Opinie

Goede docenten worden niet geboren, maar gemaakt

Goed lesgeven is te leren, vindt hoogleraar didactiek Wim Veen. Niet in een cursusje van een paar middagen, maar in de praktijk, met behulp van internet.

/strong>

Deze maand stond in Delta een aardige column van Salomon Kroonenberg over de angst voor het nakijken. Hij stelt dat examens niet op tijd worden nagekeken omdat docenten de directe confrontatie met hun eigen docentprestaties uitstellen. Een leuke stelling die best waar zou kunnen zijn. Kroonenberg biedt drie oplossingen: pluk examenvragen van collega’s van het net; volg een online interactieve training van onderwijsinstituut DidO en: stel goede docenten aan.

De laatste oplossing is de belangrijkste, maar ook de lastigste. Door de krappe arbeidsmarkt zijn goede docenten moeilijk te vinden. En – nog belangrijker – goede docenten worden niet geboren. Doceren moet je leren, het is een vak. Elke TU-docent heeft dus twee vakken: ingenieur en docent. Het opvallende is nu dat je in vijf jaar ingenieur bent en in nul jaar docent.

Ik pleit er niet voor om elke TU-docent nog eens vijf jaar te laten studeren voor docent. Doceren leer je het best in de praktijk. Daar moeten de didactische competenties worden getraind. Niet in een apart cursusje van een paar middagen waar je opleidingsdirecteur je heen stuurt omdat je onderwijs niet zo goed uit de evaluaties komt. Langduriger trajecten van training en coaching op een aantal basiskwalificaties werkt veel effectiever.

In slaap

Dat kan prima met behulp van moderne technologie. Niets is leerzamer dan voorbeelden van onderwijs waarbij de studenten in slaap vallen. Vooral als die voorbeelden opnamen van je eigen college of werkcollege zijn! Je kunt het internet gebruiken als educatieve peepshow. Voorbeelden van anderen bieden vergelijkingsmateriaal en kun je in een online discussiegroep becommentariëren. Ben je eenmaal over je schaamte heen, dan kun je ook een flitsend stukje eigen onderwijs als voorbeeld laten zien. En je kunt het je collega’s ook tonen tijdens een gewone workshop waar je als deelnemer directe feedback krijgt op je vaardigheden. DidO is momenteel bezig dergelijke online trainings- en coachingstrajecten te ontwikkelen. Vooral met het oog op de zogenaamde basiskwalificatie die elke nieuw aangestelde TU-docent moet verwerven.

De angst voor het nakijken kun je ook aanpakken met twee pakketten die de TU Delft zelf heeft ontwikkeld. Het eerste heet Etude, een prima toetssysteem waarin elke docent een rijke schakering aan typen vragen in een steeds maar groeiende databank kan zetten.

Docenten merken dat toetsen niet iets is dat je uitsluitend aan het einde van je onderwijs gebruikt. Ook gaandeweg kunnen studenten Etude gebruiken als oefening. Hebt u wel eens geprobeerd om de studenten een tentamen te laten samenstellen? Nee? Dat levert vaakuitstekende vragen op en de studenten leren er veel van. Als docent kun je zo veel vragen gratis toevoegen aan je database.

Daarnaast is voor het nakijken van schriftelijke multiple choice-tentamens een uitstekend en stabiel pakket Sonate ontwikkeld waarmee de docent elke gewenste analyse op zijn tentamen vragen kan loslaten. Nakijken wordt dus in de toekomst een feest op de TU Delft. Geen angsten meer want Delft heeft dan alleen nog maar goede docenten. Gemaakt, wel te verstaan.

.aut Wim Veen, Hoogleraar didactiek en onderwijsontwikkeling

Goed lesgeven is te leren, vindt hoogleraar didactiek Wim Veen. Niet in een cursusje van een paar middagen, maar in de praktijk, met behulp van internet.

Deze maand stond in Delta een aardige column van Salomon Kroonenberg over de angst voor het nakijken. Hij stelt dat examens niet op tijd worden nagekeken omdat docenten de directe confrontatie met hun eigen docentprestaties uitstellen. Een leuke stelling die best waar zou kunnen zijn. Kroonenberg biedt drie oplossingen: pluk examenvragen van collega’s van het net; volg een online interactieve training van onderwijsinstituut DidO en: stel goede docenten aan.

De laatste oplossing is de belangrijkste, maar ook de lastigste. Door de krappe arbeidsmarkt zijn goede docenten moeilijk te vinden. En – nog belangrijker – goede docenten worden niet geboren. Doceren moet je leren, het is een vak. Elke TU-docent heeft dus twee vakken: ingenieur en docent. Het opvallende is nu dat je in vijf jaar ingenieur bent en in nul jaar docent.

Ik pleit er niet voor om elke TU-docent nog eens vijf jaar te laten studeren voor docent. Doceren leer je het best in de praktijk. Daar moeten de didactische competenties worden getraind. Niet in een apart cursusje van een paar middagen waar je opleidingsdirecteur je heen stuurt omdat je onderwijs niet zo goed uit de evaluaties komt. Langduriger trajecten van training en coaching op een aantal basiskwalificaties werkt veel effectiever.

In slaap

Dat kan prima met behulp van moderne technologie. Niets is leerzamer dan voorbeelden van onderwijs waarbij de studenten in slaap vallen. Vooral als die voorbeelden opnamen van je eigen college of werkcollege zijn! Je kunt het internet gebruiken als educatieve peepshow. Voorbeelden van anderen bieden vergelijkingsmateriaal en kun je in een online discussiegroep becommentariëren. Ben je eenmaal over je schaamte heen, dan kun je ook een flitsend stukje eigen onderwijs als voorbeeld laten zien. En je kunt het je collega’s ook tonen tijdens een gewone workshop waar je als deelnemer directe feedback krijgt op je vaardigheden. DidO is momenteel bezig dergelijke online trainings- en coachingstrajecten te ontwikkelen. Vooral met het oog op de zogenaamde basiskwalificatie die elke nieuw aangestelde TU-docent moet verwerven.

De angst voor het nakijken kun je ook aanpakken met twee pakketten die de TU Delft zelf heeft ontwikkeld. Het eerste heet Etude, een prima toetssysteem waarin elke docent een rijke schakering aan typen vragen in een steeds maar groeiende databank kan zetten.

Docenten merken dat toetsen niet iets is dat je uitsluitend aan het einde van je onderwijs gebruikt. Ook gaandeweg kunnen studenten Etude gebruiken als oefening. Hebt u wel eens geprobeerd om de studenten een tentamen te laten samenstellen? Nee? Dat levert vaakuitstekende vragen op en de studenten leren er veel van. Als docent kun je zo veel vragen gratis toevoegen aan je database.

Daarnaast is voor het nakijken van schriftelijke multiple choice-tentamens een uitstekend en stabiel pakket Sonate ontwikkeld waarmee de docent elke gewenste analyse op zijn tentamen vragen kan loslaten. Nakijken wordt dus in de toekomst een feest op de TU Delft. Geen angsten meer want Delft heeft dan alleen nog maar goede docenten. Gemaakt, wel te verstaan.

.aut Wim Veen, Hoogleraar didactiek en onderwijsontwikkeling

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.