningen. Nu gaan er geruchten dat er misschien een nieuwe brouwerij komt. Ik hoop het van harte, want het is mijn droom om een echt in Delft gebrouwen biertje te drinken in mijn geboortestad.”

www.bierhistoriedelft.nl

Het boek ‘Delft. Stad met vergeten bierhistorie’ is onder meer verkrijgbaar bij boekhandel Huyser, Kleyweg’s Stadskoffyhuis en via de website. Het boek kost 14,95 euro.

Delft heeft geen brouwerij meer, maar wel een aantal biercafés met veel speciale bieren, zoals Locus Publicus aan de Brabantse Turfmarkt.
Studentenbier

Ook bij studentenverenigingen staat bier drinken hoog in het vaandel. Hier vind je vrijwel geen speciale, schaarse bieren, maar vooral veel bier van de tap. Kwantiteit gaat boven kwaliteit, maar aan bierdrinkers is dan ook geen gebrek bij de verenigingen. Het meeste bier wordt gedronken bij het Delftsch Studenten Corps. Twaalfduizend liter Heineken gaat maandelijks over de toonbank bij ‘de zaak’. Een tapje kost 0,85 euro. St. Jansbrug is op gepaste afstand een goede tweede met 4300 liter Jupiler per maand. Voor een tulpje betalen leden 0,8 euro. Leden van de Delftsche Studenten Bond drinken gezamenlijk 2100 liter Bavaria. En het bier is bij de Bond goedkoop: 0,75 euro. Bij Wolbodo wordt tweehonderd liter Maes en Brugs witbier per maand gedronken. Voor Maes rekenen ze 0,80 euro, Brugs is tien cent duurder. Virgiel wil geen biercijfers bekend maken, maar laat weten ‘de grootste particuliere afnemer te zijn van Bavaria’. Een biertje kost 0,75 euro.
Venijnige kabouters

Delft mag dan geen enkele brouwerij meer hebben, het kent wel een aantal biercafés met veel speciale bieren. Een top vijf.

* Bierlokaal Locus Publicus, Brabantse Turfmarkt 67

“Locus is een rare kroeg, type pijpenla, en het lijkt op het eerste gezicht ongezellig”, zegt de barman. “Maar juist omdat we zo graag en veel over bier praten is de sfeer geweldig.” Wie de barman eenmaal bevlogen over bier hoort praten, krijgt al snel dorst. De kroeg is populair onder studenten en Britse toeristen en expats. Locus heeft tweehonderd biertjes op de fles. Waaronder de ‘Faro Lambik’, dat gerijpt wordt in eikenhouten vaten met een beetje kandijsuiker. Tien bieren zitten op de tap, waarvan de helft wisselt.

* Biercafé Doerak, Vrouw Juttenland 17

Het karakteristieke grachtenpand van Doerak ligt op de hoek van Vrouw Juttenland. Doerak heeft honderdvijftig bieren op de fles. Guinness, Hertog Jan en Leffe Blond zitten vast op de tap. De andere vijf taps wisselen. De barman bezingt poëtisch een lof der beschonkenheid. Hij raadt namelijk Kabouterbier aan. “Dat is een fris biertje, maar pas op. De kabouters zijn venijnig. Als je er zes van op hebt, sta je op je benen te wankelen.”

* Trappistenlokaal ’t Klooster, Vlamingstraat 2

De vergeelde bierposters voor de ramen van het enige trappistenlokaal ter wereld zijn exemplarisch voor de instelling van de kroegbaas. “Wij laten veel bieren lang rijpen, zodat ze nog lekkerder worden.” Veel bierliefhebbers komen volgens hem naar ’t Klooster voor een goed gesprek. De kroeg heeft 140 bieren op de fles, Leffe en Jupiler vast op de tap en vier op de wisseltap.

* Biercafé ’t Proeflokaal, Gasthuislaan 36-38

’t Proeflokaal heeft de meeste bieren van Delft op voorraad, maar liefst 250 op de fles en acht op de tap. Het bruine café schenkt als een van de drie kroegen in Nederland ‘Cask Conditioned Real Ale’. “Dat is puur bier”, legt de barman uit. “Het is vacuúm getrokken uit het fust. Het is perfect donkerblond bier met een vleugje bitter en zoet.”

* Belgisch biercafé Belvedère, Beestenmarkt 8

Belvedère zit sinds anderhalf jaar op de hoek van de sfeervolle Beestenmarkt, maar helaas heeft het café nog geen terras. Vier bieren zitten vast op de tap, drie op de wisseltap. Belvedère heeft verreweg het minste aantal bieren op de fles: veertig. De barvrouw raadt Urthel aan. Een bier dat volgens de legende gebrouwen wordt door kaalhoofdige aardmannetjes met lange baarden.
Grachtenbier

De afgelopen jaren zijn verschillende Delftse biertjes op de markt gebracht. Vier worden op dit moment nog in de eens zo roemruchte bierstad geschonken.

* Delftse Mueselare

Zoetig en kruidig, triple-achtig bier, met een lange, zachte nasmaak. Het is een zwaar biertje, 7,5 procent, dat toch gemakkelijk wegdrinkt. Het werd in Delft rond 1700 gebrouwen, maar het recept ging verloren. Aad van der Hoeven maakte een nieuw recept. Verkrijgbaar bij Kleyweg’s Stadskoffyhuis voor 3,20 of voor 1,75 euro via www.bierhistoriedelft.nl

* Liberté

In de kelder en keuken van het karakteristieke grachtenpand van de Delftsche Studenten Bond (DSB), brouwen studenten al vijfentwintig jaar hun eigen biertjes. Liberté is een heerlijke lentebok met een zoete smaak. Verkrijgbaar bij DSB voor een euro.

* Delftsche Knollaert

De Knollaert is een donker bier met een stevige schuimkraag. Het bier heeft een pittige, kruidige, lange nasmaak. Verkrijgbaar bij Kleyweg’s Stadskoffyhuis voor 2,90 euro en bij Kobus Kuch voor 3,10 euro.

* Delftsch Grachtenbier

Lichtgeel bier, dat vrijwel niet schuimt en waar weinig smaak aan zit. Twee TU-studenten ontwierpen het etiket. Verkrijgbaar bij Gall&Gall-filialen in Delft voor 2,30 euro per twee flesjes.

img:repo_39_11.jpg

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.