Campus

Gevecht tegen leegstand

Een zwevend winkelcentrum, verschrompelde gebouwen en wolkenkrabbers die vervangen zijn door parkeerplaatsen. Hoogleraar Wouter Vanstiphout (Bouwkunde, design as politics) en zijn studenten laten zien hoe de toekomst van steden er uit kan zien op de vijfde internationale architectuurbiënnale Rotterdam.


Kantoren die als verfrommelde sigarettenpakjes in elkaar zakken. Vrachtwagens die spullen naar gloednieuwe wolkenkrabbers brengen. En daar in de buurt werpen architectenbureaus hun hengels uit in dezelfde vijver.

Op die manier wordt Rotterdam in een grote wandtekening verbeeld op de tentoonstelling ‘Are we the World’, gemaakt door de TU-leerstoel design as politics. “We vergroten bewust de problemen uit die in Rotterdam spelen”, zegt prof.dr. Wouter

Vanstiphout.


Zijn leerstoel neemt met de tentoonstelling een prominente rol in tijdens de vijfde internationale architectuur biënnale Rotterdam. Dit keer draait alles om de stad; het thema is ‘Making City’. Leegstand van kantoorgebouwen is een groot probleem. Nieuwe panden worden vaak gebruikt door bedrijven die zich al in Rotterdam gevestigd hadden. Daardoor ontstaat dus niet meer welvaart en vestigen zich ook geen nieuwe bedrijven in de Maasstad. Het zorgt eerder voor een toename van de leegstand, volgens Vanstiphout.


Waar dat toe kan leiden, wordt duidelijk uit vergelijkingen van Rotterdam met de steden Istanbul, Detroit en Sao Paulo. Op de tentoonstelling zijn tekening van die steden te zien. “Alle steden hebben hun eigen problematiek. Mede daardoor wordt ook duidelijk welke kant het met Rotterdam op kan gaan.”


Als voorbeeld noemt hij Detroit. In het midden van de tekening zijn lege parkeerplaatsen te zien, naast een verlaten wolkenkrabber met houten planken voor de ramen. Het beeld is duidelijk: de stad is in verval. Gebouwen worden neergehaald ten faveure van parkeerplaatsen, die meer geld opleveren. In de verte zijn de suburbs te zien met eengezinswoningen. Niemand wil meer in de binnenstad wonen.

“Detroit is als het ware een paar stappen verder. Gaat de Maasstad ook die kant op? Met behulp van de politiek en architecten zou een ommekeer plaats kunnen vinden.”

Hoe zo’n ommekeer er uit ziet, toont het afstudeerproject van de 27-jarige Roderick van Klink (design as politics). Hij pakt de leegstand aan door in verlaten kantoorpanden rond het Hofplein, vlakbij het station, grote bouwmarkten en woonwinkels te realiseren. “Die winkels maken een einde aan de leegstand en zorgen voor veel levendigheid in het centrum van de stad.”


Tussen de bouwmarkten en woonwinkels op het Hofplein moeten volgens Van Klink loopbruggen komen. “Op die manier kan iedereen van winkel naar winkel en ontstaat een zwevend winkelcentrum. De loopbrug is een goedkope constructie en snel realiseerbaar. Ik wil hiermee laten zien dat er veel meer dingen mogelijk zijn met kantoorpanden dan men denkt.”


De locatie van de tentoonstelling van Vanstiphout en studenten is bijzonder: de Hofbogen, vlakbij het Hofplein. Het is een van de meest opmerkelijke stukjes Rotterdam. Vroeger denderden treinen boven de bogen. Maar dat is al lang verleden tijd. Jarenlang werd er niks met de bogen gedaan. Ze zaten onder de graffiti en spinnenwebben, totdat ze onder anderen door het bureau van Vanstiphout werden opgeknapt. Nu is het een levendig stuk Rotterdam met naast de tentoonstellingsruimte kleine winkeltjes en cafés. “Het laat zien dat je niet hoeft te slopen om een nieuwe, mooie plek te creëren met een grote impact op de buurt”, zegt Vanstiphout.

De boodschap in de tentoonstelling is duidelijk: architecten en politici kunnen samen met goede stadsplanning voor positieve verandering zorgen. “Maar architecten dienen zich daarbij wel voortdurend bewust te zijn van de omgeving waar ze bouwen,” aldus Vanstiphout. Van ivoren toren kunstenaarsarchitecten moet hij niets hebben. “Er wordt altijd gebouwd in een omgeving die een belangrijke rol speelt bij het ontwerp en oplossingen van problemen in een stad. Dat willen we tonen.”


De tentoonstelling ‘Are we the World’ is van 21 april t/m 7 juli te zien in de hofbogen, Raampoortstraat 36 Rotterdam.

“Het is een pril plan”, zegt een woordvoerder, en de uitwerking moet nog volgen. Maar voor “the best and brightest” onder de Nederlandse studenten gaat de universiteit samen met enkele bedrijven studiebeurzen beschikbaar stellen waarmee ze een dure tweede masteropleiding kunnen volgen.

Buitenlandse studenten kunnen aan de TU/e sinds 2006 een beurs krijgen, als ze daarna ook nog drie jaar bij een bedrijf uit de regio gaan werken, zoals Philips of Océ. Vorig jaar zijn er 225 beurzen toegekend. Wat de voorwaarden voor Nederlandse studenten zullen zijn, is nog niet bekend.

Maandag opende staatssecretaris Zijlstra met een videoboodschap een ‘denktanksessie’ over zulke beurzen. Het kabinet hoopt dat het bedrijfsleven inspringt nu de overheid geen tweede opleiding meer wil financieren. 

VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas had in een motie gevraagd over het kabinet zulke studiebeurzen van bedrijven wil aanmoedigen. Ze ziet ook veel in prijsvragen, waarbij studenten soms tienduizenden euro’s kunnen verdienen met hun ideeën. Ze prijst de oprichters van www.studentenprijsvraag.nl, waar zulke prijsvragen zijn verzameld.

 

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.