Wetenschap

Going down

Naam: Swati Gehlot (25)Nationaliteit: IndiaseOnderwerp: interpretatie en visualisatie van bodemdalingPromotoren: Prof.d

r.ir. Peter Teunissen, sectie mathematische geodesie en puntsbepaling (L&R) en prof.dr.ir. Peter van Oosterom, sectie GIS-technologie (OTB)

Tussenstand: nog iets meer dan twee jaar te gaan

“Kort gezegd ontwerp ik een tool om te zien op welke plekken de bodem daalt, hoeveel en waarom. Toen ik tijdens mijn masteropleiding tien maanden in Duitsland was, zag ik een vacature voor deze promotieopdracht. Gelukkig ben ik aangenomen, want ik ben nu veel met kaarten bezig en daar heb ik altijd al iets mee gehad. Toen iemand me de eerste keer Google Earth liet zien, was ik er vier dagen niet meer bij weg te krijgen.

In mijn onderzoek combineer ik twee onderzoeksgebieden. Ik heb dus ook twee werkplekken en twee promotoren, zowel bij Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek als bij onderzoeksinstituut OTB. Bij L&R wordt een techniek ontwikkeld die met radar de bodemdaling meet. Iedere keer als de radarsatelliet langs een bepaalde plek komt, bijvoorbeeld iedere 35 dagen, maakt hij een soort foto. We vergelijken de foto’s over een periode van tien jaar om te bepalen hoeveel en hoe snel bepaalde plekken zakken ten opzichte van een referentiepunt. Een goede techniek en op de millimeter nauwkeurig, maar de radarfoto’s zijn moeilijk te interpreteren. Je wilt ook weten wat zich op de verzakkende plek bevindt en waarom de bodem zakt. Daarom combineer ik de foto’s met geografische informatie over onder andere grondsoorten, gebouwen, wegen en gaswinning. En dat maakt een hoop duidelijk. Zo zag ik op de kaart een punt in Delft behoorlijk zakken. Met extra informatie begreep ik dat op die plek een bedrijf staat dat grondwater aan de bodem onttrekt. Dat kan de daling van de grond veroorzaken.

Ik wil de informatie niet alleen inzichtelijk, maar ook publiek maken. Voor burgers, voor gemeenten die ergens willen bouwen, voor iedereen die interesse heeft. Daarom zet ik de digitale informatie op internet. Ik heb zowel Google Earth als geografische informatiesystemen (GIS) gebruikt als basis voor de kaarten en beide werkten goed. In Google Earth heb ik minder rechten om dingen aan te passen voor mijn doel, maar het is bekend en kan een groot publiek bereiken. Er is trouwens nogal wat discussie over het openbaar maken van de informatie, omdat het de vastgoedprijzen in een dalend gebied zou beïnvloeden. Ik begrijp dat wel, maar ik vind dat in ieder geval planners moeten weten óf en waarom het land waar ze willen bouwen inklinkt. Dan kunnen ze daar bij de bouw rekening mee houden. Planners gebruiken al gegevens over bodemdaling, maar het wordt nu nog handmatig gemeten. Dat kost veel meer tijd en is minder nauwkeurig dan de techniek met radarbeelden.

Ik hoop ook na mijn promotie in dit onderzoeksgebied te blijven werken. Het is een grote uitdaging als een soort vertaler op te treden tussen twee vakgebieden.” (MM)

Swati Gehlot (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Naam: Swati Gehlot (25)

Nationaliteit: Indiase

Onderwerp: interpretatie en visualisatie van bodemdaling

Promotoren: Prof.dr.ir. Peter Teunissen, sectie mathematische geodesie en puntsbepaling (L&R) en prof.dr.ir. Peter van Oosterom, sectie GIS-technologie (OTB)

Tussenstand: nog iets meer dan twee jaar te gaan

“Kort gezegd ontwerp ik een tool om te zien op welke plekken de bodem daalt, hoeveel en waarom. Toen ik tijdens mijn masteropleiding tien maanden in Duitsland was, zag ik een vacature voor deze promotieopdracht. Gelukkig ben ik aangenomen, want ik ben nu veel met kaarten bezig en daar heb ik altijd al iets mee gehad. Toen iemand me de eerste keer Google Earth liet zien, was ik er vier dagen niet meer bij weg te krijgen.

In mijn onderzoek combineer ik twee onderzoeksgebieden. Ik heb dus ook twee werkplekken en twee promotoren, zowel bij Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek als bij onderzoeksinstituut OTB. Bij L&R wordt een techniek ontwikkeld die met radar de bodemdaling meet. Iedere keer als de radarsatelliet langs een bepaalde plek komt, bijvoorbeeld iedere 35 dagen, maakt hij een soort foto. We vergelijken de foto’s over een periode van tien jaar om te bepalen hoeveel en hoe snel bepaalde plekken zakken ten opzichte van een referentiepunt. Een goede techniek en op de millimeter nauwkeurig, maar de radarfoto’s zijn moeilijk te interpreteren. Je wilt ook weten wat zich op de verzakkende plek bevindt en waarom de bodem zakt. Daarom combineer ik de foto’s met geografische informatie over onder andere grondsoorten, gebouwen, wegen en gaswinning. En dat maakt een hoop duidelijk. Zo zag ik op de kaart een punt in Delft behoorlijk zakken. Met extra informatie begreep ik dat op die plek een bedrijf staat dat grondwater aan de bodem onttrekt. Dat kan de daling van de grond veroorzaken.

Ik wil de informatie niet alleen inzichtelijk, maar ook publiek maken. Voor burgers, voor gemeenten die ergens willen bouwen, voor iedereen die interesse heeft. Daarom zet ik de digitale informatie op internet. Ik heb zowel Google Earth als geografische informatiesystemen (GIS) gebruikt als basis voor de kaarten en beide werkten goed. In Google Earth heb ik minder rechten om dingen aan te passen voor mijn doel, maar het is bekend en kan een groot publiek bereiken. Er is trouwens nogal wat discussie over het openbaar maken van de informatie, omdat het de vastgoedprijzen in een dalend gebied zou beïnvloeden. Ik begrijp dat wel, maar ik vind dat in ieder geval planners moeten weten óf en waarom het land waar ze willen bouwen inklinkt. Dan kunnen ze daar bij de bouw rekening mee houden. Planners gebruiken al gegevens over bodemdaling, maar het wordt nu nog handmatig gemeten. Dat kost veel meer tijd en is minder nauwkeurig dan de techniek met radarbeelden.

Ik hoop ook na mijn promotie in dit onderzoeksgebied te blijven werken. Het is een grote uitdaging als een soort vertaler op te treden tussen twee vakgebieden.” (MM)

Swati Gehlot (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.