Opinie

Glossy

Voor een journalist zijn er twee soorten tijdschriften en kranten: die waar je een artikel in geschreven hebt, en die waar je niets in geschreven hebt.

De eerste categorie bewaar ik sowieso en de tweede eigenlijk ook. Je weet nooit of er iets nuttigs in staat, dat later nog van pas komt.

Niet iedereen vindt dit een goede strategie. ,,Moet je nou kijken, overal stapeltjes”, zei mijn vriendin laatst. Ze wees naar de tientallen tijdschriften naast mijn bed. ,,Wat moet je nou met al die bladen?” Ik keek naar de stapels. Onderop waren ze gesorteerd, lag elk Vara TVMagazine op de stapel Vara TVMagazines en elk Technisch Weekblad bij de Technisch Weekbladen. Daarboven werd het chaotischer, kwam er ook wel eens een Groene Amsterdammer bij de Delta’s terecht. Ze keek begripvol, maar had het papier het liefst persoonlijk naar de papiercontainer gebracht.

Ik krijg nu eenmaal veel papier, ik ben een beroepslezer. Daarbij zitten ook regelmatig bladen van de TU: naast de wekelijkse Delta krijg ik Zicht op Delft en Delft Integraal (omdat ik alumnus ben) en nog een keer Zicht op Delft en Integraal (omdat ik journalist ben). Ze belanden op de stapel ‘Overig’, samen met de goede-doelenbladen van Amnesty en Vluchtelingenwerk. ‘Overig’ is de treurigste stapel van allemaal, het is de suffe verticale waar je als jaarclub niet bij wil zitten.

Waarom? Omdat deze bladen bij mij % na een lang verblijf naast mijn bed % toch vrijwel allemaal ongelezen in de papiercontainer belanden, klaar om bij de papierverwerkingsfabriek verwerkt te worden tot eierdozen. Dat roept een vraag op: hoeveel van de miljarden letters die drukkerijen drukken halen ooit het netvlies? Hoeveel procent van de drukinkt is eigenlijk nutteloos?

Van een collega-journalist hoorde ik dat gastschrijver Hugo Brandt Corstius vorig jaar verzuchtte bij een verzoek om een interview: ,,Hoeveel bladen heeft deze universiteit in godsnaam?” En gelijk heeft hij: de TU heeft teveel bladen. Twee daarvan hebben geen duidelijke identiteit en overlappen qua inhoud: zo bieden Zicht op Delft en Integraal beiden kort TU-nieuws en achtergrondinterviews. Dubbel werk, zo lijkt me. Bovendien richt Zicht op Delft % het blad voor alumni % zich niet specifiek op alumni: vrijwel alle verhalen hadden ook in Delta, Intermediair of de Volkskrant kunnen staan. Delft Integraal kent een ander euvel: de grote lappen tekst met amateurfotografie van vakgroephobbyisten nodigen niet bepaald uit tot lezen.

Een tijdschrift moet zich in tijdschriftenland onderscheiden in kwaliteit. De lezer is streng: een blad dat hem niet aanspreekt leest hij niet. Daarom zou het goed zijn om de budgetten van Delft Integraal en Zicht op Delft samen te nemen en daarmee één goede TU-glossy te maken, die zich op zowel alumni als TU-geïnteresseerden richt.

In dit dikke tweemaandelijkse tijdschrift verschijnen dan de beste interviews, reportages en wetenschapsverhalen uit de onafhankelijke Delta % overlap bij het lezerspubliek is er toch nauwelijks % aangevuld met twee diepgaande wetenschapsverhalen à la Delft Integraal, nu mét professionele fotografie.

Voor zo’n tijdschrift zou ik % tot wanhoop van mijn vriendin % wel een nieuw stapeltje naast mijn bed aanleggen.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

Voor een journalist zijn er twee soorten tijdschriften en kranten: die waar je een artikel in geschreven hebt, en die waar je niets in geschreven hebt. De eerste categorie bewaar ik sowieso en de tweede eigenlijk ook. Je weet nooit of er iets nuttigs in staat, dat later nog van pas komt.

Niet iedereen vindt dit een goede strategie. ,,Moet je nou kijken, overal stapeltjes”, zei mijn vriendin laatst. Ze wees naar de tientallen tijdschriften naast mijn bed. ,,Wat moet je nou met al die bladen?” Ik keek naar de stapels. Onderop waren ze gesorteerd, lag elk Vara TVMagazine op de stapel Vara TVMagazines en elk Technisch Weekblad bij de Technisch Weekbladen. Daarboven werd het chaotischer, kwam er ook wel eens een Groene Amsterdammer bij de Delta’s terecht. Ze keek begripvol, maar had het papier het liefst persoonlijk naar de papiercontainer gebracht.

Ik krijg nu eenmaal veel papier, ik ben een beroepslezer. Daarbij zitten ook regelmatig bladen van de TU: naast de wekelijkse Delta krijg ik Zicht op Delft en Delft Integraal (omdat ik alumnus ben) en nog een keer Zicht op Delft en Integraal (omdat ik journalist ben). Ze belanden op de stapel ‘Overig’, samen met de goede-doelenbladen van Amnesty en Vluchtelingenwerk. ‘Overig’ is de treurigste stapel van allemaal, het is de suffe verticale waar je als jaarclub niet bij wil zitten.

Waarom? Omdat deze bladen bij mij % na een lang verblijf naast mijn bed % toch vrijwel allemaal ongelezen in de papiercontainer belanden, klaar om bij de papierverwerkingsfabriek verwerkt te worden tot eierdozen. Dat roept een vraag op: hoeveel van de miljarden letters die drukkerijen drukken halen ooit het netvlies? Hoeveel procent van de drukinkt is eigenlijk nutteloos?

Van een collega-journalist hoorde ik dat gastschrijver Hugo Brandt Corstius vorig jaar verzuchtte bij een verzoek om een interview: ,,Hoeveel bladen heeft deze universiteit in godsnaam?” En gelijk heeft hij: de TU heeft teveel bladen. Twee daarvan hebben geen duidelijke identiteit en overlappen qua inhoud: zo bieden Zicht op Delft en Integraal beiden kort TU-nieuws en achtergrondinterviews. Dubbel werk, zo lijkt me. Bovendien richt Zicht op Delft % het blad voor alumni % zich niet specifiek op alumni: vrijwel alle verhalen hadden ook in Delta, Intermediair of de Volkskrant kunnen staan. Delft Integraal kent een ander euvel: de grote lappen tekst met amateurfotografie van vakgroephobbyisten nodigen niet bepaald uit tot lezen.

Een tijdschrift moet zich in tijdschriftenland onderscheiden in kwaliteit. De lezer is streng: een blad dat hem niet aanspreekt leest hij niet. Daarom zou het goed zijn om de budgetten van Delft Integraal en Zicht op Delft samen te nemen en daarmee één goede TU-glossy te maken, die zich op zowel alumni als TU-geïnteresseerden richt.

In dit dikke tweemaandelijkse tijdschrift verschijnen dan de beste interviews, reportages en wetenschapsverhalen uit de onafhankelijke Delta % overlap bij het lezerspubliek is er toch nauwelijks % aangevuld met twee diepgaande wetenschapsverhalen à la Delft Integraal, nu mét professionele fotografie.

Voor zo’n tijdschrift zou ik % tot wanhoop van mijn vriendin % wel een nieuw stapeltje naast mijn bed aanleggen.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.