Wetenschap

Glas

Glas is hard, broos en meestal doorzichtig. En een vloeistof, volgens sommigen.Wie eens goed naar de ruitjes van middeleeuwse kerken tuurt, kan het zien: het glas golft en wordt naar onderen toe steeds dikker.

Het lijkt erop dat het vensterglas in de loop der eeuwen naar beneden is gestroomd, als het laatste restje schenkstroop langs de wand van de fles. Het bewijs bij uitstek dat glas eigenlijk een vloeistof is, menen sommigen.

Op het eerste gezicht lijken de theorieboeken hun gelijk te geven. Stoffen die zijn opgebouwd uit onregelmatige bouwstenen, kunnen bij stolling soms geen geordend kristalrooster vormen. Er treedt dan glasvorming op waarbij een onregelmatig, ofwel amorf, netwerk van atomen ontstaat. Men spreekt dan van een ‘supergekoelde vloeistof’ met een zeer hoge viscositeit. Dit geldt ook voor het ongeordende mengsel van siliciumoxiden dat wij vensterglas noemen.

Tot zover de theorie. Of de zwaartekracht aan een paar eeuwen genoeg heeft om glas onderuit te halen, valt echter te betwijfelen. De vorm van oude kerkraampjes is namelijk goed te verklaren uit het productieproces van de middeleeuwse glasmakers. Een klont gesmolten glas werd tot een sliert uitgerekt, vervolgens geplet en tot een vlakke plaat gesponnen. Behalve een golvend oppervlak leverde dit ook een dikke rand op. De ruitjes die uit de grote plaat werden gesneden, hadden die dus ook. En blijkbaar plaatsen de glaszetters de zware zijde bij voorkeur onder.

Blijft de vraag of glas bij kamertemperatuur een vloeistof is. Dr.ir. H.J. Glass, die onderzoek doet naar hergebruik van glas bij de faculteit Technische Aardwetenschappen, weet het antwoord: ,,Ab-so-luut niet. Alleen bij hoge temperaturen, maar dan wordt vrijwel alles een vloeistof.”

De term supergekoelde vloeistof lijkt hier dus wat ongelukkig. Dat oude ramen door uitvloeien vervormen, is in elk geval nog nooit aangetoond. Met het tekstboek in de hand is te verdedigen dat glas een zeer stroperige vloeistof is, maar het kan dan ook als een amorfe vaste stof beschouwd worden. Kwestie van definitie, en dus grotendeels een woordspelletje. .aut Ralph Oei

Glas is hard, broos en meestal doorzichtig. En een vloeistof, volgens sommigen.

Wie eens goed naar de ruitjes van middeleeuwse kerken tuurt, kan het zien: het glas golft en wordt naar onderen toe steeds dikker. Het lijkt erop dat het vensterglas in de loop der eeuwen naar beneden is gestroomd, als het laatste restje schenkstroop langs de wand van de fles. Het bewijs bij uitstek dat glas eigenlijk een vloeistof is, menen sommigen.

Op het eerste gezicht lijken de theorieboeken hun gelijk te geven. Stoffen die zijn opgebouwd uit onregelmatige bouwstenen, kunnen bij stolling soms geen geordend kristalrooster vormen. Er treedt dan glasvorming op waarbij een onregelmatig, ofwel amorf, netwerk van atomen ontstaat. Men spreekt dan van een ‘supergekoelde vloeistof’ met een zeer hoge viscositeit. Dit geldt ook voor het ongeordende mengsel van siliciumoxiden dat wij vensterglas noemen.

Tot zover de theorie. Of de zwaartekracht aan een paar eeuwen genoeg heeft om glas onderuit te halen, valt echter te betwijfelen. De vorm van oude kerkraampjes is namelijk goed te verklaren uit het productieproces van de middeleeuwse glasmakers. Een klont gesmolten glas werd tot een sliert uitgerekt, vervolgens geplet en tot een vlakke plaat gesponnen. Behalve een golvend oppervlak leverde dit ook een dikke rand op. De ruitjes die uit de grote plaat werden gesneden, hadden die dus ook. En blijkbaar plaatsen de glaszetters de zware zijde bij voorkeur onder.

Blijft de vraag of glas bij kamertemperatuur een vloeistof is. Dr.ir. H.J. Glass, die onderzoek doet naar hergebruik van glas bij de faculteit Technische Aardwetenschappen, weet het antwoord: ,,Ab-so-luut niet. Alleen bij hoge temperaturen, maar dan wordt vrijwel alles een vloeistof.”

De term supergekoelde vloeistof lijkt hier dus wat ongelukkig. Dat oude ramen door uitvloeien vervormen, is in elk geval nog nooit aangetoond. Met het tekstboek in de hand is te verdedigen dat glas een zeer stroperige vloeistof is, maar het kan dan ook als een amorfe vaste stof beschouwd worden. Kwestie van definitie, en dus grotendeels een woordspelletje. .aut Ralph Oei

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.